7 recepten met een wel heel korte ingrediëntenlijst

Rijpe bananen en havermout, dat is alles wat je nodig hebt om een lekker koekje te maken. Uiteraard kan je allerlei lekkers zoals chocoladestukjes, noten of kaneel toevoegen, maar dit is alvast de basis! Prak twee oude bananen en roer er 90 g kort geblende havermout door. Schep van die mengeling een 16-tal hoopjes op een met bakpapier beklede bakplaat en bak gedurende 15 minuten op 175°C.

Geen tijd om een ‘echte’ pizzabodem te maken? Meng dan in een kom 130 g zelfrijzende bloem met 285 g Griekse yoghurt en vorm een bal. Leg de bal op een met bloem bestoven werkvlak en kneed nog vijf tot tien minuten. Rol het deeg nu uit tot een plat vlak, bestrijk met tomatensaus en beleg met wat je het lekkerst vindt op een pizza.

Prak een rijpe banaan en mix hem met twee eieren tot je een homogeen beslag krijgt. Verwarm een pannenkoekenpan en schep er kleine porties (denk aan de grootte van American pancakes) in. Na een minuut op medium hitte kan je de pannenkoekjes voorzichtig omdraaien. Laat ze dan nog een halve minuut verder bakken. Serveer met stukjes banaan. Eventueel kan je afwerken met een flinke snuif kaneel en wat siroop.

Voor dit ijs heb je niet alleen erg weinig ingrediënten nodig, ook het aantal keukenattributen blijft beperkt. Dit ijs, dat je je op een tropisch eiland doet wanen, wordt smeuïg, zelfs zonder ijsmachine. Klop 500 ml slagroom op totdat er pieken ontstaan. Meng er dan een blik (425 g) kokosroom (niet de melk – lees de verpakking goed) bij. Giet in een diepvriesbestendige doos en laat zes uur bevriezen.

Sprenkel een eetlepel kristalsuiker over een schoon werkvlak en leg er een vel (ontdooid) bladerdeeg op. Rol nog wat uit en besprenkel dan met twee eetlepels suiker. Rol vervolgens de ene kant op tot het midden van het vel deeg en doe dan hetzelfde met de andere kant, zodat je de typische vorm krijgt. Snijd in schijven van een centimeter dik en plaats ze met ruime afstand op een met bakpapier beklede bakplaat. Besprenkel met nog een eetlepel suiker en schuif vervolgens in een op 200°C voorverwarmde oven gedurende 20 tot 23 minuten. Laat vijf minuten afkoelen op de bakplaat en verplaats ze dan naar een rooster om verder af te koelen.

Bekleed een bakplaat met bakpapier en leg er op ruime afstand van elkaar hoopjes van een tot twee eetlepels geraspte Parmezaanse kaas op. Strooi er dan nog wat furikake (een Japanse mengeling met onderandere gedroogde groenten en zeewier) over en schuif de plaat in een op 200°C voorverwarmde oven. Laat vijf minuten bakken, of tot wanneer de ‘chips’ goudbruin zijn en maak dan voorzichtig los met een spatel. Houd ze wel in de gaten, want het verschil tussen lekker krokante en aangebakken Parmezaan is vaak slechts een kwestie van twee minuten.

Zelf ‘room’ijs maken moeilijk? Vergeet het en ontdek hoe romig bevroren, geblende banaan kan zijn. Vries daarvoor goed rijpe bananen (reken twee stuks per portie) in kleine stukjes in. Wanneer ze goed bevroren zijn, blend je ze tot een romige massa. Voeg dan pindakaas toe naar smaak en verorber meteen. Ook lekker met chocopasta!