Moeilijk en mooi: zo ervaarden onze redacteurs het afgelopen jaar
Onze vertrouwde pennen over wat hen in dit bewogen jaar aangreep, opviel of sterkte.
Ruth Goossens, hoofdredactrice: ‘In tijden van nood leer je je vrienden kennen’
‘Ze zeggen dat je in tijden van nood je vrienden leert kennen. Ik heb vooral geleerd hoe waardevol die vriendschap kan zijn. Al wandelend deelden we onze zorgen, hielden we elkaar een spiegel voor of boden we een ander perspectief. Een lach, een traan, maar geen knuffel. Weekend na weekend samen wandelend in parken en bossen, langs weiden en akkers. Met stapschoenen aan en zo nu en dan vergezeld van een glaasje witte wijn om het leven te vieren. Zo mooi kan vriendschap zijn.’
Annelies Waegemans, eindredacteur: ‘Ik zie geen watje, maar een moedige achttienjarige die al maanden niets mag en veel moet’
‘Juni 2020: vanachter onze laptop zien we onze zoon afstuderen. Generatie corona worden ze al genoemd, de jongeren die uitgezwaaid werden met een onlineceremonie na maanden van afstandsonderwijs en gedwongen eenzaamheid. Een generatie watjes volgens velen. Te veel gepamperd, niks gewend. Ik zie geen watje, maar een moedige achttienjarige die al maanden niks mag en veel moet: wel de lessen, niet de lol. Wel de examens, niet de ontlading achteraf. Het leven van een veertiger, kortom. Mijn voornemen: meer tijd maken voor de ontlading achteraf. Meer mogen, minder moeten. Watjes weten waarom.’
Nathalie Le Blanc, redacteur: ‘Boeken, YouTube-tutorials: mijn kennis en kunde nam met rasse schreden toe’
‘Ik begon in maart ijverig te naaien. Ik doe dat al 35 jaar, maar wegens nooit les gevolgd, ben ik er nog altijd niet echt goed in. Dus besloot ik om de kunst van het kleermaken bewust te bestuderen. Boeken, YouTube-tutorials, experimenten, mijn kennis en kunde nam met rasse schreden toe. Ik was vergeten hoe heerlijk het is om iets – min of meer – nieuws écht goed te leren doen. En ook hoe het 3D-puzzelen en constant kleine probleempjes oplossen dat naaien toch is, je hele hoofd vult, zodat er geen plaats meer is voor gepieker. Bring on 2021: ik wacht ongeduldig op momenten om al die nieuwe kleren aan te trekken.’
Wim Denolf, redacteur: ‘Ik was trots op dat curieuze landje van ons’
‘Na een asielaanvraag maandenlang wachten op een brief die een toekomstperspectief brengt, dan wel de totale uitzichtloosheid: tot voor kort kende ik het alleen van horen zeggen. Toen de enveloppe van het Commissariaat-generaal eind oktober in de bus viel, vroeg de betrokkene me om ze samen te openen – de zenuwen en zo. Binnenin geen duidelijke ‘ja’ of ‘nee’, wel twee A4’tjes vol verwijzingen naar wetsartikels en, helemaal op het einde, dat ene zinnetje dat een mensenleven verandert: ‘Na grondig onderzoek ken ik u het statuut van vluchteling toe.’ We lazen het voor de zekerheid twee keer en huilden tranen van geluk. In de kranten was het die dagen een en al somberheid en getalm, maar ik was trots op dat curieuze landje van ons: het systeem had gewerkt.’
Ellen De Wolf, redacteur: ‘Ook in de schaduw van de kerktoren kan het leven mooi zijn’
‘In 2020 werd de wereld weer wat kleiner. We bleven noodgedwongen in ons kot, onder de kerktoren waarvan we dachten dat we die ontgroeid waren. Wat ik het afgelopen jaar heb geleerd, is dat ook in de schaduw van die kerktoren, in mijn zalige bubbel van vier, het leven mooi kan zijn. De tuin was ons kleine paradijs: de zon scheen, het zwembadje stond en de rosé smaakte fris. We hebben gefietst, gelachen, gebakken en genoten. There really is no place like home.’
Amélie Rombauts, redacteur: ‘Als ik iets onthoud, dan is het wel dat ik omringd wordt door de beste man, dochter en framily die ik me kan voorstellen’
‘Een feestweekend in Tel Aviv met vriendinnen, een tuinfeest met massa’s gasten, een rondreis door Zuid-Korea met mijn gezin. Mijn plannen waren groots voor mijn veertigste verjaardag. In plaats daarvan zag ik de maan opkomen en weer ondergaan bij een kampvuur, goed voorzien van drank, eten en uren durende gesprekken. Op de achtergrond een mixed tape, verderop een uniek kunstwerk, beide gemaakt met mij als muze. Als ik één ding onthoud van 2020, dan wel dat ik omringd word door de beste man, dochter en framily die ik me kan voorstellen. En dat is grootser dan groots.’
Nathalie Cardon, eindredacteur: ‘Ik doe extra mijn best om de sfeerbeer te zijn’
‘Ik werd meteen vrolijk toen ik hem zag: de man in rode trui die, toen publiek in de studio te gevaarlijk werd, in zijn eentje voor de ‘lach’ in De Slimste Mens moest zorgen. Eerst vond ik het een hilarische vondst, zo’n bulderend type als ‘sfeerbeer’ uitnodigen, daarna ontroerde het me diep: de uitzendingen kregen bijna iets gezelligers dan normaal, één mens kan het verschil maken tussen ‘doods’ en ‘knus’. Sindsdien doe ik zelf extra mijn best om de sfeerbeer te zijn: voor mijn ouders, die recht hebben op een fijn knuffelcontact, voor mijn zoon, wiens kotleven maandenlang on hold werd gezet, en voor mijn vriend, die toch ook maar elke dag naar dezelfde vrouw moet kijken. Bedankt, Sfeerbeer, om mij te besmetten!’
Jorik Leemans, redacteur: ‘De erker in ons appartement werd omgetoverd tot improvisatieterras’
‘Bij gebrek aan balkon of tuin toverden mijn vriend en ik afgelopen zomer de erker in ons appartement geregeld om tot een improvisatieterras. Hoewel we ons dankzij de nodige cocktails, hapjes en muziek heel even in een zonnige bar waanden, misten we toch al snel weer the real deal, en vooral het gezelschap van vrienden en familie. Dat we intussen een huis met een ruime tuin kochten, doet me al hardop dromen van de vele inhaalfeestjes die ik volgende zomer – hout vasthouden – kan organiseren.’
Ilse Ceulemans, eindredacteur: ‘Vrijheid bleek ineens vluchtig’
‘Die avond, volle zomer, toen het nieuws over de avondklok in Antwerpen binnenrolde. Mijn man zei iets over oorlog, we kropen nog wat dichter bij elkaar, mijn kinderen met hun lieven, jongeren tussen 16 en 22. De rosé vloeide, mijn zoon liet een fles frisdrank vallen die een plakkerig suikerspoor achterliet op de keukenvloer. Ik moest denken aan diegenen die vroeger tijdens de oorlog op zo’n avond met hun familie moeten hebben samengezeten en gezegd: ‘Avondklok. Kom, dan zijn we weg’ en een nieuw leven waren begonnen. Onze vijand was overal. Ons nieuwe leven begon daar, aan die tafel. Vrijheid bleek ineens vluchtig.’
Mare Hotterbeekx, chef online: ‘Troost en vriendschap hebben veel verschijningsvormen’
‘Alleen wonen heb ik altijd als een zegen beschouwd. De was die drie dagen op het droogrek kampeert, het stof dat zich ijverig in alle hoekjes verzamelt of de verwarming die ik feestelijk op 23 graden zet: in mijn huis er is geen haan die ernaar kraait. Toen brak de tweede lockdown aan. Collega’s trokken zich terug achter schermen, de avondklok werd ingeluid, sociaal contact werd opnieuw aan banden gelegd. Mijn wereld werd herleid tot de vier muren van mijn plots erg lege appartement. Ik had eindeloos veel tijd om na te denken en die vele uren in mijn eigen hoofd eisten hun tol. Voor het eerst in mijn leven besefte ik hoe eenzaamheid je vanbinnen kan leegvreten. Hoe het je ledematen zwaar kan maken, je gedachten traag en donker. De vele postpakketten, verrassings-Deliveroos en kleurrijke kaartjes hebben me erdoor gesleept. Troost en vriendschap hebben veel verschijningsvormen en komen bij voorkeur onverwacht aangewaaid.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier