Marian Donner schreef een anti-zelfhulpboek: ‘Zelfhulptips zijn een vorm van verdoving’
‘We geloven graag dat we alles in de hand hebben, maar je kunt gewoon niet alle pijn en leed vermijden, laat staan dat je je genen of de dood verslaat.’ In haar Zelfverwoestingsboek hakt Marian Donner in op de zelfhulpindustrie.
Verslaafd aan inspirerende TED Talks en boeken die je de twintig, vijftig of honderd stappen naar geluk, succes, een perfect lichaam of een eeuwigdurende relatie wijzen? Dan is het Zelfverwoestingsboek van Marian Donner verplichte kost. Volgens de Nederlandse schrijfster verhinderen al die geboden en verboden ons niet alleen om te leven zoals we dat zelf willen, maar verhullen en versterken ze ook wat er echt misloopt.
‘Mijn wrevel over de zelfhulpindustrie speelde al langer’, bekent Donner (45) op het balkon van haar woning in de Amsterdamse wijk De Baarsjes. ‘Je lichaam en geest gezond houden, je huis opruimen, geen tijd verspillen, je comfortzone verlaten, ruimte maken voor me-time: de druk om aan een betere versie van jezelf te werken is enorm. Terwijl die nadruk op zelfoptimalisatie en -disciplinering mensen juist ongelukkig maakt. Schuld- en schaamtegevoelens over je lichamelijke gebreken en maar half geslaagde leven zijn nauwelijks te vermijden. Uit het idee dat het leven is wat je er zelf van maakt, volgt immers dat ook falen alleen aan jezelf ligt: omdat er iets mis is met je en jij niet wilt veranderen. Depressief of op de rand van een burn-out? Jij bent het die de zaken verkeerd aanpakt en er wat aan moet doen.’
Jij bent het probleem niet, het is de wereld die moet veranderen.
Is een beetje sturing niet nodig? We zijn uitermate goed in het ondermijnen van ons eigen geluk met ongezonde leef- en werkgewoonten.
Donner: ‘Aan jezelf werken is niet verkeerd. Dat is eigen aan de mens: de meesten willen niets liever dan leren, groeien en zinvol bezig zijn. Maar je moet wel realistisch zijn: als zelfhulpboeken zouden werken, konden de uitgevers ervan hun winkel sluiten. De aantrekkelijkheid daarvan ligt in het fantaseren over een andere ik: over het lichaam of het werk- en gezinsleven dat we zouden kúnnen hebben. Mij stoort vooral dat de verantwoordelijkheid altijd bij het individu ligt. Problemen worden geprivatiseerd, alsof het niet de torenhoge werkdruk, bullshitbanen, onbetaalbare woningprijzen, bestaansonzekerheid, de druk van technologie en falende overheden en vangnetten zijn die ons geluk in de weg staan. Zelfhulptips zijn vooral een vorm van verdoving: ze doen je vergeten wat er structureel misloopt in onze samenleving.’
Je boek leest als een pleidooi om de teugels te laten vieren, om je niet te schamen voor je hangbuien en minder geslaagde leven. Nog meer do’s en don’ts dus.
‘Zelfhulp vertaalt zich altijd in nut: het doel is dat je er gelukkiger of succesvol van wordt, terwijl de wereld blijft zoals die is. Kijk naar de aanpak van mentale gezondheid. Nu bestrijden we depressie en burn-out vooral met medicatie en tips om aan onze weerbaarheid te werken: net als met tegenslagen en verdriet is het aan jou om er lessen uit te trekken en er iets van te maken. Nochtans is de kans groot dat er vooral iets misloopt bij je werkgever, dat je eronderdoor gaat door de moordende werk- en prestatiedruk. Idem met kinderen met ADHD: geen woord over overvolle klassen, het gebrek aan speeltijd of alle activiteiten waar we hen vanuit onze optimalisatiedwang naartoe sturen – hyperactieve kinderen zijn het probleem. Dat veel kinderen alleen op schooldagen rilatine slikken en niet in het weekend of vakantieperiodes zegt genoeg. In mijn ogen is dat oplapwerk: we zorgen ervoor dat mensen beter aangepast zijn en kunnen meedraaien in een systeem dat productiviteit, efficiëntie en consumptie vooropstelt, maar we doen niets aan de echte oorzaken van mentale problemen. Ik draai de redenering om: jij bent het probleem niet, het is de wereld die moet veranderen. Mijn boek is daar een aanzet toe, maar nee, het zal je niet gezonder, succesvoller of tot een beter mens maken.’ (lacht)
Je hoeft niet mee te doen aan de ratrace. Als je wilt, lap je al die regels om gelukkig en succesvol te zijn toch aan je laars?
‘Mensen zeggen weleens dat het individualisme is doorgeslagen, maar het tegendeel is waar. De druk van het groepsdenken is gigantisch. Hoe belangrijk vind je het zelf om een afgetraind lichaam en een topjob te hebben? Zulke vragen stellen we ons nauwelijks. De psychische druk om iets van je leven te maken is enorm, net als de afkeuring wanneer je dat niet kunt of wilt. Geen topbaan en een chique auto, maar dik en onproductief? Dan ben je een loser en te mijden. Sowieso heeft het spel niet meespelen een zware kostprijs. Vroeger kon je met een klein loon een huis kopen en je gezin onderhouden, nu is dat haast onmogelijk, laat staan dat je echt als een bohemien kunt leven. Daarom zeg ik ook dat vrijheid tegenwoordig alleen mogelijk is binnen de gevestigde orde. Jongeren van nu beseffen dat. Het is geen toeval dat ze keihard studeren en werken, nauwelijks feesten en later seks hebben.’
Daar had jij geen last van, leert je boek.
‘Ik heb in zekere zin geluk gehad: na de dood van mijn vader op mijn veertiende was er een kleine erfenis, en daar kon ik later een huis van kopen. Dat scheelt uiteraard een hoop, ik moest niet meedraaien in de carrousel van een nine-to-five. Ik was vrij om een minder rechtlijnig parcours te volgen, om tijd te verdoen met uitgaan en rondhangen. Ik kon zelfs twee nauwelijks opgemerkte romans schrijven.’ (lacht)
Ik zal mijn natuurlijke lichaam niet haten, schrijf je, rimpels en scheve tanden hebben is oké. Kostte dat je veel moeite?
‘Mannen worden via reclame, de populaire cultuur en sociale media ook bestookt met schoonheidsidealen, maar ik denk dat elke vrouw daarmee worstelt. Zeker jongere vrouwen: op het moment dat je het mooist bent, ben je het meest onzeker. Vroeger gaven schoonheidsidealen als een bleke huid of een wespentaille je sociale klasse weer, nu snijden die dwars doorheen de samenleving. Dat mooie meisje aan de kassa van mijn supermarkt zit ook vol Botox en fillers. Verslaving aan plastische chirurgie bestaat echt, net als ingebeelde lelijkheid, obsessief gezond eten en dwangmatig sporten. We zijn zodanig vervreemd van het natuurlijke lichaam dat we geen imperfectie meer aanvaarden – niet van onszelf, en niet van anderen.’
De modewereld, reclame en tv-programma’s tonen toch ook minder perfecte lichamen?
‘Dat is nog lang geen realistische afspiegeling van de werkelijkheid. Oudere of vollere modellen bijvoorbeeld worden vooral als de uitzondering op de regel gepresenteerd: de afwijking die we ook moeten accepteren en vieren, maar die tegelijk de wenselijkheid van jeugdigheid en een slank, afgetraind lichaam onderstreept. Reclamemakers weten ook waarom ze dat doen: omdat het merken een progressief en sociaal bewust imago geeft en millennials daar gevoelig voor zijn. Dezelfde reden waarom je in reclame ook andere huidskleuren en seksuele identiteiten ziet.’
Draagt zichtbaarheid dan niet bij tot emancipatie?
‘Ik zeg niet dat mensen uit die groepen zich daar niet aan kunnen optrekken of dat die zichtbaarheid geen normaliserend effect kan hebben. Maar echt activisme is dat niet. Het doel is meer producten verkopen, niet de status quo aanvallen. Dezelfde bedrijven die diversiteit, zelfontplooiing en goed doen prediken, draaien er hun hand niet voor om de mens en de aarde uit te buiten. Sowieso voeren minderheden nu een andere strijd dan vroeger. In de jaren zeventig was de inzet vrijheid, een wereld zonder labels en hokjes, nu gaat het om erkenning: kunnen meespelen met de anderen. Denk aan de gelijke verloning van mannen en vrouwen en meer raciale diversiteit in topjobs. Terechte eisen, maar de fundamenten van het systeem worden niet in vraag gesteld.’
Je schreef ooit over de mentale voordelen van roken, en in het boek bezing je je uitgaansgewoonten van vroeger. Zie je de bui al hangen?
‘Het grappige is dat lezers dan vaak denken dat ik het ironisch bedoel. Dronken gesprekken voeren met onbekenden die je vervolgens vergeet? Dat past niet in een wereldbeeld waar alles om praktisch nut, productiviteit en optimalisering draait. Terwijl het zo leuk kan zijn om even van de roes te proeven en te ontsnappen aan de regels en het moeten van elke dag. Dat stoort me aan deze puriteinse tijden: het enige wat er nog toe doet is zo lang mogelijk leven, goed en gelukkig leven is bijkomstig. Een andere ergernis is het valse gevoel van controle dat de obsessie met een gezonde levensstijl, heilzame voeding en gezondheidsapps verschaft. We geloven graag dat we alles zelf in de hand hebben, maar je kunt niet alle pijn en leed vermijden, laat staan dat je je genen of de dood verslaat. Je gezondheid verwaarlozen is geen optie, maar geef mij maar de gulden middenweg en een leven waarin je minder streng bent voor jezelf.’
Over strengheid gesproken: waarom spreken we anderen zo graag aan op hun meningen en gewoonten? Een foto met je kinderen in een hamburgertent kan je bakken kritiek opleveren.
‘Online wordt het vingerwijzen uiteraard gevoed door een verdienmodel: ophefmakende berichten en discussies leveren kliks op. Filterbubbels maken ook dat we steeds minder andere meningen en levensstijlen te zien krijgen. Als dat toch gebeurt, zijn we dus al snel gechoqueerd. Maar ook de nadruk op zelfdiscipline speelt een rol. Het idee is dat we alles actief moeten aanpakken: niet alleen wat er bij onszelf misloopt, maar ook bij anderen. En dus lachen we met dikkerdjes en rare kleding, veroordelen we mensen omdat ze een keer dronken waren en strijden we over mogelijk racistische grappen.’
Moet je kwetsende of discriminerende opmerkingen dan gewoon negeren?
‘Mensen reageren daar vaak op met de beste bedoelingen, maar tegelijk ook zo meedogenloos. Vanuit een steriel mensbeeld waarin iedereen geoptimaliseerd dient te zijn, is er geen enkele ruimte voor de schaduwkanten die we allemaal hebben. Eén ongelukkige opmerking op Facebook over vrouwen en je bent een boosaardige seksist die nergens goed voor is. Als je baas meeleest, ben je zelfs je baan kwijt. Een ziekmakende situatie waarin iedereen ruziet met iedereen en elke nuance ontbreekt. Op Facebook wil ik mensen met ultrarechtse ideeën soms blocken, maar dan denk ik: doe maar niet. Die posts helpen toch om hen een beetje te begrijpen en niet te demoniseren.’
Lukt het je om ook voor jezelf mild te zijn?
‘Ik heb mezelf alvast aangeleerd om me niet te schamen voor mijn minder mooie trekken of domme uitspraken en foto’s. Dat werkt enorm bevrijdend. Als receptioniste bij een escortbureau ontdekte ik jaren geleden al dat niemand eendimensionaal of perfect is. Dan staat er plotseling een man met topjob voor je neus en blijkt die ook zijn problemen en twijfels te hebben. Dat is net wat ons tot mens maakt, denk ik: onze misstappen en verkeerde keuzes, onze gebroken beloftes en tegenstrijdigheden. Net zoals maar weinig mensen de dromen van hun jeugdjaren waarmaken, en ook zij hebben zorgen. De grote meerderheid daarentegen koestert ambitieuze plannen waar nooit wat van komt. Minder uit jezelf halen dan je hoopte, mislukken, een realiteit die totaal niet strookt met je verwachtingen: dat is het verhaal van bijna iedereen. Voor mij zit daar enorm veel schoonheid en verbinding in.’
Marian Donner
Studeerde psychologie aan de Universiteit van Amsterdam.
Werkte in de politiek, het ontwikkelingswerk en het nachtleven.
Schreef de romans 08.30 uur: opstand (2006) en Lily (2011).
Schrijft columns voor onder meer NRC Handelsblad en de Volkskrant.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier