Wees een kamerplant: misschien wel de beste raad voor ouders van tieners
Doe ik het goed? De vraag die elke ouder zich stelt. En ouders van tieners stellen ze misschien net iets vaker, omdat een tiener je opvoeding nu eenmaal meer in vraag stelt dan pakweg een vierjarige.
Twee avonden zag Jens (48) zijn zoon vorige week. “Voetbaltraining, gitaarles, zijn lief besnuffelen en rondhangen met vrienden, Daan heeft zoals elke zestienjarige een druk sociaal leven. Mijn vrouw en ik zijn ook geregeld ’s avonds weg, dus sommige weken zien we elkaar niet veel. Ik heb niet de indruk dat hij dat erg vindt. Als we samen thuis zijn, is mijn zoon vooral beeld maar weinig klank, en uitnodigingen om samen iets te doen worden meestal meteen weggewuifd. Tenzij het een belangrijke voetbalmatch is, daar wil hij nog met mij mee naartoe. Maar verder lijkt hij niet echt behoefte te hebben aan ouderlijk gezelschap.”
De kans bestaat dat Jens het niet helemaal bij het rechte eind heeft. Psychologen aan de Western University of Australia deden onderzoek naar ouders die voor hun job lange periodes afwezig zijn, en het effect daarvan op hun tieners. Daaruit bleek dat pubers met vaak afwezige ouders het emotioneel moeilijker hebben dan hun leeftijdgenoten met thuisblijvende ouders.
Dat tieners helemaal niet gruwen van het gezelschap van hun ouders, ontdekte ook Lies Missotten, gezinstherapeut en onderzoeker aan de faculteit psychologie van de KU Leuven. “Dat clichébeeld klopt niet. Wij deden een grote studie bij achthonderd jongeren, en vroegen onder andere: ‘Hoe graag ben je in het gezelschap van je moeder?’ Op een schaal van 1 tot 5 gaf dat in totaal een resultaat van 4,11. Heel graag dus. Ze doen graag dingen samen met hun moeder en vinden haar gezelschap aangenaam. Als ik om me heen kijk, merk ik ook een duidelijk verschil met toen ik tiener was. Jongeren lijken zich vandaag minder te schamen voor hun ouders. Ik durf te concluderen dat ouder-kindrelaties nog nooit zo goed geweest zijn, maar dat wil niet zeggen dat er geen grotere afstand groeit tussen ouders en tieners. Je eigen plek vinden is nu eenmaal waar het in de adolescentie om draait.”
We zien dat late adolescenten langer thuis blijven wonen. Niet alleen om financiële redenen. Het is makkelijk en ook best aangenaam thuis
Gezinstherapeut Lies Missotten
Omdat ik het zeg
Daarom. Een antwoord dat iedereen boven de veertig wel eens van zijn ouders kreeg op de vraag: waarom? Met als alternatief: “Omdat ik het zeg.” Replieken die de tieners van vandaag waarschijnlijk minder vaak krijgen. Onze manier van opvoeden is de laatste decennia sterk veranderd, stelt Missotten. “Vroeger waren we strikt, bijna autoritair. Er was een hiërarchie in een gezin, en dat is vandaag veel minder zo. We gaan veel opener met onze kinderen om, zijn toegeeflijker, en er wordt meer besproken en overlegd. Dat is een van de redenen waarom we vandaag betere ouder-kind-relaties zien. De generatiekloof is ook kleiner, ouders en tieners zitten over maatschappelijk kwesties en op het vlak van waarden meer op dezelfde golflengte dan vroeger. Dat blijkt uit onderzoek van mijn collega Evie Kins. Pubers hoeven niet meer te rebelleren, want ze zijn het over veel dingen eens met hun ouders.”
Dat heeft met onze veranderende maatschappij te maken, weet Missotten. “Op het werk, op scholen, we gaan op veel vlakken minder autoritair met elkaar om. Terwijl er vroeger echt scherpere machtsverschillen zichtbaar waren, zien mensen elkaar meer dan vroeger als gelijken, wat voor zachtere omgangsvormen zorgt. Maar in het gezin zijn het nog altijd de ouders die opvoeden, en die de grenzen stellen. Dat is de grote uitdaging voor ouders vandaag. Ze willen open zijn en de mening van hun kind respecteren, maar ze moeten kunnen afgrenzen. Moeilijk, ook omdat tieners vandaag veel mondiger zijn dan toen.”
Ze staan ook centraler in een gezin dan dertig jaar geleden, en omdat ze met minder zijn, worden ze een beetje op een piëdestal gezet, stelt Missotten. “We zien dat late adolescenten langer thuis blijven wonen, en tieners minder graag op kot gaan dan vroeger. Niet alleen om financiële redenen. Het is makkelijk en ook best aangenaam thuis. De ouder-kindrelatie is comfortabeler, jongeren mogen meer en hebben een eigen leven, ook als ze nog thuis wonen. Natuurlijk gaan ze nog op zoek naar een eigen identiteit, maar gemiddeld gezien gebeurt dat vandaag in een warmere, meer toegeeflijke sfeer dan vroeger. ”
Pa en ma helikopter
Alles in kannen en kruiken, dus, wat opvoeding betreft? Toch niet, want zoals dat wel vaker gaat, slaat de slinger soms te ver de andere richting uit. “De laatste jaren zie je de opkomst van een nieuw begrip in de opvoedliteratuur”, vertelt Missotten. “Helikopterouder. Ouders die ontzettend betrokken zijn bij het leven van hun tiener, die hen heel lang bij het handje houden en ingrijpen bij problemen op school of in de vriendenkring.”
“Een helikopter? Ja, dat is een goede omschrijving”, lacht Leonore (15). “Vooral van mijn vader dan. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik zes was, en ik denk dat ze zich daar wat schuldig over voelen. Of misschien heeft het ermee te maken dat ze me maar om de week bij zich hebben. Ik heb soms het gevoel dat ik onder een vergrootglas leef. Ze willen alles weten over alles. Van school begrijp ik dat nog, maar elke keer als ik op stap ga, word ik uitgehoord. Wie was er nog, wat deden ze. Vorig jaar kwam papa te weten dat er een heftige ruzie was geweest met twee meisjes in de scouts, en wilde hij per se hun ouders contacteren om alles uit te klaren. Schaamtelijk! Mama is dan weer gefocust op andere dingen. Ze was onlangs over haar toeren omdat ik mijn haar een stuk korter had laten knippen zonder haar toestemming te vragen. Maar ik ben wel al 15.”
We voeden onze kinderen vandaag te veel vanuit de buik op en dat maakt ons neurotisch
Psycholoog Jan Derksen
Niet alle ouders kiezen voor de helikopterstijl, en dat is maar goed ook, stelt professor Jan Derksen van de VUB. “Zoals Rousseau en Kant al wisten, een kind moet builen en schrammen oplopen in zijn jeugd om te leren omgaan met teleurstelling, tegenslag en frustratie. Als een tiener nooit zijn eigen kamer moet opruimen, als hij nooit mislukt, dan leert hij niet voor zichzelf te zorgen en om te gaan met negatieve emoties. En dan wordt hij geen weerbare volwassene.”
Helikopterouderschap geeft gemengde resultaten, zo blijkt ook uit onderzoek, vertelt Missotten. “Het hangt samen met meer voorkomende klachten over angst en depressie bij tieners, en zorgt net voor minder verbondenheid met ouders. De onderzoekers zien een verklaring in de zelfdeterminatietheorie. Die stelt dat we drie basisnoden hebben. Ons verbonden voelen, autonoom zijn, en ten slotte, ons competent voelen. Dat is het gevoel dat wat je doet, je ook goed doet. Helikopterouderschap heeft een negatief effect op je autonoom voelen, en als je minder zelf mag doen omdat je ouders alles overnemen, voel je je ook minder competent.”
Privacy please
Leonore (nog altijd 15) heeft ondertussen al een paar maanden een vriendje, maar vertelde dat pas vorige week tegen haar papa. “Omdat iemand ons samen in de stad had gezien en daarover geroddeld had. Ik kon dus niet anders. Hij was kwaad omdat ik dat geheim had gehouden. Nu wil hij hem al ontmoeten, en zijn ouders ook. Komaan zeg, we gaan niet trouwen of zo.”
Tieners hebben nood aan privacy en hun eigen ruimte, en niet de behoefte om elk detail van hun leven te vertellen aan hun ouders, stelt Missotten. “Terwijl ouders nog altijd vinden dat ze het recht hebben om dat te weten. Dat zorgt voor een spanningsveld. Over schoolzaken houden tieners hun ouders nog wel op de hoogte, maar persoonlijke kwesties zoals vriendschappen, gedrag online, kapsel, muziek en zelfbeeld, zien ze als hun eigen domein. Als ouders het daar niet mee eens zijn, ontstaan er conflicten.”
“Uit onderzoek blijkt ook dat ouders minder weten over het leven van hun tieners dan ze denken. Ze geloven dat ze een realistisch beeld hebben, maar als je de jongeren bevraagt, blijkt dat niet te kloppen. 79% van de tieners heeft bijvoorbeeld minstens één geheim voor zijn ouders, dat ze wel met leeftijdgenoten delen. Als er iets verzwegen wordt, gaan ouders inderdaad soms meer controleren. Geheimen hebben op korte termijn een negatief effect op de band tussen ouders en kinderen. Die afstand is voelbaar. Uiteraard is het een oncomfortabel gevoel, maar het hoort bij loslaten en vertrouwen geven.”
We moeten ons geen zorgen maken, stelt Missotten. “90% van de ouder-kindrelaties loopt vrij harmonieus en conflicten hoeven geen probleem te zijn. Ze horen erbij en in de adolescentie zijn ze zelfs functioneel, want ze helpen om los te komen van de ouders. Het leert pubers ook dat je mag van mening verschillen. Echt kwaad mogen worden en fanatiek je eigen mening verdedigen, dat moet je ook leren en als dat goed gekaderd is, kan het constructief zijn.”
Geen paniek
“Ik ben een tijdje gepest online, maar mijn ouders weten dat niet”, biecht Kobe (17) op. “Omdat ze dan meteen in een kramp zouden geschoten zijn. Ze zijn heel alert als het op pesten aankomt, omdat papa er ervaring mee heeft. Ze hebben ook niet echt een idee hoe sociale media werken. Dus waarschijnlijk zouden ze naar de school gestapt zijn, of mijn schermtijd hebben ingeperkt. Terwijl het eigenlijk zo erg niet was. Het is maar een paar keer gebeurd en ik heb het met de hulp van een kameraad zelf opgelost door met die gasten te praten. Geen drama, dus.”
Tieners willen soms advies van hun ouders als het op onlineproblemen aankomt, maar maken zich zorgen over hun reactie. Dat was de conclusie van een onderzoek aan de Penn State Universiteit in de VS, waarbij 68 ouders en hun tieners dagboekjes bijhielden over hun onlineleven.
Kinderen en ouders hebben vaak andere ervaringen online en als het op cyberpesten, seksuele uitwisselingen of ongepaste inhoud aankomt, verschillen ze bovendien ook van mening, schrijft Pamela Wisniewki, professor computerwetenschappen, in haar rapport. “Tieners zijn nonchalanter en zien sommige incidenten eerder als gênant dan als problematisch, terwijl hun ouders kwaad of ongerust worden.”
Het gevaar bestaat volgens Wisniewski dat pubers daarom niets gaan vertellen. Jammer, want uit haar studie blijkt ook dat tieners vaak wel hulp en advies willen. Ze raadt ouders aan om gepast te reageren: niet panikeren, maar ook niet afwimpelen. Een idee waar Derksen zich in kan vinden. “Uiteindelijk gaat het erom je tiener te laten voelen dat je hem vertrouwt. Dat doe je niet door hem alles uit handen te nemen, eindeloos vragen te stellen of neurotisch te reageren, maar door een gesprek over sommige onderwerpen te beginnen, door zelf dingen te vertellen, en als vanzelf komt het dan op moeilijke situaties en grenzen stellen. Veel ouders denken dat hun kinderen geen wiet roken en online geen gekke dingen doen, maar dat doen ze waarschijnlijk wel. Dus moet je over die dingen een open gesprek durven aangaan.”
Als een kamperplant
“Er was een tijd dat ik probeerde om samen met mijn dochters dingen te doen”, vertelt Lien (42). “Een cake bakken, een dagje winkelen. Dat lukte nooit, dus ging ik ervan uit dat ze me liever niet in de buurt hebben. Ik heb een bureau-annex-hobbykamer, en tot voor kort deed ik daar mijn boekhouding of mijn strijkwerk. Er is een tv, of ik zet muziek op, en zij kunnen hun ding doen in de woonkamer. Maar dat vinden ze niet leuk, zo blijkt. Ik ging als kind altijd op mijn kamer studeren, maar die twee dochters van mij doen dat schuin tegenover elkaar aan de keukentafel, en ze vragen nadrukkelijk of ik in de buurt wil zijn. Niet om ook echt tegen mij te praten, neen. Dat niet. Soms vind ik dat moeilijk, alsof er geen echt contact is en ik als een soort geest door ons huis dwaal. Maar ik merk dat gewoon rondhangen ervoor zorgt dat ze soms toch plots hun hart gaan luchten. Dus zit ik nu stilletjes in de woonkamer tv te kijken als zij studeren.”
Opvoeden als een kamerplant betekent dan responsief, warm aanwezig zijn, zonder er al te dicht op te zitten. Laat tieners dus fouten maken en op hun bek gaan
Gezinstherapeut Lies Missotten
Liens dochter Dinah (15): “Het is gewoon fijn om te weten dat mama in de buurt is. Ze kan dan thee zetten en vraagt of we al honger hebben enzo. Om eerlijk te zijn, als ik alleen op mijn kamer zou studeren, zou ik veel te veel tijd verspillen aan chatten. Met mijn zus en mama in de buurt werk ik tenminste goed door.”
Ergens tussen de autoritaire en de helikopteropvoeding in zit dus een alternatief. Verdwijn een beetje in de achtergrond, zoals een kamerplant, was ook de conclusie van een reportage over tieners opvoeden in de New York Times, onlangs. Gewoon in de buurt zijn is belangrijk, zo schreef psychologe Lisa Damour. “Kinderen gebruiken hun thuis en hun ouders als een veilige basis vanwaaruit ze de wereld kunnen ontdekken en hun autonomie exploreren. Ook al nemen tieners emotioneel en fysiek afstand van hun ouders, ze voelen zich het meest op hun gemak als hun ouders een balans hebben gevonden tussen actief engagement en afstandelijke beschikbaarheid.”
Zich als een kamerplant gedragen, daar leest Missotten weer de gehechtheidsliteratuur in. “Opvoeden als een kamerplant betekent dan responsief, warm aanwezig zijn, zonder er al te dicht op te zitten. Laat tieners dus fouten maken en op hun bek gaan, zonder dat je compleet freakt. Maar het is een moeilijke balans, want tieners nemen nu eenmaal risico’s en dat kan fout gaan. Een gezonde blik is belangrijk. Wat laat je zo en wat is ernstig? Experimenteren met drugs, winkeldiefstal, daar zal elke ouder van schrikken, maar veel dingen passeren ook. Watchfull waiting is een goede opvoedtechniek voor adolescenten. Maar we leven niet op een eiland, we zijn angstiger ouders in een angstiger maatschappij, dus dat is niet altijd makkelijk.”
Een pedagogische ideologie, dat hebben we als ouder nodig, vindt professor Jan Derksen. “De pedagogie in de klassieke zin, de wetenschap van het opvoeden, ontbreekt in veel moderne gezinnen. We voeden onze kinderen vandaag te veel vanuit de buik op en dat maakt ons neurotisch. Daarom is het niet slecht om als ouders, en als gezin, een visie te hebben. Hoe gaan we met elkaar om, en hoe gaan we met de natuur, dieren, de sociale omgeving en de rest van de wereld om. Vergeet het idee dat je een vriend moet zijn voor je tieners, vrienden hebben ze genoeg. Ze hebben ouders nodig, een thuishaven, mensen die stil en stabiel aanwezig zijn. En die aardig zijn, maar ook duidelijk.” Een beetje zoals een ficus, dus.
“We zien dat late adolescenten langer thuis blijven wonen. Niet alleen om financiële redenen. Het is makkelijk en ook best aangenaam thuis” Gezinstherapeut Lies Missotten
“We voeden onze kinderen vandaag te veel vanuit de buik op en dat maakt ons neurotisch” Psycholoog Jan Derksen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier