De Kroon: oudste kroeg van Lommel
We hielden halt in de oudste kroeg van Lommel: De Kroon, gelegen vlak bij het centrale dorpsplein. Het café is al 110 jaar een bruin drinkhuis, maar ondanks die gezegende leeftijd is de zaak nog altijd maar aan zijn derde uitbater toe.
Op een warme woensdag tuffen we naar Lommel. Eindhalte in onze wekenlange caféreeks is De Kroon, gelegen vlak bij het centrale dorpsplein. De Kroon is al 110 jaar een bruin drinkhuis, maar ondanks die gezegende leeftijd is de zaak nog altijd maar aan zijn derde uitbater toe. De huidige patron, Chris Liesens, nam het café over in 1982 en runt de boel al dertig jaar. Het is het eerste feit dat hij ons vertelt als we plaatsnemen aan zijn toog. Het zegt meteen alles over zijn liefde voor de kroeg en haar stamgasten.
“Ik wilde eigenlijk een frituur beginnen”, zegt Chris. “Maar mijn groottante, de toenmalige eigenares van de zaak, is me thuis komen halen en vroeg me het café over te nemen. Ik kon niet weigeren. Samen met mijn vrouw Rita sta ik hier al dertig jaar. En dan moet je weten dat een cafébaas zijn job gemiddeld drie jaar volhoudt.”
Het café is amper veranderd sinds begin jaren tachtig. Goudbruine kleverige linten hangen nog steeds aan het plafond om de vliegen te vangen. Er werd wel verwarming aangelegd en de toiletten kregen een nieuwe vloer. “Toen we ook de vloer van het café openbraken om nieuwe tegels te leggen, ontdekten we daaronder authentieke zwart-witte tegels die we eigenlijk mooier vonden”, zegt Chris. “We hebben toen alles opengebroken om die oude vloer bloot te leggen.” Het resultaat was wel dat het café een paar centimeter lager kwam liggen. Maar niets dat een ‘verhoogje’ hier en daar niet kon oplossen. Meteen de reden waarom de kachel hier op een podiumpje staat.
Lokale helden
In de hoek van het café zit Chel Driesen, vlak onder de televisie en dicht genoeg bij de toog om met Jefke te kunnen praten, de tapper. Chel is germanist van opleiding en sinds zijn pensioen ook de huisschrijver van De Kroon. In 2008 publiceerde hij een boek over het café, naar aanleiding van de honderdste verjaardag. “Ik wilde de eeuw van De Kroon neerschrijven omdat ik bang ben dat dit soort cafés onherroepelijk gaat verdwijnen”, zegt hij. “Ik zou hartzeer hebben als de laatste authentieke cafés straks allemaal van die onpersoonlijke consumptiehuizen worden, van die gestroomlijnde bars met een aquarium in het midden. Gemakkelijk in het onderhoud, dat wel. Maar allemaal eenheidsworst!”
De eerste keer dat Chel De Kroon bezocht, was op 10 september 1965. “De tweeling Julia en Jef Van Engeland zwaaiden hier toen de scepter. Ik kwam met een collega mee na het werk, we gaven les op dezelfde school. Het voelde hier meteen als een tweede thuis.”
Als taalpurist is Chel opgelucht dat Lommel aan de goede kant van de ich-lijn ligt. “Hier spreken ze gelukkig met ik en mij, niet met ich en mich. Hier wordt geen Limburgs dialect gesproken”, lacht hij. In zijn boek beschrijft hij verhalen over de stamgasten, sommigen zijn ondertussen al overleden. Zo is er een hoofdstuk over Louis en Gerard, de eerste zin luidt: “Het was niet altijd een gesmeerd lopende relatie.” In andere fragmenten beschrijft Chel zijn persoonlijke relatie met het café: “Welke boost geven mij de gesprekken met Fons en Jan of Piet, ’s middags bij het lezen van de krant? Hoe erg kan ik die sfeer missen als ik eens wat langer met vakantie ben.” Chels boek, gedrukt op 350 exemplaren, werd in een mum van tijd uitverkocht.
Zoals in elk volkscafé kun je je klok gelijkzetten op de habitués en hun wekelijkse visite. De kaarters, de amateurwielrenners, de marktshoppers, de jongeren op vrijdagavond, elke kliek heeft haar vast bezoekuur. “Jullie hebben geluk,” zegt Chris, “de man die nu binnenkomt, is de bekendste man van Lommel, Adje Van Roy.”
Een ietwat gebochelde man met grijze baard neemt plaats bij het raam. Adje blijkt regelmatig model te staan in kunstacademies. “Twee weken geleden nog kwam een vrouw mij vertellen dat ik groot in haar living hang”, zegt hij grijnzend. “Ik ben geen geduldig type, maar als mensen mij moeten schilderen kan ik vier uur stilzitten op hetzelfde punt.” Adje heeft ook al opgetreden in Man bijt hond en Afrit 9. “En ik heb eens meegespeeld in een kortfilm over een kernontploffing waarin iedereen besmet raakt, behalve ik. Die film heeft toen een prijs van Humo gewonnen.”
Zijn vrouw is het al gewoon dat Adje op straat voortdurend wordt tegengehouden voor een foto. “Ze moppert dan wel eens, maar in mijn oren klinkt dat als muziek.” Hij grijnst. “Herkend worden is de tol die je moet betalen, hé. En als mensen opdringerig worden, scheep ik hen af.” Voor hij zijn echtgenote ontmoette was Adje lang vrijgezel. Hij trok de wereld rond, al liftend. “Israël, Griekenland, Abu Dabi, Marokko, ik spaarde een som geld en was weg. Nieuw-Zeeland is het mooiste land dat ik ooit gezien heb. In Israël heb ik geluk gehad, er was net een aanslag gepleegd. Ze hebben mij toen ook een tijd vastgehouden.”
Bieke en Jefke
Chris runt het café eigenlijk met zijn vrouw Rita. Maar de laatste jaren sukkelt ze met haar rug. Het café doet haar ook te veel denken aan hun oudste dochter Bieke, die zes jaar geleden overleed. “Bieke was een mongooltje, een ongelooflijk lief kind”, zegt Rita. “Elke woensdag kwam ze in het café zitten, hier op de bank. Daarom blijf ik nu liever thuis, het café is te veel Bieke.”
In Chels boek staat beschreven hoe Bieke in 2002 stiekem regelde dat haar 21ste verjaardag niet alleen samenviel met het eeuwfeest van De Kroon, ze wilde ook dat Chris en Rita hun huwelijksgelofte die avond zouden vernieuwen. “Chris wist ’s ochtends nog niet dat we ’s avonds opnieuw zouden trouwen. Het was echt een ongelooflijke dag. Mijn man heeft het moeilijker om over haar te praten. Maar Bieke was ook zijn lieveling.”
Toen onlangs de Lommelse schoolkinderen van het Zwitserse busongeval in Sierre begraven werden, voelde Rita zich onwel ’s ochtends. “Ik wist niet wat ik had, dus ging ik naar de dokter. Het had natuurlijk alles te maken met het verdriet van die ouders. Alle herinneringen aan Bieke kwamen ook weer boven. Ik begrijp wat die ouders moeten voelen. Over heel Lommel hing toen een doodse sfeer. Twee van onze klanten hadden een kind of kleinkind op die bus zitten. Maar het gemeenschapsgevoel is hier ook heel groot, dat geeft veel steun.” Toen Rita vaak naar het ziekenhuis moest waar haar dochter was opgenomen, hielden de postbodes het café soms een week voor haar open. Er ontbrak geen cent in de kassa.
In De Kroon volgen de generaties elkaar snel op. “Ik kan niet geloven hoe snel een generatie voorbijvliegt”, zegt Chris. “De kinderen van mijn eerste klanten komen hier ondertussen al over de vloer. Allicht omdat de pintjes hier nog 1,6 euro kosten. Maar ik vind het opmerkelijk hoe de jeugd hier afspreekt en vriendschap onderhoudt op café.”
Achter de toog heeft Chris veel jonge tappers in dienst. “Het heeft wel iets, zo’n oud café met zo’n jonge dingskes in.” En dan is er nog Jefke, zijn trouwe compagnon. Nu Rita minder in het café staat, springt Jefke voor haar in. “Jefke kan over alles meepraten. Hij volgt de sport, hij leest Het Belang, hij weet welke marktkramers hun kersen het duurst verkopen. Echt waar! Hij kan met iedereen overweg.” Voor zijn 65ste verjaardag hadden de stamgasten een liedtekst geschreven op het wijsje van Ich bin der Anton aus Tirol. Met het gevaar op een oorwurm:
“Hij is zo schoon
Zo doodgewoon
Hij is ons Jefke uit De Kroon”
Noorderbuur Nederland
Naast de ingang van de kroeg hebben zich ondertussen een paar Nederlanders geïnstalleerd. Hans zakt al jaren af van Luyksgestel naar Lommel. “Luyksgestel ligt maar net voorbij de grens met België”, zegt hij. “Ik ben een Bourgondiër, elke week kom ik hier kaas, noten en trappist kopen. En drie ruikers bloemen, voor mezelf. Ik heb thuis altijd een grote vaas staan, maar als ik geweten had dat ik u vandaag zou ontmoeten, juffrouw, dan had ik voor u ook bloemen gekocht!” Op culinair vlak vindt Hans België veel verder staan dan Nederland. “Echte Belgische friet met pickles, mmm. En de mosselen komen dan wel van bij ons, maar hier bij jullie zijn de porties groter. Jullie eten mosselen met hopen! Ook jullie cultureel aanbod is ontzettend goed. Hoe die Belgen dat doen, is buitengewoon.”
Chris heeft een hele namiddag zijn reusachtig grote buitenterras lopen bedienen, maar op het einde van de dag schuift hij nog even aan tafel bij ons. “Elk dorp verdient een café zoals De Kroon. Een plek waar je je beschermd voelt en waar je, indien nodig, ook tegen jezelf beschermd wordt. Ik wil dat mensen hier terechtkunnen als ze het thuis moeilijk hebben, om gelijk welke reden.” Het boek van Chel heeft hij nog niet gelezen. “De werkelijkheid is mooier dan het boek. Mocht ik het lezen, het zou mijn herinneringen vervormen.”
Voor de toekomst heeft hij maar één plan, blijven focussen op de jongeren. “Ik moet niet elke dag in het café staan, maar op vrijdag doe ik wel de nachtshift. Ik wil voeling blijven hebben met de jeugd. In dit café moeten ze niet komen klagen dat de muziek zachter moet. Zolang het amusant blijft, wil ik verder doen. En ik ben heel blij dat mijn vrouw hier vandaag ook nog eens was.”
Elke Lahousse
Bestel: een Stella van ’t vat
De Kroon, Molsekiezel 2, 3920 Lommel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier