Naar schone cosmetica: ecologisch imago is troef

© .

Cosmeticafabrikanten kunnen niet anders dan milieubescherming opnemen in hun businessmodel. Hun imago vaart er wel bij en dus becijferen ze nauwgezet de milieu-impact van al hun activiteiten.

Eau de toilette van Le Labo, de milieubewuste pionier uit de groep Estée Lauder.
Eau de toilette van Le Labo, de milieubewuste pionier uit de groep Estée Lauder.© GF / IAN TONG

Honderdvijftig ton. Zoveel plastic had Clarins kunnen uitsparen mochten de lipsticks van het merk vanaf het prille begin 1,5 gram lichter zijn geweest. Vandaag wegen de lipsticks inderdaad 1,5 gram minder. Maar destijds, zo erkent Christian Courtin-Clarins, was het voor een bedrijf niet zo urgent als vandaag om zijn ecologische voetafdruk te verkleinen. “Nochtans heeft onze onderneming altijd een nauwe band gehad met de natuur, waaraan we de overgrote meerderheid van onze ingrediënten danken”, merkt de voorzitter van het Franse familiebedrijf op. “Maar pas in het begin van de jaren tachtig dook het woord ‘biodiversiteit’ op. Zelfs hartstochtelijke plantenliefhebbers gaven er zich rekenschap van dat ze fouten hadden gemaakt, bijvoorbeeld door monocultuur in de hand te werken en door bepaalde pesticiden te gebruiken. Aangezien wij ons succes danken aan de natuur, zijn wij het ook aan onszelf verplicht om te ijveren voor duurzame ontwikkeling.” Een dergelijk discours mocht dertig jaar geleden dan al wereldvreemd hebben geklonken, vandaag is het nagenoeg de norm bij de voornaamste spelers uit de cosmeticasector. Sommige producenten schreven de bijbehorende verplichtingen al heel vroeg – soms al van bij de oprichting van het merk – in hun businessmodel in. Maar het merendeel van de luxemerken stapte pas zeer laat mee in het verhaal. Vandaag zetten ze allemaal in op een ‘zo schoon mogelijk’ imago.

“Momenteel woedt er een soort machtsstrijd: iedereen wil de meest ethische, de meest milieuvriendelijke zijn”, luidt de ironische commentaar van Katia Michieletto, directrice CRS (Corporate Social Responsibility) bij L’Occitane en Provence. “Sommige grote spelers roepen zichzelf vandaag uit tot de kampioenen van de bescherming van onze aarde. Een beetje ergerlijk, als je weet hoe kwistig ze decennialang hebben omgesprongen met de rijkdommen van onze planeet. Maar bon, het belangrijkste is uiteindelijk dat iedereen er nu werk van maakt. Want het is echt vijf voor twaalf.”

Hoe goedbedoeld ook, toch zijn er grenzen aan deze oefening. Dat bevestigt ook Alexandra Palt, directrice CSR bij L’Oréal. “Ons bedrijf blijft natuurlijk wel economisch succes als maatschappelijk doel hebben. Dat succes stelt ons in staat om wereldwijd de facto werk te geven aan tachtigduizend mensen. Wij weigeren inkrimping als een oplossing te zien, omdat zoiets zou resulteren in massaal banenverlies. Wel moeten we absoluut leren om de zaken anders aan te pakken.” Daartoe heeft de groep zichzelf ambitieuze doelstellingen opgelegd. Zo koppelt ze liefst een kwart van de bonus van haar leidinggevenden aan het behalen van tastbare milieuresultaten. Tegen 2020 moet de ecologische voetafdruk van de hele productiefase 60% kleiner zijn en moeten de zes miljard producten die de groep elk jaar aflevert een beter milieu- of maatschappelijk profiel kunnen voorleggen. Hoe L’Oréal dat denkt te doen? Bijvoorbeeld door te werken met grondstoffen uit duurzame landbouw of uit de groene chemie of door te sleutelen aan de verpakking.

Momenteel woedt er een soort machtsstrijd: iedereen wil de meest ethische, de meest milieuvriendelijke zijn

DE CONSUMENT MEEKRIJGEN

“Wie groei zegt, zegt sowieso meer druk op de natuur”, geeft Katia Michieletto toe. “Het is niet onze bedoeling om die groei in te perken, wel om op een duurzame manier te groeien in een markt die niet zo duurzaam is. Aangezien wij niet van subsidies leven, moeten wij elke maand opnieuw onze consumenten mee zien te krijgen en moeten die dus almaar talrijker die waarden van duurzaamheid onderschrijven. Maar je moet realistisch blijven. Van jezelf zeggen dat je je best wel kunt vinden in het idee dat consumeren een sociaal bewuste handeling zou moeten zijn die bijdraagt tot een betere samenleving, da’s één ding. Daadwerkelijk bereid zijn om dat te doen, da’s iets heel anders. Net als elders gaapt er ook in de cosmeticasector nog een grote kloof tussen beide. Zeker in het topsegment van de luxesector. Ik wil graag geloven dat de benadering aan het veranderen zijn, maar afgemeten aan de prestatie-indicatoren van een onderneming gaat het hooguit om een rimpeling.”

De milieu-impact van een product verminderen kan enkel door over de hele lijn in te zetten op ecodesign. De meeste hefbomen van die aanpak blijven onzichtbaar voor de consument, die trouwens ook geen idee heeft van het effect ervan. Toen Guerlain de vierde generatie van zijn premiumcr̬me Orchid̩e Imp̩riale lanceerde, maakte het Franse bedrijf van de gelegenheid gebruik om die een totaal andere verpakking mee te geven, op het gevaar af de klanten raar te doen opkijken. Het potje is nu platter, het heeft de vorm van een kei en het is 60% lichter. En het etui Рdat bestaat uit gerecyclede of op zijn minst herbruikbare materialen Рneemt 40% minder volume in. Daardoor is de totale koolstofvoetafdruk van de packaging 58% kleiner.

L'Oréal zet in op groene chemie en verantwoorde verpakkingen.
L’Oréal zet in op groene chemie en verantwoorde verpakkingen. © GF

Een soortgelijk verhaal bij Dior: het merk maakte een flacon met 50 ml crème 30% kleiner, waardoor er voortaan in hetzelfde volume 50% méér dozen kunnen worden opgeslagen en vervoerd. Al merkt Edouard Mauvais-Jarvis, Environmental Director bij Christian Dior Parfums, op dat het denkwerk over de verpakking van het nieuwe gamma HydraLife nog veel verder ging: “De doppen zijn eenvoudiger: ze bestaan nu nagenoeg volledig uit één enkel materiaal en we hebben er alle metaal uit geweerd. Het glazen potje is drie keer minder zwaar dan tevoren en volledig recyclebaar. Het cellofaan hebben we vervangen door een veiligheidsetiket op de doos. En qua grootte sluit die doos perfect aan op de flacon, zodat opvulstukken van karton niet meer nodig zijn. Dat lijken futiele ingrepen, maar voor de industrie zijn ze veel moeilijker door te voeren dan je zou denken. De fysieke bijsluiter in het doosje werd vervangen door een streepjescode om in te scannen.” Dior heeft ook gekozen voor natuurlijker formules. De nieuwe formules bevatten gemiddeld 83% ingrediënten van natuurlijke oorsprong, een minimum aan petroleumderivaten en totaal geen parabenen meer. Deze producten mikken rechtstreeks op generatie Y, de generatie die zichzelf ecominded noemt, maar tegelijk vlotjes voorbijgaat aan het feit dat de hyperactiviteit op de sociale netwerken – waar ze zonder wroeging aan meedoet – een rampzalige impact heeft op het milieu. “Zodra we ons over milieukwesties buigen, duiken er vragen op”, aldus nog Edouard Mauvais-Jarvis. “Met de digitalisering van de communicatie en de daaruit voortvloeiende kosten van gegevensopslag wordt nog geen rekening gehouden. Hoe becijfer je de milieu-impact van een digitale video die door miljoenen mensen wordt bekeken en doorgestuurd? Nochtans hebben we het hier over een aanzienlijke bron van vervuiling.”

Economisch succes blijft natuurlijk ons doel, maar we moeten het anders aanpakken

CO2-UITSTOOT NAAR NUL

In de parfumwereld heeft het idee om navulbare flacons aan te bieden – Thierry Mugler, een merk van de Clarins-groep, speelde op dat vlak echt een voortrekkersrol (zie kader, rechterkolom) – concreet gestalte gekregen bij onder meer Hermès en Cartier. Want het is wel degelijk de chique luxesector, waar geld en grondstoffen lange tijd over de balk werden gegooid, die het roer vandaag het sterkst lijkt om te gooien. “Deze sector heeft de middelen om te investeren in duurzaamheid en de klanten zouden niet begrijpen dat het niet gebeurt”, stipt Edouard Mauvais-Jarvis nog aan. “Onze consumenten zijn almaar beter van deze materie op de hoogte en vinden het onderhand essentieel dat wij begaan zijn met het milieu”, beklemtoont Nancy Mathon, Senior Vice President bij Estée Lauder en daar belast met duurzame ontwikkeling. “Enkele van de merken die wij in portefeuille hebben – ik denk aan Aveda of Le Labo – staan al heel ver op het vlak van bijvoorbeeld verpakkingen uit gerecyclede materialen of navulbare flacons. Dat stelt ons in staat om ons voordeel te doen met hun expertise en het legt de lat ook erg hoog. Op groepsniveau hebben wij onszelf een heel ambitieuze doelstelling opgelegd: tegen 2020 willen wij onze CO2-uitstoot tot nul reduceren. Hoe? Door zoveel mogelijk schone energie te gebruiken en door koolstofkredieten te kopen voor wat echt niet verder omlaag kan. Wij zijn ervan overtuigd dat de productie van broeikasgassen bijdraagt tot de klimaatopwarming en willen vermijden dat wij daaraan meewerken. Geen enkele politieke agenda, waar ook ter wereld, zal ons van mening doen veranderen.”

150 ton plastic had Clarins kunnen uitsparen mochten zijn lipsticks vanaf het prille begin 1,5 gram lichter zijn geweest.
150 ton plastic had Clarins kunnen uitsparen mochten zijn lipsticks vanaf het prille begin 1,5 gram lichter zijn geweest. © GF / POL BARIL

Ook financieel kunnen ondernemingen op middellange of lange termijn baat hebben bij de ethisch geïnspireerde jacht op verspilling die medewerkers ertoe aanzet om zich elk op hun eigen niveau in te zetten. “In zeven, acht jaar tijd hebben wij de hoeveelheid water die wij gebruiken in onze productie drastisch teruggedrongen. En al het water dat onze bedrijf verlaat, is schoon omdat we een eigen zuiveringsstation hebben geïnstalleerd”, licht Edouard Mauvais-Jarvis toe. “Idem dito voor elektriciteit : door te kiezen voor ledlampen valt onze factuur nu 30% lager uit. Iets wat te vaak wordt vergeten, is dat 70% van onze ecologische voetafdruk toe te schrijven is aan onze verkooppunten. Ook daar hebben we het stroomverbruik en de verwarming geoptimaliseerd. Zelfs de keuze van het meubilair en van de bouwmaterialen voor onze stands hebben we tegen het licht gehouden: alles moet nu demonteerbaar en herbruikbaar zijn.”

MAKE-UP BLIJFT ZORGENKIND

In Libramont toont de L’Oréal-groep dat je zeer ver kunt gaan op een industriële productiesite. De fabriek, die kleurspoelingkits maakt voor de grootdistributie, is 100% koolstofneutraal: ze stoot dus geen CO2 uit. Tegelijk gebruikt ze enkel groene energie die ter plaatse wordt opgewekt met biomassa uit de lokale landbouw en met afval van de levensmiddelenindustrie (zie kader, rechterkolom). De Franse beautygigant heeft ook beloofd om in de toekomst minder plastickorrels te gebruiken – een van de stokpaardjes van de federale minister van leefmilieu en duurzame ontwikkeling, Marie-Christine Marghem. Die korrels zitten onder meer in scrubs en in sommige make-upproducten.

20 jaar geleden al lanceerde 'Mugler Source' de hervulbare parfumflacon.
20 jaar geleden al lanceerde ‘Mugler Source’ de hervulbare parfumflacon. © GF / CHRISTOPHE LEFAUCHEUR

“Van onze drie pijlers vertoont de make-up de slechtste verhouding ‘product versus omvang en gewicht van de verpakking’, dat staat vast”, erkent Edouard Mauvais-Jarvis. “Vanuit ecologisch oogpunt is er geen betere verpakking dan een fles voor mineraalwater: een hele liter inhoud en slechts enkele gram plastic voor de verpakking. Een lipstick heeft een welbepaalde vorm die je nu eenmaal moet bewaren omdat die functioneel is. Hetzelfde geldt voor mascara. Wat niet wegneemt dat we nadenken over manieren om die producten in de toekomst navulbaar te maken of om de zaken zelfs volledig om te gooien.”

Bij Estée Lauder broeden ze dan weer op circuits om onder meer afgedankte make-upproducten in te zamelen, zoals dat nu al gebeurt bij M.A.C, waar klanten een gratis lipstick krijgen als ze zes lege verpakkingen terug naar de winkel brengen. Alexandra Palt vindt het de hoogste tijd om aandacht te besteden aan wat er met beauty-producten gebeurt als hun levenscyclus ten einde is. “Vaak besef je pas echt hoe duurzaam een product is – of niet is – wanneer je het weggooit. Wat op dat moment overblijft, is vaak te ingewikkeld om te recyclen. Je weet niet echt wat je ermee aan moet, in welke vuilniszak het thuishoort. We moeten dus absoluut werk maken van duidelijke etiketten en vooral van homogene internationale criteria. En we moeten gerecyclede materialen aantrekkelijker maken. Als ik vandaag iemand hoor zeggen dat het nog niet mogelijk is om gerecycled plastic te maken in mooie, felle kleuren, steiger ik. Het is ons gelukt om mensen naar de maan te sturen en dit zouden we niet kunnen?” Ruimer bekeken zouden zelfs de verliezen en winsten van bedrijven anders moeten worden berekend. “Al dat extra afval in de vuilnisbakken vormt een kost voor de maatschappij”, besluit ze. “Eigenlijk is het niet eerlijk dat de boekhouding van een bedrijf daar geen rekening mee houdt.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content