Alleen progressief voor toeristen: homofobie in Zuidoost-Azië

De Gay Freedom Day Parade in Bangkok, Thailand, in 2018. © Reuters

‘Het is belangrijk om duidelijk te maken dat homoseksualiteit geen trend is uit Europa, maar een menselijke realiteit’, zegt Anan Bouapha, een homorechtenactivist uit Laos. In Zuidoost-Azië krijgen holebi’s met veel vooroordelen te kampen.

Het gaat er in Zuidoost-Azië niet zo slecht aan toe. In landen als Laos en Vietnam is seks met iemand van hetzelfde geslacht niet strafbaar. Thailand, en zeker hoofdstad Bangkok, heeft een bruisende gay scene. En ook in de Cambodjaanse hoofdstad Phnom Penh vind je verschillende homobars. Geen donkere kroegen in kleine achterstraatjes, maar erg zichtbare cafés met een divers publiek.

Het café Blue Chilli bestaat sinds 2006 en ligt pal in de toeristische buurt, vlak bij het koninklijk paleis en tegenover een boeddhistische tempel. Terwijl monniken zich klaarmaken voor het avondgebed, wordt aan de overkant van de straat de laatste hand gelegd aan een dragvoorstelling. De Cambodjaanse performers tonen graag hun androgyne kant en spelen met de clichés van vrouwelijkheid en verleiden.

Homofobie

Maar achter die façade van glitter en schijnbare tolerantie gaat nog veel discriminatie schuil. Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) publiceerde begin dit jaar een rapport over Vietnamese jongeren die worstelen met hun geaardheid. Uit getuigenissen blijkt dat leerkrachten over homoseksualiteit praten als ‘een ziekte die genezen kan worden.’

HRW wijst met een beschuldigende vinger naar de overheid. ‘De aanvaarding van seksuele geaardheid en genderidentiteit is de afgelopen jaren in Vietnam sterk toegenomen, maar de regering heeft deze veranderingen nog niet in wetten omgezet’, vat lgbtqia+-expert Graeme Reid de conclusie van het HRW-rapport samen.

Als gevolg van discriminatie of pesterijen verlaten veel lesbiennes of transgenders vervroegd de school. En dan blijven er voor hen alleen maar slecht betaalde jobs over.

Rachana Chhoeurng, een transvrouw uit Cambodja

‘De Verenigde Naties hadden het in 2014 al over een antidiscriminatiewet’, zegt Vietnamese homorechtenactivist Lieu Anh Vu. Hij verwijst naar de zogenaamde Universele Periodieke Doorlichting (Universal Periodic Review of UPR). Daarin krijgt elke VN-lidstaat aanbevelingen om de mensenrechtensituatie te verbeteren. ‘Maar dat is dode letter gebleven, ook al werd er een heel algemene bescherming gevraagd – zonder specifieke eisen voor het onderwijs of het bedrijfsleven.’

Het Cambodjaanse transmeisje Rachana Chhoeurng herkent de verhalen uit buurland Vietnam. ‘Ook ik heb tegenkanting ondervonden op school en in mijn familie.’ Ouders zien een relatie met iemand van hetzelfde geslacht vaak niet als volwaardig. Ze denken dat het een voorbijgaande fase is in de seksuele ontwikkeling. Of ze gaan op zoek naar een ‘genezer.’

Sommige ouders zijn ook bezorgd over de toekomst van hun kind. Zonder (hetero)huwelijk, geen gezin. En dan kan er later niemand voor je zorgen. Bij gebrek aan sociale zekerheid of pensioen, vallen oudere Cambodjanen terug op hun kinderen.

Mannelijke dominantie

Preab Thearith, één van de dragqueens uit de homobar in Phnom Penh, had het erg moeilijk om bij zijn ouders uit de kast te komen. ‘Mijn vader heeft me eens letterlijk gezegd dat hij me zou slaan, als mocht blijken dat ik homo ben. Voor hem zijn homo’s sekswerkers die zich prostitueren voor rijke westerlingen. Het is erg moeilijk om dat negatieve beeld uit zijn hoofd te praten.’

Anan Bouapha heeft de holebi-organisatie Proud to be us Laos opgericht, maar hij durfde zijn ouders pas na drie jaar te vertellen dat hij zich inzet voor de rechten van holebi’s. ‘Ik wilde hen niet ontgoochelen of shockeren, ze waren erg homofoob.’

De negatieve houding gaat terug op een traditionele cultuur van mannelijke dominantie. ‘Die bepaalt dat het een voorrecht is om als man geboren te worden. Als je dan eigenlijk liever een vrouw wil zijn, of vrouwelijke trekjes hebt, betekent het dat je vervloekt bent. Je hebt iets slechts gedaan in je vorige leven en daarom ben je nu abnormaal’.

Transgenders hebben het daarom erg moeilijk om een degelijke job te vinden. In de strijd tegen homofobie wil Proud to be us Laos dan ook vooral discriminatie op het werk aanpakken. Al is dat niet zozeer een probleem in hoofdstad Vientiane, maar vooral op het (uitgestrekte) platteland.

Rachana, het transmeisje uit Cambodja, beaamt dat. ‘Als gevolg van discriminatie of pesterijen verlaten veel lesbiennes of transgenders vervroegd de school. En dan blijven er voor hen alleen maar slecht betaalde jobs over.’

Onlangs liet de Thaise overheid weten het huwelijk te willen openstellen voor koppels van hetzelfde geslacht…maar enkel voor buitenlanders en niet voor de eigen bevolking.

Lieu Anh Vu, Vietnamees activist

Gelukkig hoor ik ook positieve verhalen. Een collega van dragqueen Thearith stelt zich aan me voor als Andrea: duidelijk een westerse nickname. De transvrouw toont me met veel plezier haar stel gloednieuwe (échte) borsten. De familie van Andrea heeft haar altijd gesteund en wilde zelfs betalen zelfs voor de trip naar Bangkok: wereldwijd the place to be voor geslachtsoperaties. En vanuit Phnom Penh niet zo ver.

Ook in buurland Laos wordt Thailand als groot voorbeeld beschouwd. Laotianen volgen de Thaise media op de voet, omdat de twee talen erg op elkaar lijken, en Bangkok staat symbool voor seksuele openheid.

Roze dollars

Maar schijn bedriegt, weet Lieu Anh Vu. De Vietnamese activist staat aan het hoofd van ILGA Asia (International Lesbian and Gay Association), een holebi-organisatie met hoofdzetel in Bangkok. Volgens hem is Thailand vooral progressief voor de toeristen. ‘Ze zien de roze dollars (geld van holebi’s, nvdr) graag komen’.

‘Onlangs liet de Thaise overheid weten het huwelijk te willen openstellen voor koppels van hetzelfde geslacht…maar enkel voor buitenlanders en niet voor de eigen bevolking.’ Dat is natuurlijk niet wat we bedoelen. Als het huwelijk in het thuisland van die toeristen niet erkend wordt, heeft de verbintenis bovendien geen enkele juridische waarde.’

Het voorbeeld lijkt de theorie te bevestigen dat Zuidoost-Aziatische overheden homoseksualiteit nog te vaak beschouwen als een fenomeen uit het Westen. ‘Daarom proberen wij vooral parlementsleden aan te spreken’, zegt Anan. ‘Samen met de Nationale Universiteit van Laos hebben we een onderzoeksdocument opgemaakt over discriminatie van holebi’s op de werkvloer. Dat de rechtsfaculteit ons steunt, vergroot onze geloofwaardigheid bij politici.’

Maar hij weet wel zeker dat het een werk van lange adem wordt. Op een volwaardig homohuwelijk in Laos is het volgens hem nog tien of twintig jaar wachten. ‘Ik heb in Europa gestudeerd’, zegt hij, ‘dus ik weet dat activisten daar een doorbraak geforceerd hebben door op de barricade te gaan staan. Maar in Zuidoost-Azië gaat het allemaal trager. Ik wil niet bruuskeren, maar zoeken naar compromissen.’

Lieu Anh Vu hoopt dat er in Vietnam over vijf jaar al verandering merkbaar zal zijn. ‘Ook al komt er niet meteen een homohuwelijk, de overheid zou toch een partnerschap kunnen goedkeuren, zodat mensen van hetzelfde geslacht hun onderlinge verbintenis officieel kunnen vastleggen. De media en de publieke opinie zijn er alvast klaar voor.’ (IPS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content