Getest: 6 Italiaanse wijnen
De Italiaanse keuken kent een stomende opbloei en toch blijven Italiaanse kwaliteitswijnen op onze markt vrij marginaal. Hoe komt dat?
Coccinella, Piemonte Barbera 2011, Cantina Sansilvestro
Redelijk gevulde kleur. Duidelijke barberaneus van gedroogde zwarte pruimen met een toets van cuit. Stevige, charmerende smaak, wat alcoholisch. Moet passen bij gebakken spek en gehakt.
Colruyt: 4,99 euro.
Bardolino 2011, Zenato Lichte kleur. Neus van rode aardbeien. In de mond een redelijk aangename fruitsmaak. Eenvoudige wijn voor bij gebakken gehaktballen.
Delhaize: 5,49 euro.
La Botte, Montepulciano d’Abruzzo 2011 Jonge rode kleur. Neus met wat stevigheid van rood fruit en een beetje nuance. Dunne smaak van fruit (aardbeien). Voor bij uiterst eenvoudige gerechten, zoals brood met ham.
Carrefour: 3,99 euro.
Bardolino Villa Sopita 2010 Jonge rode kleur. Zachte, wat dunne fruitneus. De smaak is dun en doortrokken met een zuur stramien. Geen gastronomische mogelijkheden.
Colruyt: 3,99 euro.
Bardolino 2011, Azienda Righetti Heel lichte, volkomen doorschijnende kleur. Haast geen neus. De smaak is nietszeggend en dun. Geen gastronomische mogelijkheden.
Delhaize: 4,99 euro.
Montepulciano d’Abbruzzo 2011, Il Cantico Iets gevulde kleur. Neus met nuance die goed ruimt bij opschudden. De smaak is doortimmerd met gezonde structuurtannines. Kan bij gebakken vlees.
Carrefour: 4,49 euro.
Ook al is het gastronomische landschap geëvolueerd: de keuken wordt eleganter, wat normaliter een opening zou moeten maken voor dito wijnen, zoals Duitse riesling of zelfs zuiderse wijn maar dan van hoger gelegen percelen.
De keuken wordt ook multicultureler, met oosterse accenten, wat de poort zou moeten openen voor zoetere en halfzoete wijnen, zoals muscat en port. De Italiaanse keuken kent een stomende opbloei en toch blijven kwaliteitswijnen uit Italië op onze markt vrij marginaal. Hoe komt dat?
In de eerste plaats zijn Italiaanse kwaliteitswijnen – denk maar barolo en brunello – te duur, en minstens even duur als de Franse van gelijkaardig niveau. Dan kiest de Belg nog altijd voor de vertrouwde Franse fles.
Ook de import is in dit bedje ziek: de invoermarges zijn te hoog. En vaak gaat het niet om echte import op de concurrentiële markt, maar om een doorschuiven van partijen wijn naar leden van de Italiaanse kolonie in het buitenland. En dat niet altijd volgens de regels van de normale handelspraktijken. Richtlijnen betreffende etiketten, millésimes, monopolies, merken, wijntypes en termijnen worden niet gerespecteerd of via parallelinvoer kortgesloten.
Italiaanse migrantenkolonies in het buitenland, en zeker bij ons, hebben vaak hun origines in mijnwerkerskringen. Die waren niet bepaald gefixeerd op kwaliteitswijn in een gastronomisch verfijnde ambiance. Wijn werd er gezien als een alimentair product dat aan tafel werd gedronken, versneden met water.
Ook de opvattingen over de Italiaanse keuken die van daaruit verspreid werden, waren niet de meest verfijnde: pizza en pasta in overvloed, met karafwijntjes uit Zuid-Italië die veel te duur werden verkocht.
Maar ook de ‘betere’ Italiaanse wijn gaat dikwijls bij de oorsprong al in de fout. Sangiovesewijnen, zoals chianti of brunello, vertonen, bij gebrek aan zorg en aan rijpheid in de wijngaard, de neiging om te zuur te worden. Dat werd/wordt dan met een flinke toevoeging van overrijpe merlot bijgewerkt, ten koste van authenticiteit.
Nebbiolowijnen, denk aan barolo, zijn dan weer door een gebrek aan juiste rijpheid veel te bitter. Overdreven zuur en bitter zijn vijanden van smakelijkheid. En dat is net wat de Belg, terecht, van zijn fles verwacht. Op dat gebied zijn de geteste Italiaanse wijnen zeer teleurstellend.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier