Grijs en goesting: de seksuele revolutie gaat voort in het woonzorgcentrum

© Getty
Eva Kestemont
Eva Kestemont Journalist Weekend.be

Wat gebeurt er als de generatie die de jaren zestig een tikkeltje wilder maakte de drempel van de woonzorgcentra oversteekt? Juist ja: dan vinden zorgverleners plots seksspeeltjes in de kast en porno onder de matras. En dat brengt soms spanningen met zich mee. Dit is de seksuele revolutie, deel twee.

‘Ik was nog niet lang bezig toen er op een dag drie oude vrouwtjes op een rij zaten te breien’, vertelt Joeri De Ren van Zorgbedrijf Antwerpen om een studiedag rond ouderen en seksualiteit te openen. ‘Ik vroeg: ‘Wat breien jullie zoal?’ Een van hen antwoordde: ‘Alles! En als ge wilt maak ik speciaal voor u een zwembroekske, kom efkes mee naar mijn kamer, dan pak ik uw maat!’ Ik was totaal in shock. Een vrouw van dik in de tachtig zat met mij te flirten!’

In de zaal wordt gegniffeld, maar de anekdote maakt wel twee dingen duidelijk. Een: jonge mensen denken niet dat ouderen nog aan seks doen. Twee: ze hebben ongelijk. Meer zelfs, zegt professor aan het departement filosofie en moraalwetenschappen van de UGent Tom Claes: uit onderzoek blijkt dat mensen tussen de 60 en 82 jaar en met al minstens 25 jaar dezelfde partner de kwaliteit van hun seksleven nu hoger inschatten dan vroeger. Dus nee, vlinders verdwijnen niet zomaar met het verstrijken van de tijd. Dat is altijd al zo geweest, maar vandaag komt het net iets vaker bovendrijven, zo voelen veel zorgverleners aan.

‘Blijven slapen kan enkel in de palliatieve zorg, om te waken bij iemand die gaat sterven. Maar intimiteit en seksualiteit horen bij het léven’

De verklaring daarvoor ligt bij de huidige generatie ouderen die in woonzorgcentra terechtkomen zelf. Verschillende van hen hebben de zomer van mei ’68 meegemaakt. Ze stonden misschien niet allemaal zelf op de barricaden met beha’s te wapperen, maar ze werden wel allemaal (seksueel) volwassen in een tijd waarin meer vrijheid was dan tevoren en waarin mensen stilaan mondiger werden. Daardoor beantwoorden ze niet meer aan het cliché beeld van braaf bridgende oma’s en opa’s. Alleen: dat beeld leeft soms wel nog onder zorgverleners. En zo ontstaat er vandaag heel wat wrijving in de Vlaamse woonzorgcentra. Dat blijkt op de studiedag die het vervolg is van het bij Zorgbedrijf Antwerpen verschenen boek ‘Grijze goesting’. Moeten de mensen die in de jaren zestig en zeventig hebben gevochten voor een seksuele revolutie de strijdbijl opnieuw opgraven?

Nood aan seksualiteit

Het lijkt er alleszins op dat seks – in al zijn vormen – in het woonzorgcentrum niet als normaal beschouwd wordt. ‘Ik hoor regelmatig goed bedoelde boodschappen als ‘in ons woonzorgcentrum is de partner altijd welkom’ en dat vind ik toch een beetje jammer’, zucht Christian Verelst, coördinator van het expertisecentrum dementie. ‘Leuk, je mag op bezoek gaan. Bij iemand waarmee je vijftig jaar getrouwd bent. We hebben de beste bedoelingen, maar ook schroom om een stap verder te gaan. Waarom hoor je nooit: ‘Je mag altijd op bezoek komen en als je zin hebt om te blijven slapen, schuiven we wel een extra bed bij’? Zoiets gebeurt enkel in de palliatieve zorg, om te waken bij iemand die gaat sterven. Maar intimiteit en seksualiteit horen bij het léven. Daarom moet je ze een plaats geven binnen je zorg.’

Al in 1943 stelde de psycholoog Abraham Maslow dat de mens zes universele basisbehoeften heeft, waarvan seksuele en intieme relaties onmiskenbaar deel van uitmaken. Neem de mogelijkheid om die behoefte te vervullen weg en je creëert een onrustige, gefrustreerde of zelfs wanhopige mens. Dat weten we. Toch staan veel mensen wat huiverachtig tegenover sensuele senioren.

'Ik kende ooit een palliatief koppel dat nog eens seks wou hebben. Meneer had graag dat zij bovenop zat, maar dat lukte mevrouw lichamelijk gezien niet meer alleen. Die situatie is toen opgelost met twee verplegers die kwamen helpen en enkele lakens om bepaalde delen te bedekken.'
‘Ik kende ooit een palliatief koppel dat nog eens seks wou hebben. Meneer had graag dat zij bovenop zat, maar dat lukte mevrouw lichamelijk gezien niet meer alleen. Die situatie is toen opgelost met twee verplegers die kwamen helpen en enkele lakens om bepaalde delen te bedekken.’© Getty

Een van de redenen daarvoor ligt in het feit dat we in de media of in (romantische) films amper geconfronteerd worden met mensen op leeftijd, en al helemaal niet met mensen op leeftijd die méér van elkaar willen dan enkel een zedig kusje op de wang. Een ander deel van de verklaring ligt bij de mantelzorgers, die soms bepaalde maatregelen zouden moeten treffen om de seksualiteitsnood van een oudere in te vullen. We hebben het soms al moeilijk om over het gevoelige onderwerp te praten met onze eigen vertrouwelingen. Dat doen met een oudere die je zorg nodig heeft, kan helemaal een brug te ver aanvoelen. Bovendien zijn de belangrijkste mantelzorgers vaak de kinderen, en hoe praat je in hemelsnaam met je ouders over hun seksleven?

Toch wil Zorgbedrijf Antwerpen (haar) zorgverleners wakker schudden, want net dat praten is levensnoodzakelijk, aldus Steven De Weirdt van Aditi, een vzw die vorming rond seksualiteit en seksuele dienstverlening aanbiedt. ‘Wij krijgen regelmatig telefoontjes over seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dat soort situaties ontstaan vaak vanuit frustratie. Als je zaken zoals seksualiteit onder de mat veegt, krijg je een dikke bobbel onder het tapijt en komt alles er na verloop van tijd langs de andere kant terug uit. Dat moeten we vermijden, door het gesprek te durven aangaan. We moeten hen tonen dat er ook andere manieren zijn om frustraties te kanaliseren, zoals seksspeeltjes, porno of waarom niet: seksuele dienstverlening.’

Masturberen met de deur open

Zoals Steven al aangeeft, wordt seksualiteit in het woonzorgcentrum vaak besproken alsof het gaat over een probleem. Mede door de huidige aanpak van het onderwerp – ‘als we er niet over praten, is het er niet’ – wordt het dat inderdaad ook af en toe, maar niet elke seksuele situatie vormt een probleem, aldus Christian. Hij pleit dan ook voor meer normalisatie. Waarom ingrijpen als het immers gaat om doodgewoon menselijk gedrag? Om een seksueel getinte situatie te beoordelen, hanteert hij drie vragen.

‘Een eerste vraag die je moet stellen om een situatie te beoordelen, moet altijd zijn: gaat het hier wel om seksualiteit? Je hebt situaties die dat label opgeplakt krijgen, maar dat is niet altijd terecht. Zo is bekend dat hyperseksualiteit een van de nevenwerkingen is van de medicatie die wordt gegeven bij een bepaalde vorm van dementie. Als je niet zoek gaat naar de oorzaken, concludeer je al snel dat iemand een probleem heeft met seksualiteit. Soms is de perceptie van hulpverlenenden verkeerd.

‘Er zijn drie vragen die je jezelf moet stellen als er iets seksueel getint gebeurt. Als je dat niet doet, zou je kunnen komen tot een interventie tegenover een persoon, terwijl dat nergens voor nodig is’

Een tweede stap is jezelf afvragen of iets gepast dan wel ongepast gedrag is, vanuit verschillende invalshoeken. Is het gepast of ongepast dat een tachtigjarige masturbeert op zijn kamer? Sommigen zullen daar geen probleem in zien, anderen wel. Dan is het een kwestie van met elkaar in gesprek gaan en tot een consensus komen, zonder een objectief referentiekader zoals de rechten van de mens uit het oog te verliezen.

Voor stap drie stel je jezelf de vraag of het gedrag een probleem vormt en, als het antwoord daarop ja is, voor wie dat het geval is. Zorgverleners kunnen bijvoorbeeld overeenkomen dat masturbatie op de kamer geen ongepast gedrag is, maar wat als die bewoner wel altijd zijn deur laat openstaan en zo de integriteit van andere mensen schaadt? Daarnaast bestaat er ook ongepast gedrag dat niet noodzakelijk een probleem hoeft te vormen, zoals een bewoner die regelmatig seksuele toespelingen maakt richting de hulpverleners. Er zullen zeker hulpverleners zijn die dat niet fijn vinden, maar er zijn er ook die weten dat dat soort opmerkingen gelinkt kunnen zijn aan dementie en er daardoor geen probleem in zien.

Als je deze drie vragen niet stelt op het moment dat er iets seksueel getint gebeurt, zou je kunnen komen tot een interventie tegenover een persoon, terwijl dat nergens voor nodig is. Wat wél nodig is: zorgverleners meer ondersteuning bieden zodat zij beter met dit soort situaties om kunnen gaan.’

Konijntjes op de kast

Frustraties voorkomen doe je dus door mensen mensen te laten zijn, inclusief seksualiteitsbeleving. Dat hoeft echter niet altijd ingevuld te worden door een typische vrijpartij met penetratie. Hoewel er zeker nog ouderen zijn waarbij dat laatste op het verlanglijstje staat, verschuift de invulling van seksualiteit bij het ouder worden meer richting de zachtere, intiemere vormen van seks. Bovendien is er niet altijd (meer) een partner in de buurt en dan is soloseks een waardig alternatief.

De vraag om seksuele dienstverlening klinkt luider dan ooit, maar niet elke hulpverlener zit daarop te wachten.
De vraag om seksuele dienstverlening klinkt luider dan ooit, maar niet elke hulpverlener zit daarop te wachten. © Getty

Om ouderen daarmee bij te staan, trekt Kristien Vanspeybrouck van Upper At Home van woonzorgcentrum tot woonzorgcentrum. Op die queeste is ze gewapend met een grote kist vol stimulerende gels, vaginale ballen en vibrators zoals die van Noire Fontaine, die komt met orgasmegarantie, zo zegt ze er giechelend bij. Het hoeft tenslotte niet altijd bingonamiddag te zijn. Haar populairste product? Een paars, dansend konijntje, dat volgens de tevreden 81-jarige vrouw die het vorige week nog kocht met Pasen ook kan dienen als versiering op de kast. ‘Ouderen willen geen producten die een penis zou moeten vervangen’, aldus Kristien. ‘Speeltjes moeten er voor hen vooral leuk uitzien.’

‘Veel wordt er op zo’n namiddagen nooit gekocht,’ zegt ze, ‘maar dit soort momenten helpt wel de bespreekbaarheid vooruit.’ En dat is belangrijk, benadrukt Steven, want veel ouderen weten niet dat dit soort producten bestaat, wat soms problemen oplevert. De seksuele seniorrevolutie begint – net als met de pil destijds – bij kennis, en soms met een tikje technologie.

Samenspel

Het verhaal stopt echter niet bij de aankoop van een speeltje, merkt een zorgverlener op. Want wat wanneer de reuma zo hard toeslaat dat handen geen speeltje meer kunnen vasthouden, of wanneer een oudere met Parkinson er niet meer in slaagt het op de juiste plaats te houden? ‘Dan is het de taak van de zorggevende om daarbij te helpen,’ aldus Steven. ‘Seks is een basisbehoefte, net als eten of gewassen worden. Een zorgverlener helpt ouderen ook met naar toilet gaan of luiers verversen, waarom dan niet met een speeltje aanbrengen? Waar zit het verschil?’

Ook Joeri, die de dag opende, vindt een seksuele dienstverlening vanzelfsprekend. ‘Ik kende ooit een palliatief koppel dat nog eens seks wou hebben. Meneer had graag dat zij bovenop zat, maar dat lukte mevrouw lichamelijk gezien niet meer alleen. Die situatie is toen opgelost met twee verplegers die kwamen helpen en enkele lakens om bepaalde delen te bedekken.’

Christian begrijpt dat niet elke hulpverlener zit te wachten om ouderen bij te staan met (vragen over) hun seksleven, maar benadrukt ook dat dat niet nodig is. ‘Je kan ook werken met aanspreekpunten die bemand worden door mensen die zich er wel goed bij voelen. Daar kunnen dan bewoners terecht, maar ook hulpverleners die geconfronteerd worden met situaties waarin ze niet goed weten hoe ze best handelen.’

Terug in de kast

Alle open uitspraken van professionals op de studiedag scheppen dan misschien wel het idee dat de strijd om vrije seks in de Antwerpse woonzorgcentra al gestreden is, maar niets is minder waar. Hoewel wellicht vooral mensen die openstaan voor het onderwerp zich inschreven voor de vormingen, wordt er zelfs onder hen nog verschillende keren ongemakkelijk gegiecheld en ontstaat er regelmatig ophef. Vooral de sessie over genderidentiteit en seksuele diversiteit in het woonzorgcentrum verloopt behoorlijk onrustig.

Er zijn naar schatting zo’n 200.000 holebi- en transgenderouderen in Vlaanderen, maar in zo goed als elke voorziening waar wij gaan spreken, krijgen we hetzelfde te horen: ‘Hier zitten er geen’.

Zo druk erover gesproken wordt tijdens de sessie, zo stil leven de oudere homo’s, lesbiennes, transgenders en iedereen die afwijkt van de typische heteroseksuele norm vandaag vaak in woonzorgcentra. ‘Er zijn naar schatting zo’n 200.000 holebi- en transgenderouderen in Vlaanderen, zegt Regenboogambassadeur Maggy Doumen, ‘maar in zo goed als elke voorziening waar wij gaan spreken, krijgen we hetzelfde te horen: ‘Hier zitten er geen’. Dat is vooral een teken dat het bewustzijn nog moet groeien en dat er te weinig gelegenheid gecreëerd wordt om open te praten.’

Het is niet zozeer dat directeurs van Belgische woonzorgcentra of het personeel dat er werkt homofoob zijn, gaat Maggy verder, maar gender- en seksuele diversiteit blijkt er toch nog taboe. ‘Bewoners durven vaak niet naar onze infosessies komen, uit schrik dat hun buren in de voorziening dan gaan denken dat ze ook “zo” zijn. Daarom zetten we de thematiek wat verder van hen af, door bijvoorbeeld workshops te geven die gaan over kleinkinderen die holebi of transgender zijn. Dan staan ze daar plots.’

'Als homo of lesbienne moet je jezelf een leven lang outen'
‘Als homo of lesbienne moet je jezelf een leven lang outen’© Getty

Genderdiversiteit is vandaag in sommige middens een breed aanvaarde realiteit, maar in woonzorgcentra kunnen de reacties op alles wat afwijkt van de heteronormatieve standaard erg hard zijn. Een verzorgende citeert wat ze heeft opgevangen in de eetzaal: ‘Als het een van de andere kant is, moet ze niet bij ons aan tafel komen zitten’. Plots regent het getuigenissen over mensen die in hun eerdere leven uitkwamen voor hun geaardheid of genderidentiteit opnieuw in de kast kruipen na een verhuis richting woonzorgcentrum. ‘Als homo of lesbienne moet je jezelf een leven lang outen. Maar het is soms moeilijk om daarvoor de moed te blijven opbrengen, zeker als je ziek bent, of mentaal kwetsbaar na een verlies en ingrijpende verhuis.’

Daarom kijkt ook Maggy richting de zorgkundigen om een sfeer van openheid te creëren. ‘Je moet mensen gelegenheid geven om te praten’, adviseert ze. ‘Vraag bij een intakegesprek bijvoorbeeld niet naar de man of vrouw, maar naar de partner. Wacht niet gewoon af, maar sta er echt bij stil wat er zou moeten gebeuren om een plek te creëren die veilig aanvoelt voor iedereen.’

De ouderen van vandaag hebben de seksuele revolutie van vorige eeuw dan misschien wel mee vorm gegeven, toch worden ze vandaag soms opnieuw in bepaalde fundamentele vrijheden beknot. De barricades van weleer laten zich bovendien niet gemakkelijk beklimmen met een rollator. Gelukkig staan er (in Antwerpen) alvast wat meer hulpverleners klaar die nu weten dat een open communicatie van levensbelang is. En dat ouderen ook aan seks doen, dat ook.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content