Van de frontlijn tot het kraambed: Hesna Al Ghaoui schreef een boek over de kracht van angst

© GF

Angst is onaangenaam, maar zonder zouden we niet overleven. Het kan ons beperken én vleugels geven, schrijft journaliste Hesna Al Ghaoui in het boek De kracht van angst.

Wat ben je klein.’ Dat is het eerste wat veel mensen zeggen tegen de Hongaarse tv-journaliste Hesna Al Ghaoui. Meteen gevolgd door: ‘Ben je niet bang in de oorlogsgebieden waar ze je naartoe sturen?’ ‘Dat maakte me nieuwsgierig’, vertelt Al Ghaoui. ‘Angst beïnvloedt bijna elk aspect van ons leven, van relaties tot politiek. Ik wilde weten hoe het werkt, hoe het ons tegenhoudt maar ook kan stimuleren, en hoe het misbruikt wordt om ons te manipuleren.’ Het resultaat is De kracht van angst, waarin Al Ghaoui anekdotes van de frontlijn en verhalen over haar keizersnede of plankenkoorts mengt met interviews met wetenschappers en ervaringsdeskundigen.

Angst is geen feit, maar een factor. Een gevoel, een reactie op een situatie, maar ook niet meer dan dat

Laten we met diezelfde vraag beginnen. Ben je bang als je van op plekken als Afghanistan of Libië verslag uitbrengt?

Natuurlijk. Het verrast me dat mensen denken dat ik dat niet ben. Alleen psychopaten kennen geen angst. Maar dat houdt me niet tegen. Mijn doel is groter dan mijn angst: verslag uitbrengen van geschiedenis die zich ontvouwt terwijl we erbij zijn. Ik ben ook gewoon nieuwsgierig. Als buitenlandjournalist zit je vaak gewoon achter je bureau om het werk van andere journalisten te herwerken. Bij mijn eerste klassieke oorlog, tussen Israël en Libanon in 2006, wist ik dat ik veel alleen zou moeten doen. Ik heb niet, zoals CNN, een 24-uursveiligheidsexpert op speed dial. Het was daarom ook een persoonlijke uitdaging: ik wilde zien waar mijn grenzen lagen. Voor ik dit soort verslaggeving deed, zag ik mezelf als een traag, voorzichtig iemand die alles drie, vier keer overdenkt en dan nog twijfelt. Ik was vaak ergens anders in mijn hoofd. In het verleden of de toekomst, maar zelden in het heden. Wat bleek? Op reportage kan ik snel, efficiënt en doortastend zijn, voor twijfel is geen ruimte. Op gevaarlijke momenten is er bovendien geen tijd om stil te staan bij verleden of toekomst, je moet honderd procent aanwezig zijn, want het gaat om leven en dood. En dan voel je je ook echt levend.’

Reizen om te leren in het extreme, dus.

‘Oorlogsverslaggeving deed me ook nadenken over mijn dagelijkse leven. Heb ik thuis ook angsten die me tegenhouden? Ja, dus. Ik ben bijvoorbeeld bang om voor publiek te spreken, en ook als moeder maak ik me soms te veel zorgen. Een beetje koorts is misschien wel een hersenvliesontsteking, weet je wel. Ik heb weleens last van perfectionisme en behaagzucht, en ben dus bang om niet aan andermans verwachtingen te voldoen. Dat is lastig, maar ik besef het en probeer er goed mee om te gaan. Ik ben ervan overtuigd dat je niet leert wie je echt bent als je nooit uit je comfortzone stapt.’

Iedereen naar een oorlogsgebied, is dat je advies?

‘Natuurlijk niet. (lacht) Maar het is een goed idee om situaties of plekken op te zoeken waar je niet alles met je ogen dicht kent. Ik sprak met een bevriend therapeut over die steeds terugkerende vraag. Zolang mensen denken dat ik niet bang ben, vinden ze het prima dat ik naar die gevaarlijke plekken reis, zei hij, maar als ze weten dat ik bang ben en toch ga, verliezen ze het excuus om niet te doen waar ze zelf bang voor zijn. Geef toe, we verspillen vaak veel energie aan het proberen te vermijden van risico’s en het bedenken van uitvluchten. Maar als je iets doet wat je niet graag doet, of wat sterke gevoelens zoals angst bij je losmaakt, ontdek je hoe je reageert. Lukt het? Ben je bang of valt het mee? Wat is het ergste wat er kan gebeuren? Zo leer je jezelf beter kennen, bouw je zelfvertrouwen op en kun je ongemakkelijke of moeilijke situaties beter aan. Het is belangrijk om te weten dat je niet samenvalt met je angsten. Angst is geen feit, maar een factor. Een gevoel, een reactie op een situatie, maar ook niet meer dan dat. Je bent niet je angst, je bent niet de persoon die claustrofobisch is of bang om te vliegen. Want eens je jezelf dat label geeft, geef je jezelf niet eens de toestemming om in een lift of vliegtuig te stappen.’

'Als verslaggever kan ik snel, efficiënt en doortastend zijn. Maar natuurlijk ben ik ook bang.'
‘Als verslaggever kan ik snel, efficiënt en doortastend zijn. Maar natuurlijk ben ik ook bang.’© GF

Terwijl je, eenmaal op de veertiende verdieping of in Mallorca, leert dat een lift of een vliegtuig niet zo angstaanjagend is als je dacht.

‘Precies. Er zijn twee tegengestelde reacties mogelijk als we bang zijn. Zie je angst als een feit, een gevoel veroorzaakt door externe factoren, dan wordt het een dwangbuis en kun je er niets aan veranderen. Maar als je je angst vaststelt en onderzoekt, wordt het een soort kompas. Een signaal dat je misschien voorzichtig moet zijn of voorbereid op iets onverwachts. Dan toont het waar je nog werk hebt en aan welke capaciteiten je nog kunt schaven. Maar het is niet iets wat je tegenhoudt. Je vindt liften eng, maar wil je echt te voet naar de veertiende verdieping? De hamvraag is: brengt angst het beste of slechtste in ons naar boven? Weet je, de meeste angst voel ik de avond voor ik vertrek. De reis is geregeld, alles is ingepakt en dan knijpt mijn maag samen: wat ga ik doen? Alles is altijd angstaanjagender vanaf een afstand, als je je inbeeldt wat er zou kunnen gebeuren zonder te weten wat er echt aan de hand is. Bij onbekende chaos ziet alles er riskant uit, maar eens je dichterbij bent, zie je de keuzes die je kunt maken en de gevaren die je echt loopt.’

Dat heeft met informatie, maar ook met controle te maken, twee belangrijke factoren als je angst wilt beheersen en overwinnen.

‘We hechten veel belang aan controle, zeker vandaag. Dankzij technologie, wetenschap en onze opleidingen kunnen we hele delen van ons leven controleren. Maar sommige dingen zijn onvermijdelijk. Ongelukken, natuurrampen, pech… We willen ook die onvoorspelbare delen van ons leven beheersen en spenderen daar ontzettend veel tijd en geld aan. Nutteloos, want risico’s en verandering zijn een deel van het leven. Mijn ervaring in moeilijke of gevaarlijke situaties geeft me zelfvertrouwen. Wat er ook gebeurt, ik zal waarschijnlijk gepast reageren. Dat heb ik geleerd door te oefenen in het verleggen van mijn grenzen, en dat geeft me een echt gevoel van veiligheid. Meestal toch. En ja, ook informatie is belangrijk. Als we bang zijn, reageren we vaak heel instinctief. Vechten of vluchten. En soms verstijven. Dat werkt goed bij boze beren of extreme weersomstandigheden, maar niet als je een lezing geeft of als je kind ziek is.’

Onze fysieke, instinctieve reactie op angst, in de vorm van een vecht-, vlucht- of verstijfreactie, is niet aangepast aan de wereld van vandaag.

‘Die automatische reactie danken we aan onze evolutie, maar onze omstandigheden zijn drastisch veranderd. Wij hebben andere angsten dan onze voorouders. Technologie die onze privacy niet respecteert, verwachtingen waaraan we willen voldoen, welvaart die misschien afneemt… Maar onze filters en ons brein zijn nog niet aangepast. Een trauma-expert legde me uit dat onze amygdala, waar ons angstcentrum zit, een soort rookdetector is. Vandaag gaat die niet alleen af als er vuur is, maar ook als onze toaster een boterham verbrandt. Vermoeiend, in een wereld waar angst zo alomtegenwoordig is.

Van de frontlijn tot het kraambed: Hesna Al Ghaoui schreef een boek over de kracht van angst
© GF

Om te vermijden dat onze rookdetector de hele tijd afgaat, doen we er goed aan om onszelf en onze reacties goed te leren kennen. Ons lichaam reageert vaak sneller dan ons bewustzijn. Ken je je lichaam goed, dan spot je sneller wanneer je bang bent en dat geeft je een keuze. Reageer je instinctief, door te vluchten, vechten of bevriezen, wat excellent is in fysiek gevaarlijke situaties? Of blijf je rationeler en ga je de situatie analyseren, wat beter is bij gesofisticeerde angsten? Mensen kennen vaak het verschil niet eens tussen opwinding en angst. Jammer, want opwinding is fijn, en een motor die je ertoe aanzet dingen te doen. Maar als je het verwart met angst, mis je misschien geweldige ervaringen.’

Je praat open over hoe bang je was toen je dochter Neda onverwacht met een keizersnede geboren werd of hoe ellendig het was toen je in Afghanistan hoorde dat de Taliban jacht maakte op jouw konvooi.

‘Omdat dat belangrijk is. De Amerikaanse professor Brené Brown vertelde me dat je kwetsbaarheid moet tonen, want dat neemt de kracht van angst weg. Als je erover praat, worden angsten iets wat we met elkaar gemeen hebben.’

Je vertelt ook over een avontuurlijk touwenparcours door hoge bomen dat je samen met je zus Naima deed. Haar eerste bange reactie maakte jou ook doodsbang, maar toen zij het parcours veilig afmaakte, durfde jij ook. Zowel angst als moed zijn besmettelijk?

‘Ja, en ook daarom is het belangrijk dat we over onze angsten praten. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat goede voorbeelden helpen, en dat mensen die toegeven dat ze soms bang zijn of fouten maken, ons kunnen aansteken met hun moed. Moed is namelijk niet het ontbreken van angst, het is toch verdergaan, ook al ben je bang. Dat brengt ons weer bij die vraag die ik altijd kreeg. Door toe te geven dat ik bang ben op reportage, maar het toch doe, denken mensen: als zij het kan, dan ik ook. Het grappige is dat mensen ervan opkijken als ik vertel dat ik nog altijd nerveus ben voor een livebijdrage. Want ja, ook na al die jaren heb ik nog weleens plankenkoorts.’

Ligt het tonen van angst anders voor mannen dan voor vrouwen? Jongens wordt geleerd dat ze niet bang mogen zijn.

‘Dat denk ik wel. Ik zie overal ter wereld dat bang zijn voor mannen niet is toegestaan en tonen dat ze bang zijn, is helemaal taboe. Terwijl mannen exact dezelfde angstreflexen en gevoelens hebben als vrouwen. Die cultuur van stoerheid is problematisch als je weet dat angsten negeren of onderdrukken juist voor meer problemen zorgt. Zeker nu politici en marketeers zo op onze angsten inspelen. Wij mensen zijn ontzettend vatbaar voor manipulatie en de gevolgen daarvan zien we vandaag overal. Brexit, de verkiezing van Trump, de anti-vluchtelingencampagne in mijn Hongarije, rassenhaat die lijkt toe te nemen: het gebeurt in landen die comfortabeler, rijker en rustiger zijn dan ooit. Maatschappijen die gewend zijn aan veiligheid en een stabiele levensstandaard lijken verrassend makkelijk van hun stuk gebracht.’

Ik ben ervan overtuigd dat je niet leert wie je echt bent als je nooit uit je comfortzone stapt.

Autochtonen tegenover nieuwelingen, klimaatbetogers tegenover klimaat- sceptici, rechts tegen links, mannen tegen vrouwen:het is onvoorstelbaar makkelijk om ons ertoe aan te zetten anderen te haten, schrijf je.

‘Dat heeft te maken met hoe wij in elkaar zitten. We zijn irrationeel en vinden het ontzettend belangrijk om tot een groep te behoren. Dat stuurt ons gedrag. Uit onderzoek blijkt dat we veel makkelijker te overtuigen zijn van een stereotype over een groep waar we niet bij horen, dan over onze eigen groep. Ons zenuwstelsel, dat verantwoordelijk is voor empathie en pijn, is minder actief als we aan mensen van een ander ras denken, dan aan onze eigen etniciteit. We zoeken bij elk probleem meteen een zondebok en zijn heel gevoelig voor wij-zij-scenario’s. Ook mensen met goede intenties kunnen in slechte situaties dingen doen die ingaan tegen hun fundamentele waarden, zo blijkt uit onderzoek, en uit de geschiedenis en het dagelijkse nieuws. Dat is verbazingwekkend. Bovendien zorgt de veelheid aan stimuli, informatie, regels en boodschappen die ons overspoelt voor een gat in ons veiligheidsschild. We hebben soms het gevoel dat we ons leven niet onder controle hebben, ontheffen onszelf van de verantwoordelijkheid voor onze beslissingen en laten ons dingen overkomen. Ondertussen bombardeert de politiek ons met boodschappen die vaak niets meer te maken hebben met feiten, maar inspelen op onze gevoelens. Vluchtelingen, terroristen, minder welvaart, het klimaat, vaak onthou je niet wat er precies gezegd wordt, maar wel wat je erbij voelt. Onrust. Angst. Dat is een probleem.’

Vandaar dat propaganda zo goed werkt, stelt Anthony Pratkanis in zijn boek Age of Propaganda. Angst creëren, fundamentele overtuigingen manipuleren en een zondebok vinden om jezelf dan als redder aan te bieden, we zien het dagelijks.

‘Trump is het perfecte voorbeeld. Zijn volgers denken bovendien dat hij van niets of niemand bang is, omdat hij intolerant en grof durft te zijn. Wat me nog meer verontrust, is dat mensen die denken dat ze niet gevoelig zijn voor dat soort paniekzaaierij en groepsdruk juist vatbaarder zijn, omdat ze zich niet bewust zijn van de kracht van hun omgeving. Vandaar dit boek, en mijn lezingen en interviews, om die bewustwording een handje te helpen.’

Van de frontlijn tot het kraambed: Hesna Al Ghaoui schreef een boek over de kracht van angst

Spelen de media hier een rol in? Die tuttutten wel als publieke figuren choquerende uitspraken doen, maar ze berichten wel enthousiast over grove tweets of racistische speeches.

‘De media spelen een gigantische rol. Wat zien we? Het is vandaag mode om intolerant te zijn. De Trumps en Orbans geven iedereen toestemming om hun eigen angstige en daardoor vaak agressieve gedachten te uiten. Tolerantie smelt weg en discussiëren wordt moeilijker, want we hebben het niet meer over feiten, maar over emoties en dan vooral angst. We zijn bang om dingen te verliezen en ons reptielenbrein, gefocust op overleven, honger en de nood aan sociale hiërarchie, reageert. Op dat moment is empathie er niet meer bij, want het gaat om onze overleving. Sociale media helpen bovendien niet, omdat ze ons in een bubbel van gelijkgezinden droppen, waar we niet meer geconfronteerd worden met mensen die andere meningen of wereldvisies hebben. Het ding is: vechten of vluchten werkt niet in onze complexe hedendaagse maatschappij. Daarom moeten we onze neocortex activeren en op zoek gaan naar antwoorden op rationele vragen. Zijn we realistisch? Heb ik echt reden om bang te zijn van vluchtelingen of een aanslag? Moet ik mezelf verdedigen? Heb ik iets te verliezen?’

Je boek is verhelderend, maar echt vrolijk word je niet van de confrontatie met hoe gevoelig we als diersoort zijn voor allerlei angsten. Ben je zelf optimistisch over de toekomst?

Ik maak me zorgen, maar ik wil de hoop niet opgeven, want ik heb kinderen. Daarom vecht ik terug. In ons hart voelen we de nood om ergens thuis te horen én de nood aan empathie, maar dat gaat niet vanzelf. We kunnen die empathie kwijtraken als we denken dat onze overleving in gevaar is, dus moeten we aandachtig zijn. Door verhalen te vertellen en te tonen hoe we op elkaar lijken, kunnen we veel bereiken. Twee mensen die me ontzettend geraakt hebben, zijn de Israëlische Rami Elhanan en de Palestijnse Bassam Aramin. Ze groeiden op in haat en verloren allebei hun dochter. Bassams dochter Abir werd doodgeschoten door een Israëlische soldaat, Rami’s dochter Smadar kwam om bij een Palestijnse aanslag op een bus. Ze vonden elkaar, werden vrienden en begonnen samen The Parents Circle-Families Forum. Hun verhaal geeft me hoop. Angst en manipulatie liggen op de loer, maar verhalen zijn een antigif. We mogen niet opgeven. Daarvoor is dit te belangrijk voor de generaties na ons.’

Hesna Al Ghaoui

– Geboren in 1978, als dochter van een Hongaarse moeder en Syrische vader.

– Buitenlandjournaliste voor de Hongaarse televisie, bracht verslag uit van onder meer Libanon, Afghanistan, Libië en Gaza. Hield een TED-talk over angst.

– Auteur van De kracht van angst, uitg. Pluim, 23,99 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content