Belgische ngo’s: ‘Overheid doet te weinig om fair trade te bevorderen’

© REUTERS

Ons land heeft de ambitie om fair trade meer te promoten, maar de verschillende Belgische overheden hebben nagenoeg nog niets ondernomen om eerlijke handel en respect voor mensenrechten afdwingbaar te maken. Dat blijkt uit een rondvraag bij enkele ngo’s en onderzoek van het Leuvense HIVA.

Elke tweede zaterdag van mei is World Fair Trade Day. Dit jaar focuste Oxfam-Wereldwinkels op het lot van cacaoboeren. Volgens recent onderzoek leven die ondanks alle initiatieven nog steeds in extreme armoede, terwijl kinderarbeid en ontbossing volledig uit de hand lopen.

Volgens Oxfam-Wereldwinkels komt zestig procent van de wereldwijd geteelde cacao in de Europese Unie terecht. Chocoladeland België neemt maar liefst tien procent van die invoer voor haar rekening. Oxfam-Wereldwinkels hekelt dan ook het feit dat onze overheid volledig afwezig is in de dialoog over eerlijke cacaohandel in internationale organisaties en platformen.

Land van de Fair Trade

Dat wil niet zeggen dat ons land helemaal niets onderneemt inzake fair trade. Op 31 mei 2017 stemde het Federale Parlement een resolutie ’ter promotie van fair trade’. De resolutie dient bovendien voor de ondersteuning van de campagne van de volledige Belgische fairtradesector: ‘Maak van België het Land van de Fair Trade tegen 2020‘. Die houdt onder andere in dat alle grote supermarktketens tegen 2020 fair trade aanbieden (wat overigens vandaag al het geval is), de Belg gemiddeld minstens 15 euro per jaar besteedt aan eerlijke producten en dat 95 procent van de Belgen al van fair trade gehoord heeft.

Ons land doet het een pak slechter dan de buurlanden wanneer het om wetgevende initiatieven omtrent eerlijke handel gaat

Maar na rondvraag bij betrokken organisaties blijkt dat dit bitter weinig verandert aan de huidige stand van zaken in de fairtradesector.

‘Dit is de allereerste steunbetuiging uit politieke hoek’, zegt Evi Coremans, campagneleider en woordvoerster van Trade for Development Center, de handelsafdeling van Enabel, het Belgisch Ontwikkelingsagentschap. Coremans geeft aan dat de steunbetuiging een hart onder de riem is voor ngo’s die zich over fair trade bekommeren, maar geeft tegelijk ook toe dat er geen extra fondsen of andere inspanningen van overheidswege mee gepaard gaan. ‘Het is vooral een symbolische daad’, zegt ze.

Hardere maatregelen

Ons land doet bovendien een pak slechter dan de buurlanden wanneer het om wetgevende initiatieven omtrent eerlijke handel gaat. Het Leuvense Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving HIVA publiceerde twee weken geleden nog een studie waarin nagegaan wordt welke inspanningen verschillende Europese landen leveren om bevoorradingsketens duurzamer en eerlijker te maken.

Het rapport toont aan dat – op België na – in alle bestudeerde landen ‘hardere regelgevende maatregelen’ in de lift zitten. Op Europees vlak is het ‘Conflict Minerals Directive’ het bekendst. Deze richtlijn uit 2015 verplicht invoerders van mineralen tot een onderzoek naar de praktijken van aanbieders.

Eerlijke bevoorradingsketens

In Frankrijk werd vorig jaar een wet goedgekeurd die de grootste bedrijven verplicht tot gelijkaardig onderzoek inzake mensenrechten en milieu. De Duitse versie van deze wet gaat in 2020 in voege. In Nederland komt er binnenkort een wet die bedrijven verplicht na te gaan of er in hun toeleveringsketens sprake is van kinderarbeid. In Groot-Brittannië moeten bedrijven sinds 2015 onder de ‘Modern Slavery Act’ aantonen dat ze actie ondernemen om hun toeleveringsketens vrij van slavernij en mensenhandel te maken.

‘Het onderwerp industrie en mensenrechten krijgt binnen België relatief weinig aandacht in het publieke debat’

Opvallend: België komt niet voor in de lijst. Integendeel, het rapport maakt brandhout van bestaande initiatieven in ons land. De onderzoekers van het HIVA stellen onder meer dat ons Nationale Actieplan ‘Ondernemingen en Mensenrechten’ uit 2017 niet uitvoerbaar is wegens het ontbreken van doelen en hoe die te bereiken. De nadruk ligt nog steeds op vrijwillige initiatieven, er wordt geen nieuwe wetgeving overwogen. Er is bovendien niet voorzien in een budget voor coördinatie of voor enige vorm van monitoring van het plan.

In sectoren van het Belgisch bedrijfsleven waar wel al actie ondernomen is om bevoorradingsketens eerlijker te maken – de petrochemie, de diamantsector en in mindere mate de voedsel- en retailindustrie – worden schendingen van arbeidsrechten bij toeleveranciers nog steeds ongemoeid gelaten.

Het rapport geeft ook aan dat in tegenstelling tot Nederland, Frankrijk en Duitsland ‘het onderwerp industrie en mensenrechten relatief weinig aandacht krijgt in het publieke debat’ en dat de ramp in het Bengalese Rana Plaza bij ons niet heeft geleid tot een politieke agenda voor hervormingen.

Hand in eigen boezem

‘We zijn op een punt gekomen dat een focus op vrijwillige initiatieven zoals labels en duurzaamheidsprogramma’s niet langer volstaan’, zegt Thomas Mels, beleidshoofd van Oxfam-Wereldwinkels. ‘De nood aan afdwingbare regelgeving is dus groter dan ooit. En daar kan en moet België meer dan een tandje bijsteken. Wat we in ons land op dit vlak presteren is teleurstellend, terwijl er in de buurlanden wel wat beweegt.’

Thomas Mels voegt hier aan toe dat de Belgische ngo-sector in het licht van bovenstaande resultaten ook even de hand in eigen boezem moet steken. ‘Als het door een bundeling van krachten uit het middenveld haalbaar is om in onze buurlanden dergelijke wetgeving tot stand te brengen, waarom lukt het in België dan niet? Deze World Fair Trade Day is een wake-up call aan consumenten, politici en bedrijven: eerlijke handel is nog lang niet de regel en actie is nodig.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content