Achter het fornuis met kookouders op kamp: ‘Ook wij vallen nadien in een zwart gat’

Jorik Leemans
Jorik Leemans Journalist

De hele zomer lang koken tientallen ouders en sympathisanten op de zomerkampen van onze jeugdbewegingen. Wij trokken onze keukenschort aan bij een zomerkamp voor 280 Chiromeisjes. ‘We eten de hele dag door. Ik moet echt op dieet na het kamp.’

‘Uiteraard moeten we soms dingen maken die we zelf niet lusten. Dat hoort erbij. Als er bijvoorbeeld gekookte aardappelen op het menu staan, probeer ik dat gewoon aan mij voorbij te laten gaan.’

De Kempische Veronique pinkt een traantje weg. Niet dat mijn vragen haar emotioneel ontregeld hebben of aardappelen bij haar steeds een gevoelige snaar raken, maar de vrouw is ondertussen vlijtig bezig met het snijden van tien kilogram ajuin. Samen met negen andere kookouders, vijf koppels in totaal, verzorgt Veronique immers tien dagen lang het eten op het kamp van de Chiromeisjes van Retie in Houthalen-Helchteren. Elk koppel heeft minstens een dochter die mee op kamp is. ‘Maar we proberen onzichtbaar voor hen te blijven.’ In hun grote tent aan de rand van het terrein beginnen de eerste voorbereidingen voor de middagmaaltijd.

Achter het fornuis met kookouders op kamp: 'Ook wij vallen nadien in een zwart gat'
© Jorik Leemans

Op het menu: spaghetti bolognese, of liever ‘kampspaghetti’. ‘We maken een speciale variant volgens het traditionele recept binnen de Chiro’, vertelt kookouder Bie. ‘Dat betekent dat we de saus maken zonder extra groentjes, dus enkel met tomaat, ajuin, gehakt en… melk. Dat is altijd een voltreffer.’

280 hongerige kindermagen

Concreet houdt dat in: 25 kilogram pasta, 25 kilogram gehakt, 14 blikken tomatenblokjes en 8 kilogram kaas. Goed voor zo’n 280 hongerige kindermagen. ‘De eerste keer koken voor zo’n grote groep, was toch wel even aanpassen’, lacht Bie. ‘Maar mijn man Koen en ik gaan ondertussen al voor de vijfde keer mee koken, dus dan zit dat wel in je vingers.’

‘We blijven wel heel erg bezig met hoeveelheden’, gaat de Kempische verder. ‘We willen niet te veel overschot hebben, maar ook niet te weinig eten. Als er een kletste overschiet, zijn we tevreden. Of we ooit te weinig hadden? We hebben inderdaad een jaar ons eigen vlees moeten meegeven.’

Na het kamp pas ik de recepten aan, zodat we het volgende jaar weten wat we te veel of te weinig hadden.

Bie

Hun oplossing om de ideale hoeveelheden te garanderen: de Bijbel. Althans, zo noemt de kookploeg het boek waarin ze nauwgezet bijhouden wat er nodig is voor de gerechten, wat er vorig jaar te weinig was en dit jaar te veel. ‘Na het kamp pas ik de recepten aan, zodat we het volgende jaar up-to-date zijn’, legt Bie uit. ‘Als de saus het ene jaar te dik is, weten we dat we het jaar erop anders moeten aanpakken. We kunnen daardoor altijd afgaan op de juiste of foute inschattingen van het voorgaande kamp.’

Dit jaar voorzagen de kookouders voor het eerst een vegetarisch alternatief voor zeven Chiromeisjes die geen vlees eten. ‘We werken veel met kaas en voorzien bijvoorbeeld falafel als er gehaktballen op het menu staan.’ Vandaag betekent dat spaghetti met tomatensaus en stukjes wortel in plaats van gehakt. Bie pakt een pen, opent de Bijbel en schrijft zorgvuldig iets bij het recept. ‘Veggie: volgend jaar eventueel met courgette, paprika, champignons.’

Achter het fornuis met kookouders op kamp: 'Ook wij vallen nadien in een zwart gat'
© Jorik Leemans

Op dieet

De ajuin is gesneden en de ploeg begint met het bakken van de talrijke blokken gehakt. ‘Da’s plizant hè, jom, in zo’n grote pan roeren’, lacht kookouder Bart. Samen met collega-kok Nico ontfermt hij zich over de grootste pannen die ik ooit zag. Ondertussen past ook Barts vrouw Ellen iets in de Bijbel aan. Ik vraag wat de kookouders het zwaarst vinden aan hun rol op kamp. ‘Eigenlijk is dat het zwarte gat nadien’, lacht Ellen. ‘Ik heb het emotioneel altijd heel zwaar na het kamp.’

‘Voor mij is dat toch het fysieke’, antwoordt Bie. Collega-kok Anne pikt in: ‘Inderdaad. Ik voel dat na het kamp altijd in mijn rug.’ ‘Ik voel dat nu al in mijn rug’, lacht Veronique. ‘En we zijn nog maar halverwege!’

Ik heb het emotioneel altijd heel zwaar na een kamp.

Ellen

De voordelen? De hele dag door eten, klinkt het. ‘Maar daardoor moet ik ook echt wel op régime na het kamp’, grinnikt Veronique. ‘Zet het maar in uw artikel, dan kan ik er niet onderuit!’ (giert het uit)

Grootkeuken

Ook al zijn de Kempenaars het in hun dagelijkse leven niet gewoon om dergelijke hoeveelheden te koken, lukt het hen elke dag opnieuw om hun tijdelijke grootkeuken optimaal te runnen. ‘We hebben heel veel geleerd van een koppel dat vroeger mee ging koken’, wenst Bie te benadrukken. ‘Zij koken steeds op festivals en waren dus een grote meerwaarde om onze recepten op punt te stellen. Daarnaast hebben ze er ook voor gezorgd dat we de juiste materialen hebben gekocht om te koken. Dit jaar hadden ze bijvoorbeeld ook pasta over van Dour, die zijn ze komen brengen.’

Het is echt essentieel om je hoofd er goed bij te houden. Door de drukte is dat niet altijd evident.

Bie

Ze wijst naar de grote pannen waarin 35 kilogram aan ajuin en gehakt ondertussen rustig ligt te sissen. Een beetje verder giet Anne de blikken tomaat in grote kookpotten voor de saus. Haar echtgenoot Bart (ja, er zijn er twee) doet samen met Rudi al een deel van de afwas. Ze puffen van de hitte terwijl ze de grote pannen schrobben.

Rudi en zijn vrouw Kristel gaan ondertussen al negen jaar mee met de chiromeisjes van Retie. Naast de rol van kok, verzorgt de vrouw ook elk jaar de zieke en verwonde leden. ‘Maar het zijn flinke kinderen, en flinker eters ook’, vertrouwt de vrouw ons toe.

Achter het fornuis met kookouders op kamp: 'Ook wij vallen nadien in een zwart gat'
© Jorik Leemans

Bie springt haar bij: ‘Als ze eten komen bijvragen, is dat het beste teken. Ze komen het ons ook altijd persoonlijk zeggen als ze het lekker vonden.’ Het menu is al jarenlang min of meer hetzelfde, lacht ze. ‘Maar dat komt door de leiding: zij stellen het menu samen en kiezen altijd dezelfde gerechten. Soms vragen ze weleens om een specifiek gerecht waar ze zin in hebben, en dan voegen we dat toe aan het menu.’

Nostalgie

‘Oh nee, zit er al melk bij de saus?’ Consternatie aan de andere kant van de tent. Er moest tomatensaus opzij gehouden worden voor een lactose-intolerant meisje. ‘Kristel had al een portie opzij gehouden’, stelt iemand de groep gerust. Enkele schouders gaan opgelucht naar beneden. Het is duidelijk dat deze groep echt het onderste uit de kan wil halen voor àlle kinderen op kamp. ‘Het is echt essentieel om je hoofd er goed bij te houden’, zegt Bie. ‘Door de drukte is dat niet altijd evident.’

Ook al moet een groot deel van de groep vakantie nemen voor het kamp – ‘Zelfs twee dagen onbetaald!’ – zouden ze het duidelijk voor geen geld ter wereld willen missen. ‘We hebben allemaal zelf ook in de jeugdbeweging gezeten, dus dit is gewoon nostalgie’, klinkt de algemene consensus.

De pasta, saus en geraspte kaas worden klaargezet op een lange tafel. Alles wordt voor een laatste keer gecheckt. Veggiesaus? Check. Lactosevrij? Check.

Vanuit de verte komt een grote troep hongerige, jonge leeuwen op de tent afgestormd. De spaghetti wordt gretig aangenomen en verdeeld onder de troepen. Over een voltreffer gesproken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content