Dagelijkse sportkost: diëtiste Stephanie Scheirlynck bundelt haar ideeën over sportvoeding
Topsportdiëtiste Stephanie Scheirlynck begeleidde toppers als Nafi Thiam en Wout van Aert. In haar nieuwe kookboek Het optimale sportgewicht deelt ze haar ideeën over voeding.
Toen je afstudeerde als voedingsdeskundige was sportvoeding nog geen gangbaar begrip. Hoe kwam het dat jij voor deze specialisatie koos?
‘In mijn middelbare school was er een topsportafdeling. ’s Middags zat ik aan tafel met de gymnasten. Ik at mijn goedgevulde boterhammendoos leeg terwijl zij alleen maar een glas water en een appel voor zich hadden staan. Het fascineerde me dat atleten die dertig uur per week intensief trainen, overleefden op een dergelijk dieet omdat de sport nu eenmaal vereiste dat ze klein en fijn waren. Ik kon niet geloven dat dit een gezonde manier was om aan sport te doen.
Toen ik afstudeerde, waren er slechts een handvol sportdiëtisten. Ik heb echt moeten bewijzen dat voeding belangrijk is voor sporters. Nu lijkt dat een evidentie, maar tien jaar geleden zeiden ploegen tegen mij: ‘Wij hebben de beste coach en de beste kinesist, wat kom jij hier eigenlijk doen?’
Nu werk je voor topsporters als Greg Van Avermaet en Nafi Thiam. Hoe is die mentaliteitswijziging gegroeid?
‘De doorgedreven strijd tegen doping speelde een belangrijke rol. In het verleden waren er wielrenners die tijdens de Tour de France op één sneetje brood een etappe uitreden en met tien minuten voorsprong wonnen. Met het opkuisen van de sport werd er steeds meer ingezet op voeding. In teamsport is de focus op voeding nog minder groot: je kunt er makkelijker opgaan in de groep of je wordt vervangen als je een slechte dag hebt. Maar als het peloton wegrijdt en jij blijft als enige achter, heeft iedereen dat gezien.
In 2015 ben ik een aantal topsporters beginnen te begeleiden voor de Olympische Spelen: meerkamper Nafi Thiam en wielrenners Jolien D’Hoore en Greg Van Avermaet. Voor hen maakte ik een gedetailleerd voedingsschema dat was afgesteld op hun trainingen. Greg en Nafi zijn allebei olympisch kampioen geworden in Rio, Jolien haalde een bronzen medaille. Toen sportjournalist Renaat Schotte live op televisie opmerkte dat alle drie de atleten dezelfde sportdiëtiste hadden, is mijn telefoon ontploft. Sindsdien hoef ik niemand meer te overtuigen van het belang van voeding.’ ( lacht)
Opgepast, niet fout voederen
We worden elke dag om de oren geslagen met verschillende – vaak elkaar tegensprekende – voedingsadviezen. Waarop baseer jij je voedingsfilosofie?
‘Ik hou niet van zwart-witdenken. Tijdens mijn carrière heb ik alle adviezen en diëten al een paar keer zien passeren. Ik heb veel zelf getest of laten testen door mijn atleten. Uit alle informatie heb ik een gulden middenweg gefilterd. Ik volg jaarlijks congressen en bijscholingen, maar het blijft moeilijk om algemene waarheden over voeding te poneren. Hoe onderzoek je of een avocado gezond is? Je zou driehonderd mensen elke dag een avocado kunnen laten eten en dan over tien jaar kijken of ze effectief gezonder zijn geworden in vergelijking met een controlegroep. Maar van de testgroep zijn er misschien proefpersonen gestopt met roken of beginnen te sporten. Waar komt de winst dan vandaan?
Het is gevaarlijk om bepaalde voedselgroepen te demoniseren. Koolhydraten zijn belangrijk, zeker voor sporters. En dat je bijvoorbeeld geen koolhydraten en eiwitten zou mogen combineren is absurd: voor een goede recuperatie is dat net noodzakelijk. Algemeen kun je stellen dat het gezond is om zo weinig mogelijk bewerkt voedsel te eten en vaker te kiezen voor plantaardige voeding dan voor vlees.’
Vorige maand kwam je derde boek uit. Voor wie schrijf je deze sportkookboeken?
‘Topsporters zijn tegenwoordig goed begeleid als het op voeding aankomt. Maar veel recreatieve sporters zitten met vragen. Ze willen een marathon lopen of de Mont Ventoux op fietsen in een goede tijd. Mijn boeken zijn er voor hen. Ik leg er de basisprincipes in uit en geef makkelijke recepten mee voor een gebalanceerd dieet.
Koolhydraten zijn belangrijk, zeker voor sporters. Dat je geen koolhydraten en eiwitten zou mogen combineren, is absurd
Mijn nieuwe boek heet Het optimale sportgewicht. Het is een antwoord op de vraag die mij het vaakst werd gesteld de afgelopen jaren: hoe kan ik gewicht verliezen zonder mijn sportprestaties negatief te beïnvloeden? Om te vermageren moet je altijd minder calorieën eten dan je verbruikt. Maar je mag als sporter geen te groot tekort hebben, want dan begin je je eigen spieren af te breken, raak je geblesseerd en kom je niet meer vooruit. Als je dieet ervoor zorgt dat je je trainingen niet meer volhoudt, ben je geen stap verder. En als je puur op karakter toch blijft sporten op een te karig dieet, pleeg je roofbouw op je lichaam. Maar het kan nuttig zijn voor sporters om op verantwoorde wijze gewicht te verliezen. Wielrenners betalen veel geld voor een fiets die een paar honderd gram lichter is dan het vorige model. In dat opzicht is het veel goedkoper om zelf op je ideale sportgewicht te komen en een paar kilo’s te verliezen dan te investeren in die ultralichte fiets.
Ik kies recepten die makkelijk en lekker zijn, zonder ingewikkelde ingrediënten. Het vertrekpunt is vaak een klassieker waarbij ik zware ingrediënten vervang door iets dat lichter verteerbaar is. In mijn boeken vind je geen recept voor chocomousse of frieten. Maar dat betekent zeker niet dat dat verboden terrein is. Als een sporter al geen frieten mag eten, wie dan wel? Maar ik moedig mensen aan om naar de frituur te gaan in plaats van zelf vetarme frieten te maken. Als je van maandag tot vrijdag op je eten let, mag je in het weekend al eens wat losser omspringen met de verleidingen. Tenzij er een wedstrijd op de planning staat, natuurlijk.’ ( lacht)
Het optimale sportgewicht, Stephanie Scheirlynck, uitg. Lannoo, 52,50 euro.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier