Als Amor de draad kwijtraakt: over seksualiteit en dementie

© Getty

Vergeten wie je graag ziet, betekent niet dat je niet meer graag kan zien. Het is tijd om meer te praten over seksualiteit bij mensen met dementie, zo zegt coördinator van het expertisecentrum dementie Christian Verelst.

Samen met seksuoloog Nelle Frederix en Sabine Boerjan schreef Christian Verelst het boek ‘Als Amor de draad kwijtraakt’, waarin hij hulpverleners concrete informatie voorschotelt over dementie en seksualiteit. We spreken hem op een studiedag rond seksualiteit op latere leeftijd.

Wordt seksualiteit bij mensen met dementie vooral gezien als een probleem?

‘Ja, omdat seksualiteit als thema meestal naar boven komt op het moment dat er iets problematisch is gebeurd. We praten over tal van andere onderwerpen, zoals eten en wondzorg, maar over seksualiteit doen we het alleen als er een dringende aanleiding voor is. We hoeven uiteraard niet tijdens elk intakegesprek informeren naar hoe het gesteld is met het seksleven van een bepaalde persoon, maar we moeten het wel ergens een plaats geven. Door er proactief aandacht aan te spenderen, kan je vermijden dat het een probleem wordt. Seksualiteit en intimiteit maken deel uit van het leven, en daardoor ook van kwaliteitsvolle zorg.

Soms komt hyperseksueel gedrag voort vanuit medische oorzaken – zoals bij sommige Parkinsonmedicatie – , maar het kan ook voortkomen de eigen beleving van mensen met dementie. Het kan dat ze keer op keer vergeten dat ze net seks hebben gehad met hun partner. Het kan dat ze hun partner niet meer herkennen en iemand anders aanzien als hun partner. Seksueel grensoverschrijdende situaties komen niet altijd voort vanuit een seksueel verlangen, het kan ook heel andere oorzaken hebben. Het is de taak van de hulpverlenende om die oorzaken te achterhalen.

Zelfs al is het niet duidelijk in welke mate er nog toestemming gegeven kan worden, dat wil niet zeggen dat je het kind met het badwater moet weggooien en alle seksualiteitsbeleving moet schrappen

Soms wordt het problematisch, maar we moeten wel realistisch blijven in onze perceptie. Seksueel overschrijdend gedrag bij personen met dementie komt inderdaad voor, maar wel veel minder vaak dan andere symptomen zoals verzamelwoede of doolgedrag. Als er iets moeilijk gebeurt op seksueel vlak, blijft dat echter vaak langer aan ons kleven. Seksualiteit is iets wat ons als mens veel meer aangrijpt dan pakweg doolgedrag. Daardoor vergroten we dit soort problemen vaak uit.’

Tot nu toe hadden we het enkel over seksualiteit als deel van het ziektebeeld, maar zijn mensen met dementie niet ook gewoon mensen die seksualiteit beleven, ondanks hun ziekte?

‘Ja. Mensen met dementie hebben ook hun seksuele noden. En hoewel bij heel wat oudere mensen intimiteit vaker op de voorgrond komt, zijn er ook nog mensen die willen vrijen, masturberen of porno willen kijken. Die mensen mogen we niet vergeten.

Nog iets waar we het nog niet over hebben gehad: er zijn ook jonge mensen die dementie krijgen. Wanneer een vijftigjarige met dementie seks wil, wordt dat normaler bevonden dan wanneer het gaat over een tachtigjarige. Maar is dat zo? Er zijn op zich weinig verschillen. Want wat blijft bij die twee groepen de belangrijkste bezorgdheid van hulpverleners? Seksuele toestemming. Kunnen mensen nog bewust bepaalde keuzes maken? Is het nog veilig voor henzelf, maar ook voor anderen? Dan zijn wij, zorgverleners, vaak een beetje overbeschermend. We doen dat vanuit de beste bedoelingen, maar op die manier gaan we soms wel voorbij aan de noden van iemand.’

Die toestemming is niet de enige ethische vraag die je kan stellen over het thema. Ik denk maar aan twee mensen met dementie die verliefd worden op elkaar.

‘Dat is inderdaad een ethisch vraagstuk. Hoe oprecht zijn die gevoelens, houden ze er rekening mee met de gevoelens en integriteit van anderen? Dat zijn zaken die je enkel kan oplossen door in gesprek te gaan, en niet in het minst met de persoon met dementie zelf.’

null
null© Getty

Zijn er tools die hulpverleners kunnen gebruiken om te beoordelen of iemand op seksueel vlak doet wat hij of zij echt wil?

Er bestaat een referentiekader waarmee je seksuele toestemming in kaart kan brengen en je kan allerlei factoren screenen. Hoe zit het bijvoorbeeld met iemands cognitieve functies? Hoe stond die persoon in het verleden tegenover seksualiteit? Dat schept een kader, maar geen sluitende antwoorden.

Hoe dan ook moeten we voor ogen houden dat seksualiteit over zoveel meer kan gaan dan met elkaar naar bed gaan en vrijen. Het gaat ook over masturbatie, over tongzoenen, over porno. Zelfs al is het niet duidelijk in welke mate er nog toestemming gegeven kan worden, dat wil niet zeggen dat je het kind met het badwater moet weggooien en alle seksualiteitsbeleving moet schrappen. Is de behoefte echt niet op een of andere manier op te vangen? Hulpverleners kunnen veel ondersteuning geven.’

Is het hun plicht om hun bewoners daarmee te helpen?

‘Ik vind het de plicht van zorgverleners om ook aandacht te hebben voor dat aspect, ja. En het is hun plicht om daarbij verder te kijken dan hun eigen persoonlijk waardenpatroon. Op dit moment handelen heel wat mensen vanuit een goed bedoeld buikgevoel, maar daarmee doen ze soms mensen tekort.

Als je niet goed weet hoe te reageren op een seksuele situatie bij iemand met dementie, denk dan de dementie eens weg

Ik geef een voorbeeld. Een bewoner van een woonzorgcentrum met dementie wordt verliefd op een medebewoner, terwijl er thuis nog wel een partner is. Sommige hulpverleners zullen dan een stokje proberen te steken voor die nieuwe relatie, omdat ze het zien als ontrouw en dat in hun ogen niet kan. Maar mensen hebben per definitie het recht om overspel te plegen. Handel je hetzelfde bij de persoon zonder dementie die een verdieping lager leeft en zijn partner thuis evengoed bedriegt? Waar ligt het verschil? Zelfs al is de ziekte de oorzaak van het gedrag, moet je daar dan tussenkomen als hulpverlener?

Ik ken koppels waarbij er een derde speler in het beeld komt en waarbij de nieuwe situatie zich ontplooid heeft tot een mooi verhaal. Ja, het is kwetsend om te zien dat je wederhelft er een tweede partner op nahoudt en dat vraagt een verwerkingsproces, maar die mensen hebben dat een plaats kunnen geven. Dan zeggen ze: ‘Dat is nog altijd mijn man, maar hij heeft dementie en bedoelt dit niet als ontrouw, én ik zie dat hij er gelukkig van wordt.’ Er zijn bovendien evengoed voorbeelden waarin de gezonde partner thuis een tweede relatie aangaat en waar de minnaar of minnares dan zelfs mee op bezoek komt in het woonzorgcentrum.’

Moeten we meer beslissingsrecht leggen bij de persoon met dementie zelf als het gaat over seksualiteit?

‘We moeten hen er sowieso beter bij betrekken. In de mate van het mogelijke natuurlijk, want ze gaan wel achteruit. Waar ik vooral voor pleit, is voor meer normalisatie. Als je niet goed weet hoe te reageren op een seksuele situatie bij iemand met dementie, denk dan de dementie eens weg. Vertaal het naar je eigen situatie. Hoe zou je dan reageren? En waarom zou je iets anders doen als er dementie in beeld komt?’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content