Hugo Matthysen: ‘Een writer’s block is voor amateurs en aandachtzoekers’

© Fred Debrock

Hugo Matthysen (62) is filosoof van opleiding en produceert prettige onzin als liedjesschrijver, columnist en scenarist. Hij moderniseert het sintverhaal voor tv, boeken en films. Sinterklaas en de Wakkere Nachten is nu te zien in de bioscoop.

Wat ik nu doe, is in hoge mate hetzelfde als wat ik deed als twaalfjarige: dingen verzinnen, een tekeningetje maken, gitaar spelen. Nochtans heb ik er nooit bewust naar gestreefd om daar mijn beroep van te maken. Ik heb slechts één keer een plan opgevat. Op een gegeven moment had ik het voornemen om vóór mijn zeventigste minstens drie toneelstukken te schrijven en op te voeren. Twee kan ik er al afvinken: De Hersenhap en Onbevreesd!. Zie het als een vorm van waardig ouder worden. Zo’n theatertournee is goed georganiseerd. Om vier uur ’s middags arriveer je in het theater, je doet een soundcheck, je eet, je kleed je om, om acht uur begin je te spelen en om tien uur ben je klaar. Weinig rock-‘n-roll, maar toch spannend omdat elke voorstelling anders is.

Niemand ligt wakker van wat jij dertig jaar geleden hebt gedaan. Wat je nu doet en kunt, dat telt.

Sommige theorieën van filosofen als Spinoza en Kant zijn als een kunstwerk. De architectuur ervan zit mooi in elkaar. De jaren 70 waren een zweverige periode. Ik wou filosofie studeren omdat dat the real stuff was. Achteraf bekeken was die studie een uitstekende oefening in lezen wat er staat. Je leert ook drogredeneringen te ontmaskeren en denksystemen te ontrafelen. Het is fout je af te vragen wat je in je leven met filosofie aan kunt. Het antwoord is: bijzonder weinig. Als een wasmachine stuk is, kan iemand die filosofische scholing heeft gehad Heidegger aanhalen. Die heeft namelijk gezegd dat sommige dingen, als ze niet meer functioneren, plots veel meer aanwezig zijn dan wanneer ze doen waarvoor ze dienen. Veel schiet je daar natuurlijk niet mee op.

Het heeft weinig zin om achteruit te blikken. Zeker mensen van mijn leeftijd kijken soms genoegzaam naar wat ze al gerealiseerd hebben, terwijl men daar in veel sectoren geen rekening mee houdt. Niemand ligt wakker van wat jij dertig jaar geleden hebt gedaan. Wat je nu doet en kunt, dat telt.

Een tijdperk definiëren is tricky. Als je naar de vluchtelingencrisis, de klimaatopwarming en het fijnstof kijkt, kun je concluderen dat we in sombere tijden leven. Maar krijg je die indruk ook als je Tomorrowland bezoekt? De jaren 80 zien we nu als de era van de Bende van Nijvel, de CCC en de grote werkloosheid. Ik heb toen zelf nog gestempeld, maar als ik aan die tijd terugdenk, valt vooral op hoe hard ik me geamuseerd heb: veel op café gezeten, veel opgetreden met een covergroepje en The Yéh-Yéhs, aan het tv-programma Villa Tempo meegewerkt…

Een writer’s block is voor amateurs en aandachtzoekers. Schrijven is een stiel. Punt. Uiteraard kan een tekst al eens mislukken, maar dat is nog iets anders dan gedeprimeerd rondlopen omdat ‘het’ niet komt. Ik kan in alle omstandigheden werken. Aan een keukentafel, terwijl de radio opstaat en er buiten op straat rioleringswerken aan de gang zijn? Geen probleem. Het enige wat ik soms nodig heb, is tijdsdruk. Heel lang geleden heb ik de fout begaan om mij enkele dagen in de Ardennen af te zonderen om te schrijven. Na een halfuur had ik al door dat dat flauwekul was.

Uiteraard kan een tekst al eens mislukken, maar dat is nog iets anders dan gedeprimeerd rondlopen omdat ‘het’ niet komt.

Sinterklaas is een gigantisch toneelstuk waarin volwassenen massaal meespelen. Dat een collectieve leugen noemen impliceert dat het moreel slecht zou zijn. Ik spreek liever van een parallelle waarheid. Wat ik mooi vind: kinderen van acht die ontdekken dat Sinterklaas niet echt bestaat, zetten een grote stap. Plots horen ze bij de wetenden en zorgen ze er mee voor dat het geheim bewaard blijft voor hun kleinere zusje of broertje. Als een vijfjarige zegt: “Ik heb vannacht iets gehoord”, dan heb je clevere tienjarigen die daarop inpikken. “Ja! Het was precies gehinnik, niet?” Dat beschouw ik als een positieve vorm van groot worden.

Een bescheiden opzet maakt de job makkelijker. Verhaaltechnisch is de sint een dun gegeven. Met als enige ingrediënten: Sinterklaas, Zwarte Piet, het paard, de stoomboot die uit Spanje komt en kinderen die brieven schrijven. Maar dat beperkte kader maakt het net zo uitdagend. In Het Leugenpaleis had je ook dingen die niets om het lijf hadden. Als de kabouter Jef De Lathouwer de revue passeerde, wist je: binnen de minuut laat die zijn broek zakken en vestigt die de aandacht op zijn schaamhaar. Op den duur wordt het een sport om dat stramien vol te houden en de luisteraar toch te verrassen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content