Tom Lanoye: ‘Ga voor de dingen die moeilijk en niet evident zijn!’

© Foto Filip Naudts

Tom Lanoye (60) schrijft romans, poëzie, toneelstukken, essays en columns. Hij is tot 1 juni op tournee met het literaire programma Jubilee Lanoye en presenteert op 20 mei in De Studio in Antwerpen Lees Labo Lanoye, met theatertekst van Annelies Verbeke.

Ik zie overal toneel. Met dank aan mijn tot in de living acterende moeder. Als politieagent in je uniform over straat lopen, als middenstander achter je toog staan, als auteur voorlezen: het is allemaal toneel. Mijn moeder gebruikte mij van kindsbeen af om haar rollen te overhoren, waardoor ik toneel heb leren lezen en het zelf uiteindelijk ook ben gaan schrijven. Ik ben nu aan mijn 25ste stuk toe. Dat maakt van mij een completer auteur. Hugo Claus, Peter Verhelst, Stefan Hertmans, Annelies Verbeke… Zij zijn niet wie ze zijn zonder hun theateroeuvre.

Het besef dat wij nietig zijn in het universum is een vrijbrief om nóg speelser en gedurfder te zijn. Als je eens niet raak schiet, kun je je troosten met de gedachte dat het in the long run niet zo belangrijk is. Misschien is hard werken wel een manier om niet constant die nietigheid in de ogen te moeten kijken. Voor een deel is het ook een vlucht.

Als middenstanders lepelden mijn ouders me in: als je een talent hebt, moet je dat gebruiken. Luiheid is niet toegestaan.

Hoe kun je als artiest de arena van ambities, mislukkingen, triomfen en macht die de politiek is negeren? We moeten samenleven, dus kun je niet om de vraag heen hoe je de macht organiseert. Daar gaat mijn Shakespeare-bewerking Ten Oorlog over. Als Trump de grenzen van de rechtstaat opzoekt, hoe kan een gemeenschap zich daar dan tegen wapenen? Als de journalistiek de vierde macht is, mag kunst de vijfde zijn. In het Vlaams bestel zitten artiesten tussen hamer en aambeeld. Ik krijg de indruk dat in Antwerpen wielerwedstrijden primeren boven het rijke patrimonium. Theo Francken vraagt zich af waarom alle artiesten hier zo links zijn. Het antwoord is: in het begin was de Vlaamse Beweging nog sociaal en cultureel, daarna heeft ze de collaboratie omarmd.

In Zuid-Afrika, intussen mijn tweede vaderland, kijk ik naar de wereld door een andere bril. Zonder het eeuwige egoïsme van de Europeaan die nog altijd denkt dat de nulmeridiaan door zijn fontanel én zijn kont loopt. De perspectiefwisseling is verfrissend. Ik stel vast dat we er niet in slagen Europa te verenigen, terwijl de BRICS-landen waartoe Zuid-Afrika behoort grote sprongen maken. Als we nog willen meepraten in een multipolaire wereld, moeten we vermijden dat de boel nog verder versplintert.

Ik heb mijn tijd dan toch niet verleuterd. Dat dacht ik, tegen mijn neuroses van de middenstand in, toen ik op mijn zestigste een round-up maakte. Ik vind doorgaans dat ik te weinig doe, maar toen ik alles opgesomd zag, was ik toch tevreden. Maar het is nog niet afgelopen. Met de toneeltekst Verloren Vader, geschreven voor de Nationale Dodenherdenking in Nederland, heb ik het nu voor het eerst rechtstreeks over de Tweede Wereldoorlog. Hoe meer ik erover lees, hoe kwader ik word. Dat burgemeester Leo Delwaide, nadat in de oorlog met de medewerking van de politie tienduizend joden uit Antwerpen waren weggevoerd, nog een antisemitische campagne lanceerde, is helaas niet algemeen geweten. Lang heeft men dat weggemoffeld en van de collaborateurs slachtoffers gemaakt. Ik ben naar de musical 40-45 van Studio 100 gaan kijken. Technisch gezien overdonderend goed; echt wereldklasse. Maar wat meer is: voor het eerst krijgen zoveel Vlamingen het échte verhaal van de collaboratie te horen.

Als we nog willen meepraten in een multipolaire wereld, moeten we vermijden dat de boel nog verder versplintert.

Techniek bevrijdt. Techniek biedt meer mogelijkheden voor expressie. Daarom was de punk zo snel uitgezongen. Mijn grote leermeester Gerard Mortier zei als seculiere geest: ‘De mens moet kathedralen willen bouwen.’ Als ik artiesten over ‘de kleine dingen des levens’ hoor spreken, loop ik weg. Ga voor de dingen die moeilijk en niet evident zijn! Ik heb voor Ten Oorlog bijna een jaar moeten studeren om de vijfvoetige jamben onder de knie te krijgen. Als middenstanders lepelden mijn ouders me in: als je een talent hebt, moet je dat gebruiken. Luiheid niet toegestaan. Al ben je soms moe: je moet volharden.

Ik heb aan een portfolio gebouwd waar ik plezier aan blijf beleven. Een Shakespeare-bewerking die ik voor Toneelgroep Amsterdam heb gemaakt, Koningin Lear, is intussen ook in Duitsland en Wallonië opgevoerd en valt nu in Zuid-Afrika in de prijzen, terwijl ik daar zelf niets meer voor hoef te doen. Dat kon mijn vader van zijn zure-zultbereiding niet zeggen. Hij had als slager ook een reputatie, maar niet die portefeuille.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content