Dagelijks bezoek aan hetzelfde restaurant: ‘Als iets goed is, waarom het dan anders doen?’
We kunnen niet allemaal culinaire avonturiers zijn. Hoeft ook niet. Deze mensen zitten bijna dagelijks op dezelfde plek, aan dezelfde tafel, hetzelfde gerecht te eten. En daar genieten ze met volle teugen van.
Chantal Acda is muzikante. Ze eet minstens drie keer per week een flatbread met makreel in Bart Vert in Berchem.
“Ik doe dat al heel mijn leven lang, altijd opnieuw hetzelfde gerecht bestellen op restaurant. Als ik ergens kom en ik vind iets lekker, dan zoek ik niet verder. Raar eigenlijk (lacht). Het bewijst dat ik twee extremen in me heb. Ik ben iemand die veel spanning nodig heeft, maar ik grijp ook erg terug naar vertrouwde dingen. Die hang naar het bekende komt het meest tot uiting in wat ik eet en waar ik op vakantie ga. Ik ben al ontelbare keren naar IJsland gereisd en ga elk jaar terug naar dezelfde plek op Terschelling.”
“Drie keer per week is echt wel een minimum. Ik denk dat ik soms wel zes keer per week in deze bar lunch. Het is een heel vertrouwde plek geworden, een veilig coconnetje. Als ik vind dat ik iets verdiend heb, dan kom ik hier eten. Ik zit hier graag op mijn eentje. Al ben ik nooit echt alleen, ik heb altijd mijn hond bij me. Die houdt van de koekjes die ze hier bij de koffie geven. Als hij ziet dat er koffie geserveerd wordt, gaat hij naar die tafel om te bedelen. Of als hij veel energie heeft, speelt hij in het hoge gras van de voortuin hiernaast.”
“Ik neem mijn kinderen hier nooit mee naartoe. Dit is mijn plek, niet die van hen. Als ik samen met hen zou komen, zou dat me een totaal ander gevoel geven. Hier zorg ik voor mezelf, en wil ik niet bezig zijn met appelsap halen (lacht). Meestal sta ik hier precies om halftwaalf, als de bar opengaat. Dan sta ik te wachten tot het menu wordt opgehangen om dan meteen de flatbread met makreel te bestellen. Het is haast een ritueel.”
“Ik vraag me af of de eigenaars weten dat ik hier zo vaak kom en altijd hetzelfde bestel. Ik alludeer er zelf nooit op en plaats altijd met een stalen gezicht mijn vaste bestelling. Als ze het al doorhebben, zijn ze er in elk geval heel discreet over. In Nederland zou dat heel anders zijn, daar zou ik sowieso luid commentaar krijgen. Ze zijn hier op z’n Vlaams lekker rustig.”
“In de zomer kan het hier heel druk worden, dan zit ook het terras afgeladen vol. Maar doordat ik altijd zo vroeg kom, heb ik nooit problemen om een tafeltje te vinden. Ik ben ook altijd de eerste die bestelt. Vanochtend was het 11.28 uur, er was nog niemand die aanstalten maakte om te gaan eten. Zo doe ik dat. (lacht)“
Ludo De Smedt is opticien. Hij eet elke middag in Brasserie Ciro’s in Antwerpen.
“Ik bestel altijd eerst een flesje oude geuze. Philip heeft mij dat leren drinken. Ik dronk vroeger geen bier, maar geuze is een perfect aperitief: droog, fris en zurig. Ik kan geen hele fles op, dus Philip krijgt altijd de tweede helft van mijn fles.”
“Al 44 jaar heb ik een optiekzaak hier in de buurt. Elke middag sluit ik de zaak en kom ik hier eten. Eigenaar Gène kwam zeven jaar geleden bij mij langs voor een herstelling aan zijn bril. Hij vertelde mij dat die dag zijn restaurant opende. Ik ben die middag gaan eten en sindsdien elke dag teruggekomen. Ik ben heel gewoontegetrouw. Als iets goed is, waarom het anders doen? Ik heb al jarenlang dezelfde auto, ga naar dezelfde plek in Frankrijk op reis en koop elke woensdag de Knack in dezelfde krantenwinkel.”
“Mijn vrouw kookt ’s avonds, dus ik eet ’s middags iets lichts en fijns: gebakken hersentjes, kalfskop of lamstong. En af en toe een crêpe suzette, die wordt hier nog volgens de regels van de kunst gemaakt. Ik zit de hele dag alleen in mijn winkel, hier komen lunchen breekt mijn dag. Met Philip praat ik nooit over zaken. Ik heb nog nooit over mijn optiekwinkel verteld en hij nooit over zijn advocatenkantoor. We zitten elkaar wat te plagen en lezen ondertussen de krant.”
“Het vaste cliënteel bestaat voornamelijk uit oude mensen. Philip is meestal de jongste hier. Hij doet de gemiddelde leeftijd drastisch dalen (lacht). In al de jaren dat we hier komen, hebben we ook al veel vaste klanten ziek weten worden of sterven. Een vreemde gewaarwording.”
“Vroeger was het ’s middags rustig en zat Gène vaak mee aan een van onze tafels om een glas wijn of een pintje te drinken. Maar nu is het zo druk dat je zelfs moet reserveren om ’s middags te komen eten. Wij natuurlijk niet, onze tafels houden ze altijd vrij.”
Philip Lepère is advocaat. Hij eet elke middag in Brasserie Ciro’s in Antwerpen.
“Op 26 januari 2010 ben ik hier voor het eerst komen eten. Ik weet niet hoe het komt dat ik mij die datum zo exact herinner, ik onthoud wel vaker nutteloze feiten (lacht). Restaurant Ciro’s was een instituut in Antwerpen sinds de jaren zestig, maar na een wisseling van eigenaars ging de zaak failliet. De huidige eigenaar, Gène, heeft Ciro’s in zijn oorspronkelijke glorie hersteld. Ik denk dat ik de eerste klant was die hier binnenstapte, de eerste lunchservice dat hij open was. Ik had gehoord dat er een nieuwe eigenaar was en het was dicht bij mijn kantoor. Het eten smaakte en intussen kom ik hier al zeven jaar elke middag.”
“Ludo en ik raakten al vrij snel aan de praat. Hij is even oud als mijn ouders, maar ondanks het leeftijdsverschil klikte het direct. Al zeven jaar zitten we elke dag naast elkaar te eten: hij zit aan tafel 18 en ik aan tafel 19. Achterin, bij de toog waar Gène de bonnen maakt. Af en toe zien we elkaar ook eens buiten deze setting. Op de sluitingsdag van Ciro’s gaan we samen eten met onze echtgenotes.”
“Er zijn vier à vijf gerechten waar ik tussen afwissel. Ik blader elke dag door de kaart, ook al ken ik die vanbuiten. Ik lees tot mijn oog op iets valt waar ik zin in heb. Het vaakst bestel ik de zesrib of paling in ’t groen. Soms vraag ik om een extra grote steak af te snijden en dan deel ik die met Ludo. Hij eet ’s middags minder dan ik, dus een hele steak is te groot voor hem. Bij die gelegenheden zitten we per uitzondering aan dezelfde tafel.”
“Ik zie de hele dag advocaten, hier praat ik met andere mensen. Daarom sta ik erop om alleen te gaan eten. Heel af en toe mag er een collega mee op vrijdagmiddag, maar dan is het de afspraak dat we niet over zaken praten. Een tijdje geleden is ons kantoor verhuisd. Ik heb niet doelbewust gelobbyd voor een locatie hier in de buurt, maar ik was toch heel opgelucht dat we nog steeds zo dicht bij mijn kantine zitten.”
Leen Ketelslegers is stewardess op ouderschapsrust. Ze eet elke week met haar gezin in Bar Stan in Leuven.
“We wonen om de hoek van Bar Stan en komen hier dagelijks voorbij als we naar de school van mijn zoontje Mateo wandelen. Ik en mijn man springen meermaals per week ’s ochtends even binnen. Hij bestelt een koffie, ik een koffie met een croissantje erbij. Die gestolen momenten zijn korte rustpunten in de week. De bar ligt in een woonwijk en profileerde zich vanaf de start als een buurtcafé, een welkome afwisseling in een stad vol studentencafés. Voor ons is de bar het verlengde van onze living.”
“Mijn zoontje gaat pas naar school. Als het thuis of op het werk te druk is geweest komen we ’s avonds hier eten, zeker één keer, maar ook vaak twee keer per week. Even ontsnappen aan de dagelijkse hectiek. Mijn man en zoontje bestellen altijd gehaktballetjes. Die staan vast op het menu, steeds met een andere saus. Ik neem de vegetarische lasagne, tenzij er een salade met asperges is. De keuken hier is vergelijkbaar met wat we thuis zouden klaarmaken. Ik vind het belangrijk dat ze voor seizoensgebonden en lokale producten kiezen.”
“Het personeel is heel joviaal. Als Mateo binnenkomt, zetten ze meteen een appelsap voor hem klaar en voor mijn man een pintje. Door zulke dingen voelt het hier erg vertrouwd. Ook als Mateo even druk doet, maakt niemand daar een probleem van. Dan ga ik met hem buiten op het bankje zitten om even af te koelen. En er is een hoekje met speelgoed; hij grijpt altijd meteen naar de doos met blokken. Iedereen kent ons hier bij naam. Dat bewijst, denk ik, dat we echte stamgasten zijn.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier