Gouden grond: het wijngeheim van Chambolle-Musigny in Bourgondië

© Michel Joly

In dit kleine oude dorp in Bourgondië doet niets vermoeden dat hier uitzonderlijke wijnen gemaakt worden: fijn, elegant en zacht als satijn. Waarom net hier? Wij gingen op zoek naar het geheim van Chambolle-Musigny in de Côte d’Or.

Even ten zuiden van Dijon rij ik het hart van Bourgogne binnen: de Côte d’Or, een smalle strook van zestig kilometer waar het ene wereldberoemde wijndorp na het andere ligt. Eerst Marsannay en Fixin, nog relatief onbekend, dan Gevrey-Chambertin en Morey-Saint-Denis, twee dorpen die – zoals zovele hier – het tweede deel van hun naam ontlenen aan een mythische wijngaard: Le Chambertin en Clos Saint-Denis. Dan arriveer ik in Chambolle-Musigny. Hier worden de fijnste bourgognes gemaakt. Hoe komt dat? Zonet ben ik Gevrey-Chambertin gepasseerd, bekend om zijn krachtige wijnen. Was ik nog even verder gereden, was ik in Nuits-Saint-Georges beland, dat ook gespierde wijnen aflevert. Waarom ineens die delicate, hoogst verfijnde wijnstijl in dit kleine dorp met amper 300 inwoners?

‘Musigny!’ Ghislaine Barthod roept haar jachthond terug als die naar mij toe komt gelopen. Ze heeft hem vernoemd naar de beroemdste wijngaard van haar dorp, Le Musigny.

‘Maar ik heb er jammer genoeg geen perceel van’, lacht ze. ‘Veel te duur.’

Gouden grond: het wijngeheim van Chambolle-Musigny in Bourgondië
© MICHEL JOLY

Ghislaine Barthod (59) is geboren en getogen in Chambolle-Musigny, net als haar ouders en grootouders. Al sinds 1986 maakt ze hier wijn, vorig jaar had ze haar 32ste oogst achter de rug. Haar man, Louis Boillot, komt uit een ander dorp en is ook een gereputeerd wijnbouwer. Ze kochten deze mooie oude herenwoning, en maken er elk apart hun wijn in de aangrenzende kelders.

‘We hadden geluk dat we dit huis konden overnemen van een wijnbouwersfamilie,’ zegt ze, ‘want in Chambolle-Musigny mag niet meer gebouwd worden. De bevolking veroudert en vermindert, er is geen enkele winkel meer. Alleen een bakker komt rond om brood te leveren aan de oudere inwoners. Binnenkort zal de school wellicht moeten sluiten bij gebrek aan kinderen.’

Het volstaat even rond te kijken om te beseffen waar het in dit dorp om draait: Chambolle-Musigny ligt genesteld tussen de wijngaarden. ‘Maar het geheim van het raffinement van onze wijn is niet met het blote oog te zien’, zegt ze. ‘Want dat bevindt zich in ons terroir, in onze bodem. Klei geeft krachtige wijnen, kalk zorgt voor finesse. En in onze bodem zit beduidend meer kalk dan in andere dorpen.’

Terroir, het magische woord is gevallen. Alles in Bourgogne draait rond deze verzameling van natuurlijke factoren die de kwaliteit en het karakter van een wijn bepalen: bodem, microklimaat, oriëntatie, blootstelling aan regen en wind, afwatering. Dat terroir verschilt van gemeente tot gemeente, zelfs van wijngaard tot wijngaard. Wat maakt dat de bourgognewijnen er heel verschillend zijn, ondanks het feit dat ze van dezelfde druif worden gemaakt: chardonnay voor de witte, pinot noir voor de rode wijnen. Hier in Chambolle-Musigny zijn alleen rode wijnen, op één klein perceel na in Le Musigny.

We dalen af naar de wijnkelder van Ghislaine Barthod, die letterlijk uit het gesteente van de ondergrond gehouwen werd: ‘We hebben dan wel heel fijne wijn, je hebt veel kracht nodig om hier een wijnkelder te graven. Soms moeten we zelfs boren in de bodem om wijnstokken te kunnen aanplanten, omdat de ondergrond zo rotsig en stenig is. Maar net dat zorgt voor zoveel finesse in onze wijn.’

Gouden grond: het wijngeheim van Chambolle-Musigny in Bourgondië
© MICHEL JOLY

In Bourgogne, met zijn versnipperde wijngaarden, is het gebruikelijk dat wijnbouwers percelen bezitten in verschillende gemeenten. Ghislaine Barthod heeft alleen percelen in Chambolle-Musigny: 23, waarvan ze elf wijnen maakt. Ook dat is typisch voor Bourgogne: van elk bekend perceel wordt een aparte wijn gemaakt.

2 kilometermigrant

Ik wandel door de hoofdstraat van het dorp, de rue Caroline Aigle. ‘1974-2007, première femme française pilote de chasse’ staat er onder het naamplaatje. Een bizar contrast met dit stille, vredige dorp waar niets gebeurt. Hier, in deze straat, woont Christian Amiot (62), eigenaar van het domein Amiot-Servelle.

‘Ik ben eigenlijk van Morey-Saint-Denis,’ zegt hij, ‘maar de familie Servelle van mijn vrouw is al drie generaties van Chambolle-Musigny. In 1981 hebben we ons domein hier gevestigd.’ Morey-Saint-Denis ligt amper twee kilometer verder, toch werd Christian Amiot lange tijd als een immigrant beschouwd: ‘Ik had eens een dispuut met iemand, die toen tegen me zei dat ik beter naar mon pays zou terugkeren. De inwoners van Chambolle-Musigny hebben altijd bekendgestaan om hun nogal strenge en stugge karakter, helemaal in tegenstelling tot hun wijnen.’

Amiot werd uiteindelijk toch verkozen tot voorzitter van het Syndicat des Vignerons de Chambolle-Musigny en kent het dorp intussen heel goed, ook zijn geschiedenis: ‘Lange tijd heette Chambolle-Musigny gewoon Chambolle, een nietig gehucht. In de vijftiende eeuw kwamen er geestelijken wonen, toen kreeg het zijn eigen kerk, die er nog altijd staat. En toen al werden er rond het dorp wijngaarden aangelegd.’

Één caveau, één kasteel

Chambolle-Musigny lijkt nog altijd eerder op een gehucht dan op een dorp. Er zijn geen winkels, slechts twee restaurants, en één caveau onder het straatniveau waar de lokale wijnen worden verkocht. Verder is er geen leven te bespeuren in de smalle straatjes en oude huizen, je hoort alleen het gefluit van vogels. Maar hier wonen enkele van de beste wijnbouwers die Bourgogne rijk is, te herkennen aan de afwezigheid van plakkaten waarop ‘dégustation‘ of ‘vente de vins’ vermeld staat: zij hebben dat niet nodig, hun wijnen zijn altijd meteen verkocht.

Ik wandel voorbij het grootste domein, dat historisch het sterkst verbonden is met deze gemeente: Comte Georges de Vogüé, waar restauratiewerken bezig zijn. Dit domein bezit maar liefst 70% van de grand cru Le Musigny. Graaf Georges stierf in 1987, maar zijn kleindochters zetten zijn erfenis voort, geholpen door een professioneel team.

Gouden grond: het wijngeheim van Chambolle-Musigny in Bourgondië
© ARMELLE HUDELOT

In Bourgogne tref je zelden chateaus aan zoals in Bordeaux, de meeste wijnbouwers wonen in boerderijen of dorpswoningen. Dat is in Chambolle-Musigny ook zo, op één negentiende-eeuws kasteel na: Château de Chambolle-Musigny, omgeven door een park met bomen. Ooit was het het voorwerp van een dispuut tussen twee plaatselijke families, die beide het recht opeisten de naam van het kasteel als hun wijnnaam te gebruiken. Vandaag woont de wijnbouwer Jacques-Frédéric Mugnier er, wiens wijnen wereldwijd gegeerd zijn en waarvan de prijzen tot schrikbarende hoogte zijn gestegen.

Even verder loop ik voorbij het pronkstuk van het dorp: een linde die geplant werd op het einde van de zestiende eeuw, tijdens de heerschappij van Henri IV: hij is intussen 17,5 meter hoog, zijn machtige stam heeft een omtrek van 8,70 meter. Daartegenover staat een monument voor de gesneuvelden uit het dorp van de twee wereldoorlogen: zelfs het kleinste, stilste dorp bleef daar niet van gespaard.

Zonder houtsmaak

Ik wil ook weleens het standpunt horen van een wijnbouwer die niet in Chambolle-Musigny woont. Frédéric Magnien (48) heeft zijn domein in Morey-Saint-Denis, maar bezit enkele percelen in Chambolle-Musigny. Behalve een begenadigd wijnmaker is hij ook een dynamische ondernemer. Hij nam het domein van zijn vader over, maar koopt ook druiven aan waarvan hij wijn maakt, iets wat in Bourgogne wel vaker voorkomt. In totaal exploiteert hij 45 hectare, wat veel is in Bourgogne. Hij is altijd op zoek naar vernieuwing, schakelde voor een deel van zijn wijngaarden over op de biodynamie, en toont mij zijn amforen van gebakken klei waarmee hij nu experimenteert: ‘Ik wil grote bourgognes maken die niet naar het houten vat smaken.’ Ook hij ziet het geheim van Chambolle-Musigny vooral in de ondergrond: ‘Chambolle-Musigny is het terroir met het meeste gesteente en de meeste mineralen in de bodem. Dat maakt de wijnen zo fijn en elegant.’

Wijn van porselein

Sinds mensenheugenis hebben poëten geprobeerd om het verleidelijke, ragfijne, haast fragiele karakter van Chambolle-Musigny in woorden te vatten. De wijnen werden al vergeleken met broos porselein, ochtenddauw, lentebloesem, korven met aardbeien en frambozen. Schrijver Gaston Roupnel, ook professor Bourgondische geschiedenis aan de universiteit van Dijon, kwam er wellicht het dichtste bij toen hij ze omschreef als ‘wijnen van zijde en kant’.

‘Maar vergis je niet,’ zegt Frédéric Magnien, ‘achter dat verfijnde karakter gaat een sterke persoonlijkheid schuil. Een wijn die vele tientallen jaren standhoudt. En alleen maar beter wordt.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content