Voel je thuis en je bent gelukkig

Voor het eerst werd het thuisgevoel van de Belg onderzocht.

Voor het eerst werd het thuisgevoel van de Belg onderzocht. Het resultaat verrast: thuis maakt ons gelukkig, we zijn niet gastvrij en dromen van duurzaamheid.

Studies over interieurinrichting worden vaker gemaakt, over het ’thuisgevoel’ amper, aldus onderzoekster Caro Debruyn, die dit project samen met Sarah Van Ourti, als copywriter, heeft geleid voor ILIV, een onafhankelijk kenniscentrum over het belang van thuis, een project dat gesteund werd door Ikea en uitgevoerd door onderzoeksbureau Fé. ILIV belde aan bij duizenden Belgen, uit alle lagen, om naar hun thuisgevoel te peilen.

Is het thuisgevoel zo belangrijk?

Caro Debruyn: Zeker, thuis draagt bij tot geluk en omgekeerd, hoe gelukkiger de mens, hoe meer hij zich thuis voelt. Op de eerste plaats bedoelen ze met thuis: omringd worden door de mensen die ze graag zien, familie, vrienden, kennissen en buren. Bij uitbreiding horen daar ook huisdieren bij en pas daarna de spullen waarmee ze zich omringen.

Sarah Van Ourti: Ook de kwaliteit van de woning speelt een rol. Wie minder comfort en ruimte heeft, voelt zich minder thuis. Een woning hoeft niet luxueus te zijn, een doorsnee gezin is even gelukkig als de bewoners van een luxevilla. Pas als de primaire voorzieningen tekortschieten, dan ben je minder tevreden.

Zijn er verschillen tussen noord en zuid, stad en platteland?

Caro Debruyn: 53 procent van de Nederlandstaligen beweert dat de mensen van wie ze houden bijdragen tot hun thuisgevoel, tegenover slechts 35 procent van de Franstaligen, zij hechten meer belang aan hun meubelen en objecten. 30 procent van de stadsbewoners vindt meubelen essentieel voor een thuisgevoel, voor plattelandsbewoners is dat maar 17 procent, voor hen bepalen het buitenleven en de seizoenen het thuisgevoel.

Hoe sociaal is thuis?

Sarah Van Ourti: Belgen zijn gesloten, Walen extra, ze leven teruggetrokken en ontvangen zelden spontaan.

Caro Debruyn: Vrienden worden wel uitgenodigd, maar vallen niet onverwacht binnen. Slechts een klein percentage is wat wij noemen achterdeurmensen, bij wie je zo binnenkomt. Dat is niet aan de leeftijd gebonden. Vooral gezinnen met kinderen ontvangen gemakkelijker, net als zij die nonchalanter met hun interieur omspringen. Perfectionisten willen alles eerst tiptop in orde.

Wat is het kloppende hart van de woning en speelt het decor een rol?

Caro Debruyn: Duidelijk de woonkamer, de zitkamer, daarna de tuin en vervolgens de slaapkamer als plek waar ze zichzelf kunnen zijn.

Sarah Van Ourti: Mensen dromen ook van een gemakkelijke fauteuil.

Caro Debruyn: 80 procent vindt de interieurdecoratie van de woning belangrijk, iets meer vrouwen dan mannen. Ze kunnen moeilijk praten over hun eigen stijl, maar vinden stijl wel een uiting van persoonlijkheid. Mensen hebben het moeilijk met het inrichten van de woning. Het is een beetje zoals met kookprogramma’s: op scherm ziet het er gemakkelijk uit. De mensen putten vooral inspiratie uit wat ze bij vrienden en familie zien, wat ze op tv zien en in magazines.

Over welk huis dromen ze?

Sarah Van Ourti: Iedereen droomt van een duurzame woning, energievriendelijk en ecologisch, dat valt enorm op. Eerst droomt men van een tuin, dan van een ecologische woning en vervolgens van veel licht.

Caro Debruyn: Ook de grote belangstelling voor opbergsystemen valt op. Men wil veel spullen bijhouden en opbergen, maar men kampt met te veel rommel.

Sarah Van Ourti: Het valt eveneens op dat jonge mensen zich minder thuis voelen, ook omdat ze het financieel nog niet voor elkaar hebben.

Caro Debruyn: Hoe ouder je bent, hoe gelukkiger je wordt. Vanaf 45 gaat dit in stijgende lijn, hoe meer je je thuis voelt, hoe minder ontevreden.

Piet Swimberghe