Alles ruiken en buitengewoon goed horen: vier mensen over hun zintuiglijke superkracht

Lene (39) © Fred Debrock

We ruiken, horen en zien allemaal, maar sommige mensen zijn er net iets beter in. Ze registreren meer smaken en geuren, herkennen meer gezichten of horen extra details of de exacte toonhoogte van muziek. ‘Ja, ik heb ruziegemaakt in de fanfare.’

Lene (39) is een supertaster

Dat ik de neus van een hond heb, grapte mijn moeder toen ik klein was. Ik was altijd al gevoelig voor smaken en geuren. De onfrisse geur van een kleuterklas of de heerlijke geur van onze kelder, ik kan ze zo weer voor de geest halen. Ik was een moeilijke eter, maar genoot ervan om in mama’s keuken alles te proeven en te ruiken. Toen het Leuvense marktonderzoeksbureau Haystack op zoek was naar supertasters, werd ik na enkele smaak- en geurtesten geselecteerd. Ik maak deel uit van een vast bierpanel en we hebben ook al bijgedragen aan de ontwikkeling van chocolade, chips, ijs, huisparfums, wasverzachter en afwastabletten. Die laatste moesten heel bitter zijn, om kinderen af te schrikken. Ik ben altijd nieuwsgierig naar welke nieuwe dingen producenten uitvinden en dankzij een aantal opleidingen zijn mijn smaak en geur nog verfijnd.

Ik ruik dat bloemen verwelken nog voor je het kunt zien.

Sommige dingen vermijd ik liever. Doordat ik extreem gevoelig ben voor bitterheid, houd ik niet van gin-tonic. Ik heb veel behoefte aan zuurstof en lucht, want er zijn veel onaangename geuren in de wereld. Stinkende adem, een dood dier, rioolgeuren in winkels, de vuilniswagen die voorbijrijdt, dat is lastig. De markt in Bangkok was horror voor mij, van zo’n rollercoaster van geuren word ik heel moe. Ook een wandeling door de stad is niet altijd fijn, zeker nu elke winkel een eigen huisparfum verspreidt. Maar aan een kruidenstalletje of op het strand in Zeeland kan ik dan weer uren rondhangen.

Lene (39)
Lene (39)© Fred Debrock

Ik geniet oprecht van het feit dat ik uitzonderlijk goed smaak en ruik. Als ik sinusitis heb en drie dagen niets waarneem, mis ik het. Door een bos fietsen is heerlijk. Die subtiele, vegetale geur is geweldig. Al houd ik wel mijn adem in als er een jogger voorbijkomt, wegens de zweetwalm. Ik ben een chocoladefreak, en houd vooral van de pure cacaosmaak in de donkere soorten. Ik kook en bak graag en geniet ontzettend van thee. Koffie drink ik alleen als hij niet te sterk is. Ik hou ook van goede geurkaarsen, maar parfum is me te intens. En er gaat niets boven een bos bloemen, maar ik ruik dat ze aan het verwelken zijn voor je het kunt zien, dus ze staan nooit lang in huis.

Ik ruik aan alles en dat maakt me een moeilijke klant. Mijn kinderen vragen vaak of ik wil proeven van de charcuterie om te zien of die nog oké is. En ja, we hebben een hond. Eentje die amper haar verliest, die ik vaak borstel en parfumeer met een geur van viooltjes. Hij vindt het gelukkig prima, want de geur van hond in huis, daar kan ik echt niet mee leven.’

Isabelle (47) is een superrecogniser

Er passeerde op Facebook een onnozele test over gezichten herkennen. Ik kan dat goed. Zelfs als kind dacht ik vaak: ik ken die persoon ergens van. Maar dat bleek dan niet het geval, ik had hem of haar gewoon ergens gezien. Soms was dat vervelend, omdat het voor verwarring zorgde, maar in mijn familie was ik niet de enige met zo’n reactie, dus ik ging ervan uit dat iedereen dat kon. Een dag na de test kreeg ik een mail van een Brits onderzoeksinstituut onder leiding van professor Josh Davis. Dat ik uitzonderlijk goed gescoord had en of ik niet wilde meewerken aan zijn onderzoek. Twee jaar lang kreeg ik testen opgestuurd. Lange en korte geheugentesten, duizenden foto’s die ik moest bekijken en dan in een latere test herkennen, gezichten van verschillende achtergronden, leeftijden, heel korrelige beelden…

Ik presteer zelfs beter dan een computer.

Ik blijk een superrecogniser. Iemand die, zelfs na amper een glimp van een gezicht te hebben opgevangen, die persoon later zal herkennen, live of op foto. Mijn score behoort tot de beste 2% van de bevolking en ik presteer zelfs beter dan een computer. Ik denk dat ik vooral naar vormen kijk. Afgelijnde wenkbrauwen, omlaag wijzende mondhoeken, oorlellen. Naar verhoudingen ook: hoge voorhoofden, wijd uit elkaar staande ogen…. zo herken je mensen ook als ze een kap of een bril ophebben. Waar ik niet erg goed in bleek, was het herkennen van baby’s. Er was ook een proef met gitaren en daar scoorde ik slecht op. Die met bloemen lukte beter, maar ik ben biologe, dus dat hielp.

Isabelle (47)
Isabelle (47)© Foto Fred Debrock

Op zich is het best een apart talent, besef ik nu, maar verder doe ik er niets mee. In het Verenigd Koninkrijk zet de politie mensen als ik in voor het herkennen van verdachten. Maar beelden bekijken in een donkere kamer, dat lijkt me eerlijk gezegd niet echt interessant om fulltime te doen. Al wil ik wel graag helpen, als vrijwilliger bijvoorbeeld. En nee, ik ben geen mensenkijker. Als ik op een terrasje zit, lees ik liever een boek. Misschien is dat gewoon rustiger in mijn hoofd.’

Mark (46) heeft een absoluut gehoor

Ik klom als peuter al spontaan op de pianokruk om te ontdekken wat er zou gebeuren als ik op die toetsen speelde, en kreeg daarom al vroeg les van de buurvrouw. Op een dag hoorde ik mijn moeder een fuga van Bach oefenen. Dat klopt niet, wist ik, dat moet geen B zijn. Ze speelde mij nog wat stukken voor en ik bleek altijd perfect te weten in welke toon dat moest zijn. Ik heb namelijk een absoluut gehoor. Dat betekent dat ik zonder context of referentietoon perfect de toonhoogte van iets kan inschatten. Maakt niet uit of het een piano, klarinet, stofzuiger of toeter is.

Toen de luchtafvoer bevroren was, hoorde ik dat meteen.

Als een artiest iets moet zingen, dan heeft hij of zij een eerste noot nodig om juist te zitten. Ik niet. Het is vrij zeldzaam, amper één op de tienduizend mensen kan dat. Als ik een stuk muziek hoor, kan ik dat meteen in de juiste toonhoogte opschrijven of zingen. Ik vergelijk het vaak met kleuren. 95% van de bevolking kan oranje en groen van elkaar onderscheiden. Wel, zo makkelijk herken ik ook een F of G. Ik hoor ook de toonhoogte van koelkasten, motoren en stofzuigers, en toen de luchtafvoer van de etage onder mij op een dag bevroren was, hoorde ik meteen dat de frequentie veranderd was.

Als tiener was ik absoluut van plan om dat talent te gaan gebruiken, dus ging ik muziektechnologie studeren in Utrecht. Daar bleek dat een absoluut gehoor niet alleen handig is als je muziek beluistert, speelt, componeert of in de studio werkt, maar vooral ook als je improviseert. Je kunt gewoon beter en sneller reageren op de andere muzikanten, ook bij muziek die je voor het eerst hoort. Niet elke geniale muzikant heeft een absoluut gehoor, maar iedereen met een absoluut gehoor is goed in muziek.

Mark (46)
Mark (46)© Foto Fred Debrock

Ik speelde tijdens mijn opleiding in verschillende bands, en soms was dat moeilijk, ook omdat ik weleens mensen durfde te corrigeren die er niet om vroegen. Ik heb ook ruziegemaakt in de fanfare, bijvoorbeeld. Componeren was mijn ding, maar het is niet makkelijk om daar de kost mee te verdienen, ook omdat er veel concurrentie is. Daarom ging ik na het afstuderen een bijbaan zoeken en vandaag werk ik fulltime in e-commerce. Ik componeer nog, maar niet genoeg, want daar heb ik mentale rust voor nodig en die is er niet altijd. Ik ben ook een perfectionist, het moet echt goed zijn voor ik tevreden ben.’

Alain (44) heeft een aangescherpt gehoor

Ik doe de transcriptie van telefoongesprekken en opnames op vraag van politierechercheurs. Ik noteer wat mensen zeggen, maar ook wat ik uit de omgeving kan opmaken. Bij een opname in een appartement of in een auto is er omgevingsgeluid, bij een gsm-gesprek moet ik uitvissen of ze thuis of ergens anders zijn, soms willen de agenten weten of de stem die van de eigenaar van de telefoon is, wie er nog te horen is… Ik krijg ook weleens de vraag om naar twee opnames te luisteren en te bepalen of de stemmen van dezelfde persoon zijn.

Wat ik doe, vraagt niet alleen een specifieke vaardigheid, maar ook veel concentratie. En goede technologie natuurlijk, die is veel verbeterd de laatste jaren. Soms hoor ik choquerende dingen, soms grappige. Ook criminelen wisselen al eens gewoon recepten uit, bijvoorbeeld. Het gebeurt ook dat ik op straat of op de bus een stem hoor die ik van de opnames ken.

Alain (44)
Alain (44)© Foto Fred Debrock

Ik heb altijd goed gehoord. Ik was als kind al slechtziend, maar sinds mijn twaalfde is mijn zicht stevig achteruitgegaan. Waarschijnlijk is mijn gehoor daar een compensatie voor. Ik doe deze job sinds 2007. Ik ben psycholoog van opleiding en toen ik op tv hoorde dat de politie op zoek was naar mensen met een aangescherpt gehoor, wist ik meteen dat ik dat wilde doen. Omdat ik zo echt een bijdrage kan leveren. Ik werd meteen in het diepe gegooid. Ik moest me het taalgebruik van specifieke milieus eigen maken, bijvoorbeeld. Het is soms een vermoeiende job: je kunt niet uren na elkaar geconcentreerd naar een opname luisteren, want dan ga je dingen missen.

De wereld is best luid vandaag, en dat is soms vermoeiend. Thuis heb ik speciale ramen geïnstalleerd om het geluid van de straat te dempen. Ik moet ook opletten dat ik mijn gehoor niet beschadig, want het is cruciaal voor mijn job. Ontspannen doe ik door naar muziek te luisteren, ik heb vroeger zelfs als dj gewerkt. Ook daarbij hielp mijn gehoor, daar ben ik zeker van. En ja, als mijn moeder me belt, dan weet ik meteen waar ze is en in wat voor bui ze is.’

Ook super

Waar die uitzonderlijke talenten vandaan komen is niet altijd duidelijk. Sommige superpowers zijn aangeboren. Zo hebben supertasters doodgewoon meer smaakpapillen dan doorsneemensen, waardoor ze alles intenser proeven. Zo’n 25% van de bevolking is volgens onderzoek een supertaster, en het komt vaker voor bij vrouwen dan mannen.

Er bestaan ook tetrachromats, mensen die vier in plaats van drie kleurreceptoren in hun ogen hebben en daarom veel meer kleuren en nuances onderscheiden. Sommige superkrachten zetelen in ons brein.

Superrecognisers zoals Isabelle herkennen zo’n 80% van de gezichten die ze tegenkomen, terwijl de doorsneemens er maar 20% onthoudt. Onderzoekers vermoeden dat zo’n 1 à 2 % van de bevolking deze superkracht heeft, dankzij een cognitieve quirk in hun brein. Ook genetica kan een rol spelen, maar daar zijn onderzoekers nog niet uit.

Er bestaan ook mensen die uitzonderlijk goed zijn in het spotten van micro-expressies en die dus zeer goed kunnen inschatten wat de gevoelens van hun medemensen zijn. Zij spotten bovendien heel makkelijk leugenaars.

Sommige superkrachten zijn waarschijnlijk aangeleerd. Zo blijkt uit onderzoek in Californië dat naaisters een uitzonderlijk stereoscopische visie hebben. Ze zien beter in 3D, iets wat we gebruiken om een bal op te vangen, een auto te parkeren of een draad in een naald te krijgen. Wat niet duidelijk is, is of naaisters dat geleerd hebben door hun vak, dan wel of mensen met een uitzonderlijk sterke stereoscopische visie vaker naaister worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content