Zijn we werkelijk volwassen op 18 jaar? ‘Hoewel veel wettelijke privileges starten bij 18, worden volwassen rollen en verantwoordelijkheden doorgaans pas later opgenomen.’
Laat ik het maar toegeven: ik ben een man. Nog niet zo lang en geen prototype dat blindelings een houtblok in tweeën zaagt, maar ook geen jongen meer. Als twintiger en zelfs als dertiger zat dat jongensdom, een soort permanente staat van wording, me als gegoten. Man, kerel, vent: ik had er niets mee. Van rust en stabiliteit was in mijn hoofd geen sprake, en zulke woorden suggereerden juist dat je gevormd en ‘af’ was. Onder leeftijdsgenoten gebruikten we ze alleen wanneer we het over anderen hadden: kennissen, collega’s en familieleden die meestal ouder waren, en in onze ogen volwassen.
We hebben allemaal een kind, een puber en een volwassene in ons wonen
Zelf waren we dat niet. Hersenwetenschappers weten al langer dat de Adrian Mole-jaren niet stoppen bij de wettelijke meerderjarigheid. Ook nadien blijft het brein zich ontwikkelen. Niet in het minst de prefrontale cortex, een gebied dat een rol speelt bij impulsbeheersing, emotionele controle, risicomanagement en zelfinzicht. De bekwaamheid van achttienjarigen om te rijden, te stemmen en verantwoordelijkheid te dragen voor eigen daden is dan ook meer een kwestie van afspraak dan een biologische wetmatigheid: vaak zijn de hersenen pas volgroeid rond de leeftijd van 25.
We waren geen Peter Pannetjes: de meesten van mijn vrienden waren als jonge twintiger al afgestudeerd, aan het werk en het ouderlijke huis uit, en zo hoorde het in onze ogen. Trouwen en kinderen krijgen daarentegen was voor Gen X’ers minder evident, en millennials bereiken de traditionele ijkpunten van volwassenheid nog later, of helemaal niet. Zo woont bijna 42 procent van de Belgen tussen 18 en 34 jaar nog thuis, beginnen jongeren later aan seks en zijn vrouwen nu gemiddeld 28,7 jaar bij de geboorte van hun eerste kind.
Experten pleiten er dan ook voor om de definitie van adolescentie op te rekken en leeftijdsgebonden materies als het strafrecht, de rijopleiding en de jeugdzorg daarop af te stemmen. In het vakblad The Lancet stelden Australische onderzoekers onlangs een bovengrens van 24 jaar voor. “De overgang van jeugd naar volwassenheid neemt een groter aandeel van de levensloop in beslag dan ooit tevoren”, schreven ze. “Hoewel veel wettelijke privileges starten bij 18, worden volwassen rollen en verantwoordelijkheden doorgaans pas later opgenomen.”
De meningen over zo’n aanpassing lopen sterk uiteen. Voorstanders spreken van een nuttig signaal voor jongeren: hen te vroeg als volwassenen bestempelen leidt alleen maar tot stress, prestatiedrang en overhaaste keuzes. Anderen vrezen dat een opgerekte adolescentie de afhankelijkheid en betutteling vergroot. Moeten we jongeren die sowieso langer gepamperd worden niet juist stimuleren? “Het is natuurlijk niet zo dat je niet volwassen kunt zijn als je niet getrouwd bent of geen kinderen hebt”, zei ontwikkelingspsycholoog Michiel Westenberg vorige maand in de Volkskrant. “Op een gegeven moment is het hun eigen verantwoordelijkheid om op eigen benen te staan. Die moet je niet steeds maar bij ze weghouden.”
Hoe dan ook is elke leeftijdsgrens arbitrair, en is het denken in levensfasen misschien achterhaald
Hoe dan ook is elke leeftijdsgrens arbitrair, en is het denken in levensfasen misschien achterhaald. Mijn generatie was dan snel uit de luiers, daarom wisten we nog niet wie we waren of waar we naartoe wilden in het leven. Laat staan dat we modeltwintigers waren: het soort dat nooit een onverantwoorde uitgave doet, nooit met een glas te veel achter het stuur zit en nooit de halve vriendenkring ’s nachts uit bed belt wegens een relatiecrisis. Leeftijd maakt volwassen? Google maar eens ‘ouderen en condoomgebruik’ of lees wat commentaren op Facebook.
Omgekeerd verhinderen een brein in wording en helikopterouders niet dat jongeren soms behoorlijk volwassen dingen doen. Zoals de tijd nemen voor langetermijnkeuzes, wachten met seks tot ze er klaar voor zijn of sparen. Gesprekken met tienerjongens leveren dan ook allesbehalve onnozele ideeën op. Of zoals de Nederlandse choreografe Wies Bloemen het onlangs uitdrukte: we hebben allemaal een kind, een puber en een volwassene in ons wonen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier