Afvalvrije voedselbus bestrijdt honger in Zuid-Afrika

© Facebook ForReal_Jhb

Als gevolg van de coronacrisis neemt in Johannesburg de voedselonzekerheid toe. Daarom brengen jonge activisten nu betaalbare boodschappen rond in arme gemeenschappen in de grootste stad van Zuid-Afrika.

Toen Sidney Beukes zijn busrijbewijs haalde, had hij niet gedacht dat hij achter het stuur zou gaan zitten van een veertig jaar oude schoolbus die omgebouwd is tot mobiele supermarkt. De glanzend witte, maar logge bus is niet bepaald gemakkelijk om mee te rijden: hij komt moeilijk vooruit en heeft geen stuurbekrachtiging. Maar telkens wanneer een klant aan boord klimt om boodschappen te kopen die hij of zij in de gewone winkels niet kan betalen, wordt Beukes eraan herinnerd waarom hij inmiddels niets anders meer zou willen. ‘We zijn er voor de mensen’, vertelt de 24-jarige Beukes vanuit Bertrams, een armere buitenwijk van de Zuid-Afrikaanse stad. ‘Als ze zonder eten zitten, als ze een zware maand hebben gehad … Het doet mij plezier om ze blij te zien.’

Recordwerkloosheid

De Skhaftin-bus – skhaftin betekent in lokale slang ‘lunchdoos’ – zag het licht aan het begin van de coronapandemie. Activist Ilka Stein plaatste toen een oproep via sociale media: ze zocht sociale ondernemers die met haar wilden brainstormen over ideeën om de gemeenschap te helpen. De strikte lockdown van vorig jaar, die in maart begon, had verwoestende gevolgen voor miljoenen Zuid-Afrikanen.

In april 2020 waren al drie miljoen mensen hun baan kwijtgeraakt. In het vierde kwartaal van vorig jaar lieten overheidscijfers een recordwerkloosheid zien van 32,5 procent, wat betekent dat 7,2 miljoen mensen zonder werk zaten. Een op de vijf kampte met honger, zo blijkt uit een onderzoek van universiteiten. ‘Ik wist dat ik naar duurzame oplossingen voor voedsel wilde kijken’, aldus Stein. Dat vertelt ze vanuit haar kantoor in Victoria Yards, een voormalige wasserette in de binnenstad van Johannesburg, waar nu ateliers, gemeenschappelijke moestuinen en een kliniek in zijn gevestigd.

Eigen verpakkingen

De stoelen van de bus werden weggehaald om plaats te maken voor kasten en planken. Die zijn nodig om de verse groenten, bonen, kruiden en granen in op te stapelen. In januari dit jaar, negentig dagen nadat Stein de oude bus gekocht had, deed hij voor het eerst dienst als mobiele kruidenierswinkel. ‘Er zijn momenten waarop ik naar de oude schoolbus kijk, uit een opwelling ontstaan, en denk: hoe hebben we dit in hemelsnaam voor elkaar gekregen?’

Drie dagen per week stopt de bus in verschillende stadswijken van Johannesburg. Daar vertelt het team aan klanten wat het project wil bereiken en moedigt het ze aan om eigen verpakkingen mee te nemen, om zo het plastic afval te verminderen. De twaalf mensen die in juni vorig jaar op Steins oproepje op sociale media reageerden, sloten zich aan bij haar brainstormsessie die uiteindelijk negen maanden zou duren. ‘Het voelde alsof we deel uitmaakten van verandering in onze gemeenschap’, zegt de 34-jarige Sanele Msibi, die reageerde op de oproep van Stein nadat ze door de lockdown haar baan in een crèche was verloren. Msibi werd uiteindelijk buscoördinator bij het project.

Eerst honger aanpakken

Honger is een urgent probleem in de binnenstad. Veel families bestaan uit werkloze arbeidsmigranten of vluchtelingen, die dicht op elkaar in kleine kamers zitten.

Een andere uitdaging is de vervuiling. Bewoners klagen over onvoldoende vuilnisinzameling, wat geregeld leidt tot hopen afval op straat en in de parken. In de rijkere buitenwijken in het noorden van Johannesburg zijn winkels zoals The Unwrapped Co. ontstaan, pioniers op het vlak van verpakkings- en afvalvrij winkelen. De winkeliers moedigen hun klanten aan glazen potten en verpakkingen te hergebruiken bij hun aankopen van voedsel in bulk. Stein nam haar brainstormteam tijdens de lockdown mee naar die winkel. En terwijl ze het concept bespraken, vroegen ze zich af waarom dit niet ook op plekken met lage inkomens bestond. Ze stelden vast dat betaalbaar, gezond voedsel naar de mensen krijgen de eerste prioriteit was. Het gesprek over verminderen van afval komt daarna.

Sommige mensen aarzelen nog om de bus in te stappen, omdat ze denken dat het er ’te mooi uitzien voor hen. Dat breekt mijn hart.

Ilka Stein

‘Mensen komen vaak de bus in om te vragen wie dit bedacht heeft’, vertelt Msibi, nadat hij zojuist een klant het aangeboden voedsel heeft laten zien. ‘Het was een idee dat de gemeenschap echt nodig had.’

Voor iedereen toegankelijk

Desiree Ngcukana is een van de klanten. Zij vertelt dat ze de Skhaftinbus elke week bezoekt, omdat het er ‘fris, schoon en betaalbaar’ is. De verkoper van tweedehands kleding zegt dat het initiatief haar heeft geholpen geld te besparen omdat ze niet naar het winkelcentrum hoeft te reizen om boodschappen in te slaan. ‘Met 50 rand (zo’n 3 euro) kom je hier veel verder dan in de reguliere winkel. Ik ga niet meer met honger naar bed’, zegt ze. Msibi’s zus Thuli stapt de bus in om wat ontbijtgranen te kopen. ‘Ik vind hier alles wat ik nodig heb. Ik bespaar tot 500 rand (ongeveer 30 euro) per maand aan boodschappen.’

‘Toch aarzelen sommige mensen nog om de bus in te stappen, omdat ze denken dat het er ’te mooi uitzien voor hen’, vertelt Stein. ‘Dat breekt mijn hart.’ Stein hoopt dat de gemeenschap na verloop van tijd beseft dat de bus voor iedereen toegankelijk is, ook al hebben ze maar een paar rand op zak.

Voorlopig financiert Stein de Skhaftinbus via haar eigen adviesbureau, maar ze hoopt dat het project binnenkort zichzelf kan bedruipen. De stad juicht haar inspanningen toe, zo laat Nthatisi Modingoane, woordvoerder van de gemeente, per e-mail weten. ‘De stad Johannesburg verwelkomt en ondersteunt elk initiatief dat bedoeld is om voedselonzekerheid te verlichten en te verzachten.’ Stein hoopt dat anderen haar idee zullen kopiëren en naar scholen, townships en dorpen zullen brengen. ‘Een imperium opbouwen? Nee, dat hoef ik niet. Ik wil dat anderen dit concept overnemen op plekken waar het ook nodig is’, concludeert ze.

Dit stuk is oorspronkelijk verschenen bij IPS-partner Thomson Reuters Foundation.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content