Openingsavond Filmfestival Oostende

De openingsavond van het Filmfestival van Oostende was er één van straffe madammen.

Het leukste aan het Filmfestival van Oostende is dat het in Oostende is. Wie vóór de première van Little Black Spiders op het terras van Brasserie Belvedère met zicht op zee een glas dronk en naar de filmklap aan de omringende tafeltjes luisterde, kon zich eventjes in Cannes wanen. Dat het festival jaar na jaar in het schitterendste weer van start gaat helpt ook. Luchtig gekleed vrouwvolk op de rode loper, niemand is daar tegen.

De openingsavond was er één van straffe madammen. Barbara Sarafian, stijlvol in een lange zwarte avondjurk met duizelingwekkend rugdecolleté, is de eerste vrouwelijke master van het festival. Terecht, wegens één van onze voortreffelijkste actrices, zoals nog maar eens bleek uit de eerste aflevering van de VTM-reeks Clan. Uit haar eigenzinnige selectie van favoriete films die op het festival vertoond worden onthou ik vooral Carlos Saura’s Cria Cuervos, Mademoiselle met Jeanne Moreau en een weinig bekende komedie uit de jaren ’30, Mon Père et Mon Papa.

De tweede straffe madam is Patrice Toye, regisseur van de openingsfilm Little Black Spiders. Ze straalde, omringd door haar twee jonge dochters. Als je ziet hoe blij en trots zo iemand is met het resultaat van hard creatief zwoegen, voelt het bijna als heiligschennis aan om daar als niet-filmmaker commentaar op te leveren. Haar Little Black Spiders is een echte auteursfilm, met een intieme poëtische filmtaal en sterke vertolkingen van een hele rist prille actrices, Line Pillet en Charlotte De Bruyne op kop. Ook ‘anciens’ Dolores Bouckaert en Inneke Nijssen zijn absoluut overtuigend.

Het verhaal van de zwangere tieners die weggestopt op de zolder van een afgelegen instituut hun bevalling afwachten speelt zich af in 1978, toen ik nauwelijks ouder was dan de protagonisten. En ook al is dit geen Vlaamse Magdalene Sisters en is er geen sprake van brute fysieke of geestelijke vernedering, het katholieke Vlaanderen uit de film kwam mij als een parallelle realiteit voor. Maar goed, het scenario is gebaseerd op ware feiten. Trouwens, wat de historische details betreft: ik had precies dezelfde Prismareeksversie van de ‘Griekse mythen en sagen’ als hoofdpersonage Katharina. De film blijft hangen, zoveel is zeker. Het enige dat je Patrice Toye wellicht kunt verwijten, is dat haar symboliek nogal nadrukkelijk is. Het jonge vogeltje dat uit het nest viel had voor mij niet gehoefd en ook het Grieks bachanaal dat de meisjes opvoeren kwam bij mij nogal artificieel over.

Na de felicitaties was het tijd voor de receptie, waar duidelijk bleek dat dit festival elk jaar meer belangstelling krijgt. 1700 mensen die van ver of dicht iets met film te maken hadden, verdrongen zich rond de bubbels en de garnaalkroketten zodat er ook eentje op de rode jurk van deze ‘festivalgangster’ terecht kwam. Les risques du métier, quoi. Apotheose van het festival is de uitreiking op 15 september van de Vlaamse filmprijzen, vanaf dit jaar herdoopt in Ensors. De meeste nominaties gingen naar Hasta La Vista en Tot Altijd, twee films over mensen met een beperking en/of levensbedreigende ziekte. Het lijken de Oscars wel.

Linda Asselbergs

Foto’s: Marc De Block

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content