Conceptueel kunstenaar Koen Vanmechelen: ‘Ik wil niet afgeleid worden door rommel’
05-12-2017, 20:00Bijgewerkt op: 07-12-2020, 18:20
Kunstenaar Koen Vanmechelen heeft zijn atelier in Zwartberg, Genk opgesteld. Wij mochten er een kijkje nemen.
‘Als ik binnenkom, denk ik elke dag: ‘Is dit waar?’ Je voelt onmiddellijk de magie, zo omringd door de natuur. In de kokers regent of sneeuwt het soms dwars door het gebouw. Vijf herfstblaadjes die in die koker spelen, wat een schoonheid. Dit atelier is het resultaat van een diep filosofisch gesprek met architect Mario Botta. Ik had een fantastisch atelier in Hasselt. Schoon, filmisch. Maar ik heb er geen seconde meer aan gedacht nadat ik er de deur dichttrok. Dit overstijgt elke plek waar ik ooit gewerkt heb.
The Battery, zo noemen wij dit gebouw. Het is een intellectuele plaats waar creatieve geesten samenwerken om energie te creĆ«ren. Marmer, brons, taxidermie, glas blazen, dieren kruisen… Denk aan een broedproces. Je legt een ei in de broedkast, de techniek broedt het uit en na 21 dagen is er een kuiken vol nieuw DNA.
Dit is ook de plek waar ik fysiek aan de slag ga. Ik heb in tweesterrenkeukens gewerkt en wat ik hier doe lijkt op een mise-en-place. De koelkast vullen met ingrediƫnten en alles klaarzetten om het dan te laten samenkomen. Maar om van alle ingrediƫnten een gerecht te maken, heb je een speelterrein nodig. Een labo.
Ik heb morgen een vergadering in Addis Abeba, daarna vlieg ik door naar Malawi en Harare. Als ik terug ben, is er eerst een lezing in Amsterdam en dan een meeting in Milaan. De hele wereld is mijn atelier en wat ik vind en zie breng ik mee. Een tafel ligt al wekenlang vol spullen uit Ethiopiƫ. Ik kijk ernaar en zij kijken terug. Misschien doe ik er iets mee, misschien niet. Maar er zal sowieso iets gebeuren.
Alles moet clean zijn voor ik aan het volgende kan beginnen. Ik heb het graag opgeruimd, ja. Het is geen obsessie, maar ik wil niet afgeleid worden door rommel. Dat is ook belangrijk omdat al mijn werk hier samenkomt. Het everzwijn praat tegen de aap, de medusa straalt iets uit naar het oerei. In mijn werk lijken soms stijlbreuken te zitten, maar als je ze samenzet, blijkt dat niet zo.
Dit is meer dan een atelier, de hele site wordt een kunstwerk, LABIOMISTA. Toen bleek dat Genk een nieuwe bestemming zocht voor de voormalige Zoo van Zwartberg, net toen ik een nieuw atelier nodig had, was dit een match. Ik kwam hier als kind met mijn vader en mijn peter, die bioloog was, en zag meteen wat ik wilde doen. In de directeursvilla worden onze Open University en de verschillende foundations voorgesteld, daarna kunnen bezoekers door de serre van de oerkip en onder de grote arendskooi door naar het park lopen. Een deel van wat we nu op onze vier boerderijen doen, komt ook naar hier.
Als kunstenaar kun je inslapen en jezelf herhalen. Zo ben ik niet. Je kunt naar New York, Londen of Parijs om je te laten meevoeren door de beweging van de stad en een bestaand scenario, maar die optie trok me niet aan. Ik zie in die steden niet veel fysieke en mentale ruimte meer. En dan kwam dit. Een gewonde plaats. Ooit een levensader van ons land, waar energie uit de grond werd gehaald, later een dierentuin, die overbodig werd. Nu kan ik hier iets betekenen. De vitaliteit van de streek weer een impuls geven en nadenken over de toekomst van onze maatschappij. Ga ik hier de wereld veranderen? Nee. Maar langzaam maar zeker, in kleine stukjes, komt er wel beweging in.’