‘De poetsvrouw zegt dat ik een goede man ben, omdat ik houd van boeken en planten’

Jean-Paul Mulders mijmert in zijn column over de dingen des levens.

De terrassen zijn open, maar volgens mijn weerapp druist de regen onophoudelijk. Ik ontving nog geen oproep om gevaccineerd te worden, wat een blijk van jeugdigheid is of een administratieve misslag. Aangedampt scharrel ik door de straten, niet minder zoekend of tastend dan anders. Vaker blijf ik binnenshuis, tussen dertig planten en drieduizend boeken. De poetsvrouw komt die op gezette tijden afstoffen. Soms lees ik een boek of voeg meststof aan het water toe.

De poetsvrouw zegt dat ik een goede man ben, omdat ik houd van boeken en planten. ‘Dat is beter dan -‘, zegt ze, en ze maakt een beweging alsof ze de inhoud van een glas naar binnen kapt. De poetsvrouw komt uit Slowakije, waar volgens haar de meeste mannen drinken en het beter was onder het communisme. Na vijf jaar gelooft zij nog altijd dat mijn ex bij mij terug zal komen, omdat ik niet drink en zorg draag voor mijn planten.

Ik zeg aan de poetsvrouw dat het zo eenvoudig niet werkt in de dans van de geslachten. Westerse vrouwen willen niet per se een man voor zijn groene vingers. Mijn poetsvrouw stoft een gelukskat van klatergoud af en haalt onbegrijpend de schouders op. Zij beheerst het Nederlands niet voldoende om combinaties te doorgronden van ‘groen’ en ‘vingers’ of ‘dans’ en ‘geslachten’. Wel is zij een gulhartig type dat snoep meebrengt voor mijn kinderen. Ook vertelt zij graag over haar andere posten. Daar hebben ze een kat die Nelson heette, maar die onlangs is gestorven. Zij laat mij een foto op haar smartphone zien. Nelson blijkt langharig en ros. Ik vergeet te vragen of hij naar de president of naar de admiraal was vernoemd.

De poetsvrouw zegt dat ik een goede man ben, omdat ik houd van boeken en planten.

In Slowakije was de poetsvrouw geen poetsvrouw, maar postbode. Soms vraagt ze mij haar te helpen met dingen die ze zelf niet kan oplossen. Babykleertjes bijvoorbeeld, die verdwaald zijn op weg naar haar dochter in Londen. Of een medisch verslag met echografieƫn waaraan ze kop noch staart krijgt. Het voelt raar om te loeren naar haar nieren en tussenwervelschijven, als een voyeur van het onderhuidse. Ik zeg dat ze gezond lijkt van lijf en leden.

Als de poetsvrouw is vertrokken, zit ik bij het raam naar het verstrijken van de tijd te kijken. De tijd doet waar hij goed in is: toekomst verhakselen tot verleden op tamelijk onnadenkende wijze. Op de voorpagina van de krant staat een wanhopige man die een bebloed kind in zijn armen houdt. We leven in tijden die platvloers en afgrondelijk zijn. Onlangs bezocht ik een stad waar het bliksemde en donderde. Mensen met mondmaskers scandeerden slogans vol haat in een taal die ik niet kon begrijpen. Ik dacht aan de woorden van Lenin: ‘Er zijn decennia waarin er niets gebeurt en weken waarin zich decennia lijken te voltrekken.’ Kort daarop verscheen aan de hemel een dubbele regenboog. Naar het schijnt leek de vrouw van Lenin sprekend op Scarlett Johansson.

Als je maar lang genoeg wacht, houdt het gelukkig altijd op met regenen. Over het terras kruipt dan traag een huisjesslak. Ik bestel een thermos van Slokky omdat die naam mij welgezind maakt.

Een vrouw die ik vorige zomer ontmoette, blijkt zwanger als ik haar terugzie. Weliswaar van iemand zonder groene vingers.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content