Belgen eten iets minder vis, maar verorberen wel meer week- en schaaldieren. Dat blijkt uit onderzoek.
De totale consumptie van vis, week- en schaaldieren bleef vorig jaar in volume ongeveer hetzelfde, maar bracht wel minder op. Net geen twee derde van de visconsumptie gebeurt thuis. Dat blijkt uit onderzoek dat Gfk Belgium uitvoert voor het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM).
In 2015 kocht de Belg gemiddeld 8,3 kilogram vis, week- en schaaldieren. Ruim de helft daarvan wordt als vers gekocht, het overige deel diepgevroren of verwerkt. Hoewel dat aantal ten opzichte van 2014 vrijwel stabiel bleef, gaf de Belg vorig jaar gemiddeld 95 euro uit aan vis, week- en schaaldieren. Dat is een daling van 4,3 procent. Vooral verse schaal- en weekdieren gingen vorig jaar vlot over de toonbank.
Verse mosselen waren fors goedkoper (-14 procent) en konden zowel aan kopers (+1,5 procent) als volume (+8 procent) winnen. Ook gepelde grijze garnalen tekenden een stijging op in het verkochte volume met 9 procent. Verse vis was vorig jaar dan weer lichtjes duurder en de aankopen daalden in volume met 6 procent.
De populairste vissoorten blijven kabeljauw en zalm; samen zijn ze goed voor 49 procent van de verkoop van verse vis. Ook bij het segment van de diepgevroren vis, schaal-, en weekdieren werd een daling van 12 procent opgetekend.
Binnen de korf van vlees, vis en gevogelte blijft het volumeaandeel van vis, week- en schaaldieren stabiel op net geen 15 procent. Met 56,6 procent is het grootste aandeel nog steeds weggelegd voor vlees.
