Zij offerden hun vakantie op: Filiep en Johannes tellen vogels in Georgië

De mensen in deze laatste zomerreeks besloten de afgelopen maanden zon, zee en strand te laten voor wat ze zijn en wijdden hun vakantie aan een hoger doel. In enkele portretten gaat Knack op zoek naar wat hen drijft. Vandaag: Filiep T’jollyn en Johannes Jansen.

Zij offerden hun vakantie op:  Filiep en Johannes tellen vogels in Georgië
© BRC

Johannes en Filiep zijn twee Gentenaars die het woord vogelaars gebruiken zonder een krimp te geven. Vogelen is voor hen dan ook een serieuze zaak, want de twee maken deel uit van vzw Batumi Raptor Count, die ’s werelds tweede grootste vogelspotplaats beheert.

Johannes: “Vogels ondernemen een trektocht van hun broedgebieden in het Noorden naar overwinteringsgebieden in het Zuiden. De meeste vogels doen dat ’s nachts, maar er zijn een aantal soorten zoals roofvogels, ooievaars en pelikanen die overdag trekken omdat ze daarbij de energie van de zon en de warme lucht kunnen gebruiken. Onderweg komen ze obstakels tegen, bijvoorbeeld grote partijen water zoals de Middelandse zee. Daar moeten ze omheen omdat daar geen opstijgende lucht is. Andere obstakels kunnen bergen zijn. Ook daar moeten ze rond, want in de bergen is het te koud is het weer er onvoorspelbaar.”

“Hier draai je je al eens om voor een wespendief, daar heb je er honderdduizend op een dag.”

Johannes: “In 2007 hebben we tijdens een reis met een aantal vrienden toevallig ontdekt dat in Georgië een plek is waar die trek enorm geconcentreerd is. Aan de ene kant van Batumi ligt de Zwarte Zee, aan de andere kant hooggebergte. Daartussen ligt een strook van 15 kilometer lang waar alle vogels door moeten. De laatste drie najaren hebben we op zes weken tijd telkens meer dan een miljoen roofvogels geteld. Op sommige dagen passeren ze er met 150.000 tegelijk! Dat maakt van Georgië de tweede grootste plaats ter wereld na Mexico.

Door te tellen, kunnen we heel wat informatie verzamelen over die roofvogels. Veel ervan broeden namelijk in uitgestrekte gebieden in Rusland waar niemand naar hen omkijkt. Door te tellen op die doorgangswegen kunnen we veel zeggen over hoe het gaat met een populatie. Vanop een telpost kan je gigantische veel informatie verzamelen, terwijl dat erg tijdrovend zou zijn als je dat elk nest afzonderlijk moet gaan onderzoeken. Voor veel van de vrijwilligers is het gewoon leuk om zoveel vogels tegelijk te zien, maar meegaan als vrijwilliger is wel meer dan alleen streepjes trekken.”

Filiep: “Je maakt een engagement om van zeven uur ’s morgens tot vijf uur ’s avonds op de telplaats te gaan staan, vijf dagen aan een stuk. Dat is soms een inspanning, maar je krijgt er veel voor terug. Het is een natte droom voor elke vogelaar om daar te zijn. Als je zelf geen vogelaar bent, kan je dat misschien moeilijk inschatten, maar voor ons is dat het einde. De eerste keer dat je er bent, weet je niet goed wat je overkomt. We weten nu soms nog altijd niet goed wat ons overkomt. Hier draai je je al eens om voor een wespendief, daar heb je er honderdduizend op een dag.”

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Johannes: “De diversiteit in Batumi is hallucinant. Hier zie je misschien een vijftiental soorten, vanop onze post in Georgië hebben we al vijfendertig soorten roofvogels gezien: van kleine valken tot gigantische arenden en gieren, en dat alles in enorme aantallen.

“De eerste keren dat we naar Batumi kwamen, vonden de plaatselijke bewoners onze acties wat raar, maar meer en meer beginnen ze te begrijpen wat we daar bij hen komen doen. Nu denken ze toch al: ‘Het zijn dan wel rare vogels, maar er kan wel munt uit geslagen worden.’ “

Wij organiseren ter plaatse alles voor de vrijwilligers die naar Batumi komen. We verblijven bij lokale families in het dorp die voor ons koken. Zo zitten we dus helemaal in de Georgische cultuur, in een rustig dorp.”

Goed voor het dorp

Johannes: “In de streek wordt heel veel gejaagd op roofvogels, zowel als amusement als om op te eten. Het is niet zo dat de bewoners er anders zouden omkomen van de honger, maar vlees kost er erg veel. Vogelvlees is een goedkoop alternatief en bovendien schijnen een aantal soorten roofvogels nog lekker te zijn.

We proberen dat jagen niet agressief te bestrijden door met de vinger te wijzen, maar wel door de bewoners een inkomen te bezorgen uit de aanwezigheid van al die vogels. Wij brengen toeristen naar Batumi, die bij 21 families blijven slapen. Sinds we daarmee gestart zijn, is het aantal bezoekers jaar na jaar verdubbeld.”

Batumi is een grote bottleneckwaar vogels enorm kwetsbaar zijn. Overal op hun trekroute zijn er andere gevaren, maar op zo’n plek kunnen jagers een enorme impact hebben.”

Filiep: “De eerste keren dat we daar stonden, vonden de plaatselijke bewoners het ook wat raar, maar meer en meer beginnen ze te begrijpen wat we daar bij hen komen doen. Nu denken ze toch al: ‘Het zijn rare vogels, maar er kan wel munt uit geslagen worden.’

We gaan ook naar de scholen in de buurt om kinderen te leren hoe die vogels leven en wat ze daar allemaal doen boven hun land. Zo hopen we een bewustwording teweeg te brengen bij die kinderen. Er moet er maar eentje de kriebel te pakken krijgen. We hopen dat op die manier de interesse bij de lokale bewoners zal groeien, zodat ze dat vogeltoerisme zelf kunnen onderhouden.”

Zij offerden hun vakantie op:  Filiep en Johannes tellen vogels in Georgië
© FreekVerdonckt

Johannes: “Elk jaar organiseren we een kamp waarbij biologiestudenten van Georgië en naburige landen samenkomen en leren over de vogeltrek. In de twee weken dat ze er zijn, werken ze een onderzoekje uit. Een aantal daarvan komen al enkele jaren terug en raken steeds meer geïnteresseerd. In het algemeen groeit het besef wel dat het iets heel speciaal is dat ze daar hebben.”

Filiep: “Een bewijs van die evolutie is te zien in de kwarteljacht. In Batumi doen ze dat met een gevangen sperwer, maar alleen de Europese sperwer, en dan nog eens alleen de vrouwtjes kunnen ingezet worden voor de kwarteljacht. Soms vangen de jagers echter ook een balkansperwer of een mannetje en soms doden ze hem dan om te voederen aan andere lokvogels. Nu vragen we om dat dier aan ons over te dragen, zodat wij het kunnen ringen. Zo kan het bijdragen aan ons wetenschappelijk onderzoek en krijgt dat verhaal een positieve wending. Het zijn allemaal kleine stapjes in een lang proces, maar samen kunnen ze bijdragen aan de bescherming van die roofvogels.”

“Vogelspotten is als een ongeneeslijke ziekte: eens je hetvlaggenhebt, kom je er niet meer vanaf.”

Johannes: “We zijn gestart met een aantal Belgen, maar nu is de vzw een internationaal team geworden vol mensen die al in Batumi geweest zijn en verkocht zijn aan de plaats. Ik ga er elk jaar wel een maand naartoe en daarbuiten spendeer ik nog zo’n drie dagen per week aan Batumi Raptor Count. Toen ons team nog niet zo uitgebreid en ik nog voorzitter was, ging er veel meer tijd naartoe, dus nu valt het eigenlijk al bij al nog mee.”

Filiep: “Ik ga ook een maand per jaar naar Batumi, maar spendeer wel minder tijd aan het project dan Johannes buiten die maand. En de tijd die ik er toch in steek, die heb ik er graag voor over. Er komen heel veel nationaliteiten samen in Batumi. Het is uniek om met al die verschillende mensen toch iets te kunnen doen dat je gemeenschappelijk hebt.”

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Toekomstperspectieven

Johannes: “De ultieme droom is een bezoekerscentrum te installeren en overal wandelpaadjes aan te leggen met bankjes en bewegwijzering. We willen Batumi graag comfortabeler maken om te bezoeken, zodat ook het bredere publiek het aankan. Nu is het vooral een bestemming voor avontuurlijke reizigers die weinig comfort eisen.”

Filiep: “We merken wel een verschil tegenover toen we net begonnen. De mensen die al langer meedraaien in het huisvestingsprogramma, hebben al een centje opzij kunnen zetten. Dat investeren ze opvallend vaak in hun huis. En zo gaat het dorp er stap voor stap op vooruit.”

Zij offerden hun vakantie op:  Filiep en Johannes tellen vogels in Georgië
© Rafa Benjumea

Johannes: “Een tweede droom is om de jacht te stoppen, of toch alleszins te verminderen. We hebben mensen die elk jaar het aantal geweerschoten en dode vogels in de streek tellen. We hopen uit die resultaten te kunnen afleiden dat de jacht stilaan afneemt. Batumi is een grote bottleneck waar vogels enorm kwetsbaar zijn. Overal op hun trekroute zijn er andere gevaren, maar op zo’n plek kunnen jagers een enorme impact hebben.”

Filiep: “Vogelspotten is als een ongeneeslijke ziekte: eens je het vlaggen hebt, kom je er niet meer vanaf. Ik was als kind al vaak buiten op stap met mijn vader en later kwam ik in de JNM (Jeugdbond voor Natuur en Milieu) terecht: daar zit je tussen allerlei besmette leeftijdsgenoten en dan wordt het er niet beter op. Vogelaar ben je. Altijd en overal. Vogelen brengt je ook op de vreemdste plekken: een gemiddelde toerist zal op citytrip naar een kerk of een moskee gaan kijken, wij gaan naar de stortplaats van die stad om daar uren te zitten wachten op die ene bijzondere vogel. Het is fantastisch om de ziekte te hebben.”

Ondertussen zijn Filiep en Johannes in het gezelschap van een legertje andere vrijwilligers vertrokken naar Georgië. Benieuwd hoe het dit jaar loopt met de tellingen? Op hun website kan je van dag tot dag meevolgen hoeveel roofvogels de organisatie telt.

Dit artikel maakt deel uit van een zomerreeks. Eerder verscheen ook al Sara laat anderen dansen en Emilie onderzoekt taal in Oeganda.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content