Hoe roddelen iets minderwaardig werd

© Getty

In ‘Krabben’ onderzoeken Daan Borrel en Milou Deelen het beeld van vrouwen die elkaar onderuit halen om zelf hogerop te komen. Klopt het? En hoe gaat dat dan in zijn werk? We mogen je laten proeven van het erg interessante boek met deze duik in de geschiedenis.

Tijdens de tweede feministische golf – een opleving van de vrouwenbeweging in de jaren zestig, zeventig en tachtig van de vorige eeuw – zag het begrip ‘krabbenmandeffect’ het daglicht. Dat werd bedacht om gedrag van vrouwen die andere vrouwen naar beneden trekken te omschrijven. Zit er één krab in de mand, dan kan zij er makkelijk op eigen kracht uit ontsnappen. Zitten er meerdere krabben in diezelfde mand, dan belemmeren ze elkaar: zodra één krab een poging doet uit de mand te klauteren, dan ‘krabben’ de anderen haar omlaag. Zo blijven ze in de mand zonder dat een visser op ze hoeft te letten. In de analogie staat de mand symbool voor het patriarchaat.

In dit fragment interviewt Daan Borrel Simon(e) van Saarloos (1990). Zij is filosoof, schrijver, columnist, woont half in Nederland, half in de Verenigde Staten. ‘Ik vraag me af wat Simon(e) – ze zet de ‘e’ tussen haakjes om gendernormen te bevragen – als filosoof denkt over het fenomeen ‘krabben’. Als opiniemaker heeft zij bovendien vaak te maken met oordelen vormen.’

Als we tegenover elkaar zitten in het café waar we hebben afgesproken, vertelt Simon(e) dat ze zich eigenlijk liever niet wil uitspreken over dit onderwerp, ‘omdat het een typisch beeld van jaloerse vrouwen reproduceert, en daar herken ik me totaal niet in. Ook de vrouwen om mij heen lijken daar niet op. Ik kan me niet voorstellen dat je negatief praat over een ander. Ik kan het me níét voorstellen. Ik denk dat het een verzonnen idee is dat vrouwen niet met elkaar kunnen omgaan of elkaar niet willen steunen.’ Ze pauzeert even, zegt dan: ‘Toch wil ik het veroordelen ook weer niet veroordelen omdat ik dan meedoe aan precies hetzelfde systeem.’ Ze lacht. ‘Lastig.’

Ja, het is een mythe dat vrouwen niet met elkaar om zouden kunnen gaan, dat ze elkaar altijd zouden krabben, maar toch valt er meer over het onderwerp te zeggen, blijkt als ik doorvraag. Simon(e) veert op een bepaald moment op en pakt uit haar tas een stapeltje boeken. ‘Het heeft een lange historie om je als vrouw niet te willen relateren aan andere vrouwen,’ vertelt ze. ‘Als Europese witte vrouwen hebben we een geschiedenis om andere vrouwen te onderdrukken om toch iets van macht te hebben. Ik merk ook bij mezelf dat ik het makkelijker vind om boos te worden op mijn moeder om de kansen die ze heeft laten liggen in plaats van dat ik boos word op het systeem – want wat is dat? Het is makkelijker om je moeder, een andere vrouw en dus jezelf, te veroordelen dan de woede naar buiten toe te richten. Ik denk dat we de consequenties onderschatten van generatieslang onze moeders veroordelen.’

Stukje hel op aarde

Een boek dat ze heeft meegenomen heet Witches, Witch-Hunting, and Women, geschreven door Silvia Federici, en is het zwaarst van onderwerp. Daarin wordt over de heksenjachten in Europa in de zestiende eeuw geschreven. Heksen waren voornamelijk oudere, alleenstaande vrouwen die bij de opkomst van het kapitalisme – toen het gezamenlijke land opgedeeld werd onder de mannen en hun gezinnen – zonder land en inkomsten kwamen te staan, legt Simon(e) uit. Deze zogenoemde heksen gingen zich tegen deze verdeling verzetten, want in het nieuwe systeem hadden ze ineens geen sociale positie meer. Voor deze vrouwen werd de term ‘heks’ geïntroduceerd, omdat ze daarmee deden voorkomen alsof de duivel in deze vrouwen huisde.

Ik koppel heksen nooit aan mijn eigen leven, terwijl die geschiedenis dus nog steeds invloed heeft op hoe ik nu naar andere vrouwen kijk

Duivelachtigheid werd vooral toegeschreven aan vrouwen, en daarmee verscheen voor het eerst de hel op aarde. Vrouwen werden hiermee bang gemaakt, zij wilden natuurlijk geen duivel in zich hebben, niemand wilde dat, en daardoor gingen ze andere vrouwen in de gaten houden, andere vrouwen beschuldigen van hekserij, zodat ze zelf beschermd werden door de staat en mannen. Met andere woorden, ze werden tegen elkaar opgezet.

Ik luister verbaasd naar deze heksengeschiedenis. Als Simon(e) is uitgepraat merk ik op dat ik op de middelbare school nooit les heb gehad over de heksenjachten. Vrijwel alle oorlogen en andere slachtpartijen kwamen voorbij, maar heksen, nee. Duizenden vrouwen kwamen op gruwelijke wijze aan hun einde, en toch denk ik bij het woord ‘heks’ aan griezelige vrouwen in verloederde jurken op bezemstelen. Ik koppel heksen nooit aan mijn eigen leven, terwijl die geschiedenis dus nog steeds invloed heeft op hoe ik nu naar andere vrouwen kijk.

Architectuur van de samenleving

Simon(e) vertelt dat het haar helpt om fenomenen als krabben niet alleen psychologisch te verklaren, dus om niet je moeder of jezelf de schuld te geven van bepaald gedrag, maar om in dit geval te onderzoeken waar in de samenleving mensen worden gepusht om anderen te veroordelen. De heksenjachten zijn daar een voorbeeld van. Ze vertelt dat er nog meer dingen zijn in de ‘architectuur’ van onze samenleving die ervoor zorgen dat we op een afkeurende manier over andere mensen oordelen. Veel gebouwen zijn bijvoorbeeld niet toegankelijk voor gehandicapte mensen. Een ander voorbeeld: sommige wijken worden als slecht bestempeld vanwege de demografie van de bewoners en de kosten van een woning, en die wijken worden vervolgens minder goed onderhouden en zijn minder goed bereikbaar met het openbaar vervoer.

Roddelen werd tot iets minderwaardigs gemaakt omdat het gevaarlijk was voor de machthebbers, voor de mannen dus, omdat vrouwen zich zo konden verzetten door samen te zijn en te praten

‘Daardoor ontstaat het idee dat sommige groepen beter zijn dan andere. Het zorgt voor vooroordelen.’ En andersom werkt het ook zo: als er al vooroordelen zijn, wordt de architectuur daarop aangepast. Het is een vicieuze cirkel waarbij abstracte oordelen concrete gevolgen hebben, die de oordelen weer voeden.

Roddelen was niet negatief

Ze pakt het zwart-paarse boekje van Federici weer op. ‘Wat ze hier verderop schrijft, is ook heel interessant voor jullie onderzoek: het woord “gossip” betekende vóór de zestiende eeuw, dus voor de heksenjachten, “vriendin” of “samenkomen met andere vrouwen”. Vrouwen kwamen samen in een kroeg om te roddelen: om te praten over het leven of plannen te smeden. “Roddelen” was niet iets negatiefs.’ Dit roddelen werd tot iets minderwaardigs gemaakt omdat het gevaarlijk was voor de machthebbers, voor de mannen dus, omdat vrouwen zich zo konden verzetten door samen te zijn en te praten.

Het krabben kent dus een lange geschiedenis. Ik zeg Simon(e) dat ik nogal onder de indruk ben van alles wat ze heeft verteld. Vooral omdat ze zo anders naar onderwerpen kijkt dan ik. Ik vraag haar of ze kan uitleggen op welke manier zij oordeelt. Ze antwoordt dat ze haar oordeel probeert ‘uit te smeren’: ze wil niet snel oordelen en probeert altijd de andere kant te zien. ‘Ik wil mijn aandacht herverdelen, onderzoeken hoe ik overal aandacht aan kan geven.’ In onze samenleving worden we verleid om snel een oordeel te vellen: iemand is dit of dat, goed of kwaad, maar volgens Simon(e) is er zoveel meer grijs gebied waar je je aandacht op kunt richten. ‘Ik geloof niet in schaarste. We zijn niet beperkt in het geven van aandacht of liefde. Als je dat gelooft, ga je ook anders oordelen.’

De tip van Simon(e) van Saarloos om krabben tegen te gaan:

We moeten de kwestie omdraaien. We moeten niet zeggen: je moet niet veroordelen, maar we moeten zeggen: je moet engagen. Betrokken zijn, verbinding maken. Mariame Kaba, een sociaal werker en activist, zet zich al jaren in voor vrouwen die aangevallen zijn door mannen. Zelf werd Mariame ook verkracht. Ze zei: ‘De eerste twee jaar had je mij niet moeten vragen wat ik met de dader had willen doen, want dan had ik hem willen doden. Maar gelukkig had ik slimme mensen om me heen die zeiden: het is nu niet jouw taak om te oordelen. Jij hebt pijn en dat is oké, we zijn hier.’ Nu wil Mariame überhaupt niet meer dat mensen gevangen worden gezet. Ze zegt: je moet je pijn omzetten in iets positiefs, in engagement. Als je pijn hebt, voel die pijn dan, zet het niet meteen om in een oordeel maar in betrokkenheid.

Uit: Krabben, Daan Borrel & Milou Deelen (Nijgh & Van Ditmar), verschijnt op 16 juni.

Hoe roddelen iets minderwaardig werd
© Nijgh & Van Ditmar

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content