Wie is de slimste van de klas? Het antwoord zal afhangen van wie je de vraag stelt. Volgens een recent onderzoek denken mannen dat hun vrouwelijke klasgenoten minder slim zijn dan de mannelijke.
Je bent een vrouw, studeert nog en zit in een wetenschappelijke richting? Dan ben je waarschijnlijk dommer dan je mannelijke collega’s. Althans, dat vinden de mannen zelf, zo bewijst nieuw wetenschappelijk onderzoek. De Amerikaanse antropoloog Daniel Grunspan van de Universiteit van Washington vroeg 1700 biologiestudenten hoe zij keken naar de intelligentie van hun klasgenoten. Daarbij moesten de studenten elkaar ordenen volgens slimheid.
Wat blijkt? Vrouwelijke studenten stemden relatief zonder gendervooroordelen. Hun mannelijke collega’s daarentegen waren meer van de oude stempel: al wie in het trotse bezit is van een paar teelballen werd in het algemeen overschat qua hersencapaciteit ten opzichte van hun schoolresultaten, terwijl de slimheid van de vrouwen net onderschat werd.
Al wie in het trotse bezit is van een paar teelballen werd in het algemeen overschat qua hersencapaciteit.
‘Bwah ja, ça va’-slim
We geven een voorbeeld: halen zowel Jorik als Nina een tien op tien, gaan de vrouwen in de klas hen gelijk inschatten. De mannen zullen Jorik zien als hun intelligente opperheiland, terwijl Nina voor hen dan weer onder de categorie ‘bwah ja, ça va’-slim valt.
Het is een trend die Grunspan eerder opmerkte, toen hij de gewoontes van studenten onder de loep nam. Hij ontdekte dat de mannen ervan uitgingen dat hun mannelijke medestudenten meer over een onderwerp zouden weten, ook al waren er vrouwelijke studenten met betere punten.
via GIPHY
Tijdens het onderzoek werd aan de testpersonen ook gevraagd wie zij zagen als de drie uitschieters op intellectueel vlak. Bij het samenleggen van de resultaten, haalde geen enkele vrouw de top drie. Ook al werkten ze misschien beter mee en haalden ze betere punten.
Grunspan legt een link tussen de resultaten en het feit dat vrouwen nog steeds moeilijker serieus genomen worden wanneer ze voor een (wetenschappelijke) carrière gaan. De onderzoeker waarschuwt dat ook deze studenten zullen opgroeien en beslissingen zullen moeten maken op professioneel niveau. ‘Ons werk stelt dat de slechte werkomstandigheden voor vrouwen wellicht niet snel zullen verdwijnen’, klinkt het besluit.
Om te beseffen dat dit een oneerlijk en gevaarlijk patroon is, hoef je heus geen Einstein te zijn.
Jorik Leemans
