Première ‘Anton Corbijn, Inside Out’ in Cinema Zuid, Antwerpen

Was er tijdens de première van de documentaire Inside Out over leven en werk van fotograaf en cineast Anton Corbijn een bom op Cinema Zuid gevallen, het Vlaamse fotografenbestand zou gedecimeerd zijn. Zelfs Herman Selleslags, de beminnelijke peetvader van de Vlaamse (rock)fotografie was present.

Evenals de Nederlandse prins Constantijn en zijn vrouw Laurentien, maar aangezien ik geen kenner van koningshuizen ben, had ik die niet eens herkend, ook al zaten ze bijna pal naast me. Nu, Corbijn zelf slaagde er tijdens de after-party in om zowat volledig in het decor te verdwijnen. Zo’n mens is het: een lange, zwijgzame Hollander die met lichtjes gebogen schouders door het leven gaat en die ook op de première van een aan hem gewijde documentaire de indruk gaf dat hij liever ergens anders geweest zou zijn, maar te beleefd was om weg te lopen.

Meer dan drie jaar lang volgde cineaste Klaartje Quirijns de fotograaf die nog altijd bij voorkeur met een mechanische Hasselblad werkt als hij iconische muzikanten als Bono, Lou Reed en James Hetfield van Metallica vereeuwigt. Wat Quirijns gemeen heeft met Corbijn, is dat ze die supersterren niet met overdreven eerbied benadert, zodat we ze te zien krijgen als kerels die alleen maar kunnen hopen dat ze in het echt even cool zijn als op de foto’s die Corbijn van hen maakt. Dat Corbijn eigenlijk altijd zichzelf fotografeert, merkte iemand op. Zelf geeft hij toe dat hij het liefst individuen in plaats van groepen portretteert, vandaar ook dat hij vaak afstand creëert tussen de verschillende bandleden.

Maar meer nog dan de fotograaf toont Quirijns de mens Corbijn. Net als Ingmar Bergman de zoon van een dominee, groeide hij op in een gereformeerd gezin waar de ouders bepaald niet met hun gevoelens te koop liepen en zich meer inzetten voor de gemeenschap dan voor hun eigen kinderen. Zo was hij als het ware voorbestemd om als een loner te opereren, net als het door George Clooney vertolkte hoofdpersonage van The American, Corbijns eerste en gunstig onthaalde fictiefilm.

Voor een gesloten mens als Corbijn, niet gespeend van gortdroge humor overigens, moet het een opgave geweest zijn om over zichzelf te praten. Dat hij dat toch doet (‘Omdat ik altijd het gevoel heb dat ik als mens tekort schiet, sloof ik me zo uit in mijn werk’) en dat het niet artificieel of zelfingenomen overkomt, getuigt van de vertrouwensrelatie tussen fotograaf en documentairemaakster. En zelf was Quirijns tijdens het vraaggesprek achteraf niet te beroerd om toe te geven dat ze veel te danken had aan de trefzekere montage van Boris Gerrets.

Het mooiste moment was voor mij de confrontatie van Corbijn met zijn hoogbejaarde moeder die ineens vertelt dat ze vóór ze zijn vader leerde kennen stapelgek was op een andere man met wie ze van thuis niet mocht trouwen. ‘Maar was je dan toch niet gelukkig met vader?’, vraagt de zoon hoopvol. Waarop zij, bijna achteloos: ‘Ach, we schoten wel op.’ Pakkend, effenaf. En toen waren er gefrituurde inktvisringen en krabbenpoten en witte wijn, tamelijk veel witte wijn.

Linda Asselbergs

Anton Corbijn, Inside Out, vanaf 9 mei in de bioscopen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content