Luxe kan niet zonder perfectionisme: wat doet dat met de mentale gezondheid?

© FOTO LONNEKE VAN DER PALEN
Jorik Leemans
Jorik Leemans Journalist

Hoewel perfectionisme in de luxesector allesbehalve een overbodige eigenschap is, swingen de burn-outcijfers bij perfectionisten de pan uit. Is een constante drang naar volmaaktheid een aanslag op je mentale gezondheid of een broodnodige karaktertrek? ‘Je krijgt geen tweede kans voor een eerste indruk.’

Wanneer chef-kok Filip De Pauw zijn groenten snijdt, doet hij dat met een meetlat. Elke lade en koelkast in zijn Antwerpse restaurant Jerom wordt volgens een vaste structuur ingevuld. De specerijen in zijn keuken staan overigens in alfabetische volgorde gerangschikt, van cayenne tot za’atar. ‘Ik werk heel gestructureerd, ja’, lacht de Antwerpse kok. ‘Als het zout niet op zijn plek staat, maar twintig centimeter verder, dan vind ik het niet terug tijdens mijn service. Ik werk als een trein en daarom moet alles heel secuur verlopen. Wij kunnen als restaurant alleen maar groeien, dus ik kan de lat niet hoog genoeg leggen.’

De Pauw, die iets meer dan vijf jaar geleden zijn eigen zaak in Antwerpen opende na zijn strepen verdiend te hebben in de keukens van Hertog Jan, Horseele en ’t Zilte, noemt zichzelf onomwonden een perfectionist. Het lijkt een onontbeerlijke eigenschap in een sector die streeft naar perfecte smaaksensaties op voortreffelijk gedresseerde borden, en bij uitbreiding de hele luxesector, waarin producenten hun klanten de beste ervaring willen bezorgen. Tegelijkertijd is het een karaktertrek die de afgelopen jaren met behoorlijk wat imagoschade te kampen kreeg. Google de term ‘perfectionisme’ en je wordt om de oren geslagen met redenen waarom je er maar beter niet aan lijdt en tips om jezelf ervan af te helpen. Psychologen waarschuwen al jaren voor de negatieve gevolgen ervan, vaak in een adem genoemd met burn-outs, angstklachten en depressies. Als we het internet mogen geloven, is perfectionisme eerder een vloek dan een zegen. Of is het niet zo zwart-wit?

Als je de lat niet hoog legt, heb je geen ambities, geen idealen of verlangens, en die leegte doet mensen vaak in een depressie belanden.

Patrick Luyten, professor klinische psychologie

Er dient inderdaad enige nuancering aangebracht te worden, antwoordt Patrick Luyten, professor klinische psychologie verbonden aan de KU Leuven. ‘De lat hoog leggen voor jezelf en vaak ook voor anderen, is op zich geen negatieve eigenschap, integendeel. Het is net heel belangrijk om een gezonde dosis perfectionisme te hebben, het brengt je ergens. Als je de lat niet hoog legt, heb je geen ambities, geen idealen of verlangens, en die leegte doet mensen ook vaak in een depressie belanden.’ Anderzijds kan de eigenschap ook omslaan in iets verlammends, legt Luyten uit. ‘En dan gaat het constant gepaard met faalangst en gepieker over mogelijke negatieve uitkomsten. Uit onderzoek blijkt dan ook heel duidelijk dat perfectionisme op korte en op lange termijn aan de basis ligt van veel depressieve en angstgevoelens. Mensen die over hun grenzen gaan en psychologisch te veel hooi op hun vork nemen, voelen ook de fysieke gevolgen omdat ze ’s nachts en in het weekend alsmaar doorwerken. Op een bepaald ogenblik is de crash daardoor onvermijdelijk.’

Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen twee vormen van perfectionisme, vertelt de klinisch psycholoog. ‘Enerzijds heb je het adaptief perfectionisme, de positieve variant die ons bepaalde doelen doet bereiken, anderzijds het maladaptief perfectionisme, de vorm die ons echt in de problemen brengt. Waar het ene stopt en het andere begint, is echter vaak onduidelijk.’

De luxesector is bij uitstek een wereld die perfectionistische mensen aantrekt, gaat Luyten verder, ‘als bijen naar de honing’. En dat is opnieuw in eerste instantie iets positiefs, aldus de psycholoog. ‘We leven in een maatschappij waarin enorm veel nood is aan kwalitatieve producten. We worden overspoeld door goederen die helemaal niet zo hoogstaand zijn. Ik denk daarom dat een zekere beroepseer een heel mooie kwaliteit is. Het vakmanschap, de energie en het denkwerk dat in luxeproducten kruipt, is bijzonder mooi en enorm waardevol. Natuurlijk kan dit ook een keerzijde hebben. Je zult altijd mensen hebben die zich in hun werk verliezen en bij de minste onvolkomenheid opnieuw beginnen. Wanneer er zich te veel werk opstapelt, kunnen mensen zich daardoor volledig verliezen in faalangst.’

Luxe kan niet zonder perfectionisme: wat doet dat met de mentale gezondheid?
© FOTO LONNEKE VAN DER PALEN

Sherlock

Ook sterarchitect Glenn Sestig hoeft niet lang te twijfelen of hij zichzelf een perfectionist zou noemen. ‘Perfectionisme is voor een architect een noodzakelijke eigenschap om een goed plan in elkaar te steken’, stelt de ontwerper, die onder meer Raf Simons en Luc Tuymans al tot zijn cliënteel mocht rekenen. ‘Als je plan niet perfect in elkaar zit, dan is het simpelweg niet goed. Die perfectie kan ik echter niet bereiken in een chaos. Ik moet in een ruimte zitten waar alles netjes en geordend is. Het voordeel daarvan is dat alles zo ook veel sneller gaat. Volgens mijn systeem weet ik bijvoorbeeld hoe ik binnen een halve minuut op de computer een plan kan terugvinden, iets wat niet altijd juist gebeurt als er nieuwe mensen in mijn team komen. Ik word erg zenuwachtig als ik naar dingen moet zoeken die niet op hun plaats staan. Voor de mensen rondom mij maakt mijn perfectionisme het dus misschien wat moeilijker, maar dat is hun probleem en niet het mijne.’ (lacht)

‘Mijn klanten verwachten perfectie en ook een bepaalde snelheid van werken’, verzekert Sestig. ‘Het is belangrijk dat je jezelf daar niet in verliest. Op de computer kan alles er volmaakt uitzien en kan je plan tot in de puntjes kloppen, maar de uitvoering blijft een ambacht, waardoor het niet altijd honderd procent perfect kan zijn. Daar moet je afstand van kunnen nemen. Wij gaan door tot alles bij oplevering nagenoeg volmaakt is, maar er zit ook een limiet op de mate waarin je de dingen kunt afwerken. Door te werken met vaste aannemers kan ik er wel op vertrouwen dat de plannen zo nauwkeurig mogelijk worden uitgevoerd.’

‘Je ketting is maar zo sterk als de zwakste schakel’, knikt Marc Alofs, managing director van het gloednieuwe vijfsterrenhotel Botanic Sanctuary Antwerp, dat eind augustus de deuren opent in de koekenstad. ‘Zonder je team ben je niets. Het is daarom belangrijk om het goede voorbeeld te geven. Als ik van mijn personeel honderdentien procent verlang, dan krijg ik er negentig. Neem ik zelf genoegen met negentig, dan krijg ik er maar zeventig, en dat uit zich in ons product. Ik zie het daarom als polsstokspringen: ben je er bijna? Dan leg je de lat weer een stukje hoger. En opnieuw.’

Na meer dan vijfentwintig jaar in de sector en elf jaar aan het roer van vijfsterrenhotel La Butte aux Bois in Lanaken, is Alofs getraind in perfectie. Met minder dan 9.2 als score op booking.com is hij dan ook niet tevreden. ‘Ik kreeg ooit de bijnaam Sherlock toebedeeld omdat ik altijd alles zie. Als iets scheef staat of iemand zijn schoenen zijn niet gepoetst, dan zie ik dat, ja. In mijn vak is dat ook nodig. Een gast in een vijfsterrenhotel verwacht perfectie en betaalt daar ook een prijs voor. Je krijgt geen tweede kans voor een eerste indruk. De ideale hotelbeleving gaat over zoveel facetten, maar betekent uiteindelijk dat je een gast zijn verwachtingen hebt overtroffen.’

Als iets scheef staat of iemand zijn schoenen zijn niet gepoetst, dan zie ik dat, ja. In mijn vak is dat ook nodig.

Marc Alofs, hotelmanager

De sleutel zit hem dan ook in het kunnen loslaten van je werk, zegt Alofs overtuigd. ‘Als ik naar huis fiets, kan ik dat naast me neerleggen. Ik heb doorheen de jaren meerdere mensen gezien die dat niet konden, en dat waren altijd perfectionisten. Zij kunnen vaak moeilijk delegeren en willen alles liever zelf doen omdat ze zo zeker weten dat het perfect gebeurt. Dat zijn ook de mensen die uiteindelijk sneuvelen en een burn-out krijgen. Ik heb zelf ook moeten leren delegeren, maar als je hotel zoals het onze 108 kamers heeft, moet je als manager wel durven leunen op je afdelingshoofden.’

Zondagsneurose

Of het aantal perfectionisten de voorbije jaren ook gestegen is, is volgens klinisch psycholoog Patrick Luyten niet zo eenvoudig te onderzoeken. ‘Maar er zijn recente studies die voorzichtig indiceren dat er een toename is. Er is vooral een groeiende subgroep die kampt met psychologische problemen door hun perfectionisme, veelal in westerse culturen, waar het accent meer op het individu en zijn prestaties ligt in plaats van op de maatschappij. Hoe meer we als samenleving de nadruk leggen op het behalen van persoonlijke idealen, hoe hoger het niveau van perfectionisme.’

Hoewel het daardoor vooral een aangeleerde eigenschap lijkt, worden perfectionisten ook met een zekere aanleg geboren. ‘Perfectionistische factoren zoals persistentie zijn tot veertig procent genetisch bepaald’, verklaart Luyten. ‘De overige zestig procent vindt zijn oorzaak in omgevingsfactoren, zoals het opgroeien in een klimaat waarin hoge verwachtingen worden gesteld.’

‘Vroeger wilde ik ook altijd bij de betere zijn’, knikt chef Filip De Pauw. ‘Als je meedoet aan een loopwedstrijd, ga je voor de eerste plaats, niet de laatste. Het zit in alles wat ik doe, niet alleen in mijn restaurant. Als ik meubels bestel, wil ik dat ze foutloos zijn, de kleren in de kast liggen perfect… Wanneer de structuur juist zit, zorgt dat voor rust. Het tegendeel geldt dus ook. Ik noem mezelf zeker niet de beste kok, maar in mijn eigen stijl wil ik wel steeds naar beter streven. Alleen kan ik niet verwachten dat iedereen uit mijn team hetzelfde doet als ik – op dat vlak ben ik wel realistisch. Soms is het daardoor wel vermoeiend om te beseffen dat ik bepaalde dingen niet kan doen omdat het bedrijf er nog niet klaar voor is.’

Terwijl hotelmanager Marc Alofs vroeger eerder nonchalant was en mettertijd nauwkeuriger werd, kreeg architect Glenn Sestig zijn perfectionisme met de paplepel mee. ‘Het is iets intuïtiefs. Mijn kamer lag er altijd netjes bij, en mijn ouders waren ook heel ordelijk ingesteld. Er was zeker geen chaos in huis te vinden’, vertelt Sestig. ‘Dat betekent voor alle duidelijkheid niet dat ik dit ook van mijn klanten verwacht. Soms zie ik interieurs terug die ik me anders had voorgesteld, maar mensen moeten natuurlijk ook kunnen leven in onze architectuur.’ Om het eindresultaat toch zo perfect mogelijk te krijgen, houdt Sestig wel vastberaden de regie in handen. ‘Ik ontwerp alles zelf en ben niet van plan ben om dat snel los te laten’, verklapt de architect. ‘Klanten komen bij ons vaak met heel specifieke wensen aankloppen en ik wil die dan ook zelf samenbrengen in de perfecte architectuur.’

Luxe kan niet zonder perfectionisme: wat doet dat met de mentale gezondheid?
© FOTO LONNEKE VAN DER PALEN

Noodzakelijk om jezelf niet in je passie te verliezen is een goed evenwicht vinden tussen je werk en je privéleven, besluit klinisch psycholoog Patrick Luyten. ‘Gezond perfectionisme is gebalanceerd perfectionisme. Veel perfectionisten hebben last van een zondagsneurose: een dag vrij, laat staan vakantie, voelt voor hen aan als een straf. Op die manier jagen ze zichzelf de dieperik in. Ongezonde perfectionisten zijn vaak heel eenzaam omdat ze alles inzetten op het werk en hun relaties verwaarlozen, terwijl dat ook heel belangrijke bronnen zijn van zelfwaarde en waardering. Het is belangrijk dat je je werk op tijd kunt loslaten en jezelf kunt opladen dankzij vrienden, familie of hobby’s.’

‘Ik kan heel hard werken, maar kan ook even gemakkelijk de deur van het restaurant achter me sluiten’, vult Filip De Pauw aan. ‘Ik ga regelmatig lopen, lees de krant of ga uit eten met vrienden om mijn hoofd even helemaal leeg te maken. Dat moet, anders brand je op.’ Een goede thuissituatie en voldoende ontspanning zijn van belang, knikt Marc Alofs. Om het werk even los te laten, gaat de hotelmanager zo’n vier keer per jaar bergbeklimmen. ‘Die fysieke inspanning in combinatie met de natuur helpt me alles even helemaal te lossen, aangezien mijn job vooral een geestelijke inspanning is. Wanneer je over die toppen klimt en het bereik van je gsm wegvalt, wordt je leven even gereduceerd tot wat er in je rugzak zit. Van perfectie gesproken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content