Columnist Jean-Paul Mulders mijmert over de dingen des levens.
Terwijl het buiten sneeuwt, bezondig ik mij binnenshuis aan gedrag dat in het Duits Schuhpflege genoemd wordt. Mét f, maar zonder umlaut.
Schuhpflege vertaal je in het Nederlands als ‘schoenverzorging’. Zo lijkt het vergrijp een stuk minder ernstig. Ik bezit een arsenaal aan smeer en borstels om schoenen te verzorgen. Ik ben allergisch voor paarden, maar vind het fijn om zadelvet op leder uit te strijken in cirkelvormige bewegingen.
Eén product zit in een blikje dat ik mooi vind, met een stippellijn die stiksel nabootst en gele letters die tegen een zwarte achtergrond afsteken. In de natuur zijn dat kleuren die op gevaar en giftigheid wijzen. Op het blikje staat onschuldig te lezen: Dr. Martens Wonder balsam.
Ik heb de neiging om dat een miraculeus en heilzaam woord te vinden. Een kerf in de ziel of het drama van de klimaatopwarming? Smelt als sneeuw voor de zon met een likje wonderbalsem. Je verzacht er pijn en leed mee op welriekende wijze.
Schuhpflege gaat voor mij om meer dan schoenen alleen. Het is een ritueel om een wereld bijeen te houden die elke dag meer uiteen lijkt te vallen. Ik hou ervan dingen te onderhouden, nu we liever nieuwe spullen kopen in plaats van oude te verzorgen. Alles is online te bestellen en onderling inwisselbaar, of het de liefde betreft of een paar nieuwe schoenen.
Zowel bij schoenen als in de liefde had ik vroeger vaak de neiging om te voeden en te verzorgen.
Niet alleen bij schoenen, ook in de liefde had ik vroeger vaak de neiging om te voeden en te verzorgen. Ik haalde dan een deerne in huis die door een voorganger deerlijk was beschadigd. Ik maakte ontbijt en flauwe grapjes, vertelde oude en moderne sprookjes en betaalde desnoods het parkeergeld voor haar auto die in de sneeuw gestrand was. Ik liet haar weer glanzen met behulp van wonderbalsem. Was zij opgeknapt, dan fladderde zij welgezind in de armen van een man die haar opnieuw beschadigde.
Ik ben gestopt met dat soort verzorging, want vrouwen hebben een hekel aan uitslovers. Mijn schoenen blijf ik wel trouw pflegen. Ik borstel het vuil weg en verwijder behendig de veters. Dat vindt mijn kat enorm spannend. Hij komt jagen op de maliën, zoals de harde stukjes worden genoemd die het uiteinde van de veters versterken. Het blijft mij verbazen hoe er zelfs op het nederigste stukje wereld een woord past dat uniek en weergaloos is.
Mijn schoenen hebben bouncing soles. Volgens de kleine lettertjes op het loopvlak zijn die bestand tegen olie, vet, zuren, basen en petroleum. Ik trap niet zo vaak in marketingpraatjes, maar het blijft fijn om door het leven te huppelen op verende zolen. Dat vond dr. Märtens zelf ook, toen hij bij een skiongeval zijn enkel verwondde ter hoogte van de Tweede Wereldoorlog. Naar verluidt was Klaus zijn voornaam. De boots die Klaus voor zichzelf ontwierp, werden populair bij politieagenten en postbodes. Later werden ze omarmd door punkers, huisvrouwen, taxidermisten en oftalmologen.
De umlaut in de merknaam zou ik hebben behouden, want met een diakritisch teken ziet alles er stoerder uit. ‘I only put it in there to look mean’, zei Lemmy van Motörhead. Sindsdien staat een trema voor decoratief gebruik bekend als röck döts of metalumlaut.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier