“Aan A ziede da nie”: de neutrale homo is terug

Of ik wil reageren op de uitspraak van Bart De Wever dat Antwerpse loketbeambten geen regenboog-T-shirt mogen dragen? Nee, eigenlijk wil ik dat niet. Aan dit stuk ging dan ook enige aarzeling en getouwtrek vooraf. Niet dat de Lokettenkwestie II me niet beroert – verre van – maar een journalist is geen pleitbezorger, en opiniestukjes zijn er al genoeg. De Wever kreeg ondertussen zowat iedereen over zich heen – wellicht tot zijn eigen genoegen.


Journalisten zijn ook maar mensen, een onbevangen, “neutrale” mening over het nummertje van De Wever mag u van mij dus niet verwachten. Laat staan dat ik de spreekbuis van een gemeenschap zou willen of kunnen zijn. Over nogal wat thema’s nemen holebi’s uiteenlopende standpunten in, inclusief de adoptiewetgeving, de weigering van het Rode Kruis om bloeddonaties van homo’s te aanvaarden of de emancipatie van transgenders. Net zoals niet alle holebi’s het telkens eens zijn met de visie van koepelorganisatie Ƈavaria.

Dat neemt niet weg dat ikzelf en andere medewerkers van Knack Weekend uiteraard ook over holebi’s schrijven – al trekken we ze dan geen malle t-shirts aan en strekt het opzet van de reportage vaak breder dan de holebigemeenschap. Zo kreeg ik thema’s als hun vermeende koopkracht, buddybegeleiding en ouder worden met hiv op mijn bord. Niet om op de bres te staan of vanuit een verborgen agenda, maar omdat dergelijke thema’s nu eenmaal leven in onze maatschappij. Dat ze me tegelijk boeien spreekt voor zich – het tegendeel zou een handicap zijn.

Ik geef toe, die stukken schrijf ik soms met enige schroom. Diverse collega’s in de media – hetero’s en holebi’s – waarschuwden me in de loop der jaren voor die onderwerpskeuze. “Je moet je niet zo profileren”, klonk het dan. Voor je het weet ben je de roze ridder van dienst of associĆ«ren lezers je alleen daar nog mee. Anderen wijzen je op je carriĆØremogelijkheden, want wie haalt nu een “relnicht” in huis?

Dat laatste is de jongste jaren echter een rekbaar begrip geworden. “Er is minder tolerantie voor homo’s die niet normaal doen, die zich onmannelijk en seksueel gedragen en zich te zichtbaar uiten”, zei de Nederlandse docent homostudies Gert Hekma in 2011 al in De Morgen. Voorbeelden van die nieuwe intolerantie zijn er genoeg. Ze treft homo’s die op straat staan te zoenen (denk aan de zaak-Erwin Olaf in Amsterdam vorig jaar, verjaagd door de uitbater van een snackbar), mannen die hand in hand lopen (zoals Sven Pichal en Michiel Vanackere aantoonden in Volt), en nu dus ook loketbedienden die zich in de regenboogkleuren hullen. Nog even, en vooruitziende personeelsdirecteurs wantrouwen sollicitanten die in recordtempo vermagerd zijn dankzij wonderdrankjes.

Wat me me meer verontrust: ook holebi’s zelf maken steeds vaker die opdeling tussen “goede” en “foute” homo’s. Tussen mannen die zich “normaal” en “neutraal” gedragen en nooit van hun oren maken, en anderen die wat meer uit de band springen of zich wel kritisch uitlaten. Enkele reacties op de Panorama-uitzending over gaybashing spraken in dat opzicht boekdelen. Wie zich al te opzichtig gedraagt, moet niet komen jammeren als hij het slachtoffer wordt van beledigingen of fysiek geweld: het is ook binnen de holebigemeenschap aan veelgehoord standpunt, net zoals opzettelijk vermijdingsgedrag in diverse steden weer de norm wordt.

Mede daarom ga ik toch in uit op de uitnodiging om deze keer allesbehalve neutraal te reageren. De Wever heeft immers niet alleen een joekel van een kans gemist om Antwerpen te positioneren als een open en tolerante stad die deze zomer duizenden holebi’s ontvangt in het kader van de World Outgames. Hij laat ook na om een vuist te maken tegen die nieuwe intolerantie, die verre van de juridische empancipatie van holebi’s weerspiegelt en daar mogelijk zelfs mee samenhangt.

Integendeel, de uitspraken van de Antwerpse burgemeester hitsen de gemoederen alleen verder op. Een strategie van polarisatie die voor- en tegenstanders met elkaar in de clinch laat gaan rond een symbooldossier en, op de kap van een minderheidsgroep, uiteindelijk alleen de electorale belangen van de N-VA dient.

Niemand immers die gelooft dat De Wever zich bedreigd voelt in een discotheek omringd door halfnaakte spierbundels, laat staan dat ik hem van homohaat verdenk. Wel van lichtzinnigheid en arrogantie. Deze man is mediawijs genoeg om te beseffen welke storm van reacties zijn standpunten veroorzaken, en hoe ze legitimiteit verlenen aan de aloude, maar opnieuw oprukkende gedachte dat de beste homo niet te herkennen valt. Een standpunt dat holebi’s telkens opnieuw in de verdediging dringt, niet in het minst op de werkvloer. Sectoren genoeg waar een regenboogdag best op zijn plaats zou zijn.

Pijnlijk daarbij is dat De Wever uiterlijke symbolen van levensbeschouwelijke en politieke overtuigingen of keuzes op een hoopje gooit met uitdrukkingen van een seksuele geaardheid, een al even hardnekkige praktijk. Bonne chance in ieder geval voor wie die laatste wil inventariseren – Calvin Klein-slips verloren hun betrouwbaarheid jaren geleden al.

Extra cynisch is dat De Wever zijn mening ondertussen een flair van fatsoen meegeeft. Alsof “neutraliteit” en een zekere mate van zelfcensuur de enige manier zijn om openbare diensten en bij uitbreiding de ganse maatschappij een beetje behoorlijk te doen draaien. Bruggen bouwen was dan niet het sterkste punt van het vorige stadsbestuur, voor de kloof waar deze burgervader met plezier in gesprongen is zal een Lange Wapper niet volstaan.

Wim Denolf

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content