IN GODS HUIS

De oude kapel werd onderverdeeld in vier verdiepingen, met beneden een galerie en boven een woning. © Frédéric Raevens

God verhuisde, en maakte plaats voor een jong gezin : een verlaten kapel in Bergen werd omgevormd tot een speelse, kleurige, hedendaagse woning, met respect voor het verleden.

Ondanks het imposante Jezusbeeld dat waakt over de eetkamer, woont hier geen familie van pilaarbijters. “Dat beeld hing hier aanvankelijk zelfs niet. Ik ontdekte het in een beschermd pand waar werken aan de gang waren. Ik vroeg wat ermee ging gebeuren. Toen bleek dat men ervan af wilde, heb ik het maar meegenomen. En ik vind dat het hier mooi op zijn plaats hangt”, zegt Nikola Brésart, met een vleugje ironie. De architect uit Bergen, gespecialiseerd in ziekenhuizen en vastgoedontwikkeling, en zijn vrouw Barbara kochten in 2006 “een beetje toevallig” de kapel van de Zusters van het Heilig Sacrament. Ze wonen er nu met hun drie kinderen, Olivia, Lily en Harry. Nikola: “We hadden toen al een dochter en we wilden terug naar het historische centrum van Bergen. Dit gebouw voldeed aan onze wensen. Met een vloeroppervlakte van 150 vierkante meter heeft het de grootte van een ruim herenhuis. En het heeft een binnenplaats en open volumes met hoge plafonds, zoals in een loft.”

Het pand werd gebouwd in het begin van de twintigste eeuw, en grensde aan een klooster dat inmiddels gesloopt is. Het was al twintig jaar onbewoond, vervallen en in handen van krakers terechtgekomen. Maar al bij al was het nog in een behoorlijke staat. “Ik had het gebouw tijdens mijn studie architectuur al gezien, toen het openbaar verkocht werd. Ik hoorde dat het weer te koop was en ik heb gewoon mijn kans gewaagd. In vijf dagen was de zaak beklonken”, vertelt Nikola.

Hemels licht

Aan de straatkant heeft het gebouw zijn oorspronkelijke karakter bewaard : een rode bakstenen gevel, een mooie poort omgeven door natuursteen, en grote boogvensters erboven. Eenmaal binnen, op de begane grond, kijk je recht op het altaar. Maar het hoge gebouw is nu wel verdeeld in verdiepingen. In het begin organiseerde het echtpaar gelijkvloers concerten. Maar sinds enige tijd wordt de ruimte verhuurd aan een galeriehouder.

Een steile trap, bedekt met staalplaat, leidt tussen twee muren naar het privégedeelte op drie niveaus. Op de eerste verdieping bevindt zich de leefruimte. Bogen en zuilen bleven er grotendeels bewaard en werden wit geschilderd. Ook enkele glasramen herinneren aan het verleden. “Het pand was niet beschermd, en gelukkig maar, anders zouden we het niet gekocht hebben”, benadrukt de architect. “Het idee was het oorspronkelijke karakter van de kapel onaangeroerd te laten en binnen de oude muren gewoon een nieuwe woning te verankeren.” Het grote keukenblok, “waar alles uiteindelijk gebeurt”, heeft in de woonruimte een centrale plaats. Het valt vooral op door zijn glanzende rode wanden. Aan de voorzijde bevindt zich de eetkamer met opvallend hoge plafonds, opgelicht door lampen van Kartell. Ze baadt in het licht, dat door de grote ramen aan de straatkant naar binnen stroomt. Aan de achterzijde geeft het salon uit op een overdekt terras. Je hebt er een prachtig uitzicht op het belfort van de stad. Vanaf de binnenplaats bewonderen we de achtergevel van de kapel, geschilderd in antracietgrijze tinten met een tijdloze uitstraling.

De sfeer in de leefruimte wordt bepaald door de kleurenkeuze. “Alles begon bij de tegels. Die trokken mijn aandacht, vooral wegens hun koperkleurige tint en het feit dat ze zowel binnen als buiten gebruikt kunnen worden”, zegt Barbara, die leerkracht Frans is. “Ik dacht toen aan een combinatie met goudkleurige tinten, die indertijd erg in de mode waren. En zo kwam ik vervolgens uit bij onder andere rood en gebroken wit.” Aan de muren en op de wandrekken zien we zeer uiteenlopende, vaak verbazingwekkende objecten, die een uniek cachet geven aan de ruimte. Dierenschedels, foto’s van graffiti, religieuze snuisterijen, speelse details… Er is zelfs “een klein mausoleum gewijd aan de Doudou”, verduidelijkt Nikola. In de loop der jaren verzamelde hij restanten van het folkloristische feest waarop Sint-Joris de draak verslaat, toegejuicht door de Bergense menigte. In een hoekje zien we een fluorescerend oranje stokje, een souvenir van het houten bouwsel van Arne Quinze, dat op een avond in december 2014 instortte, net voor de feestelijke inhuldiging van de Culturele hoofdstad van Europa… Met als gevolg dat de Henegouwse hoofdstad tot ver over de grenzen over de tongen ging.

Kinderparadijs

Boven de leefruimte, waaraan de drie kinderen natuurlijk ook hun persoonlijke toets toevoegen (wat doet bijvoorbeeld die Playmobilfee op het toilet?), is er de etage gereserveerd voor de ouders, met hun werkkamer, slaap- en badkamer. “We hebben er een mezzanine van gemaakt, om zo te profiteren van het grote gewelfde volume”, zegt de architect. Vanuit hun bed, pal onder een boog, kijkt het echtpaar uit op de glasramen van de leefruimte. Frisse tinten geven ook hier de toon aan, vooral in de badkamer, waar gaten werden geboord in de buitenmuur, om natuurlijk licht binnen te brengen. Rond die openingen werden opvallende groene druppels geschilderd.

Maar dat is nog niets vergeleken met het kleine kinderparadijs op de vierde en laatste etage, die pas onlangs werd afgewerkt. De badkamer met het rode bad, de oranje wastafel en de veelkleurige wandtegels, is een en al vrolijkheid. “In het begin hadden de drie kinderen een gemeenschappelijke ruimte zonder echte scheidingswanden, met een trampoline en een grote speelkamer. Maar ze zijn al wat groter nu en willen elk hun eigen plek.” Resultaat : Lily kreeg een kamer in zwart, wit en rood, terwijl Olivia een overwegend blauwe kamer kreeg. De slaapplek van Harry is nog niet helemaal klaar, maar ze zal geënt zijn op het thema superhelden, met het accent op Harry Potter. Bovendien krijgt die kamer een rond venster, met uitzicht op het nieuwe treinstation van Bergen, ontworpen door Santiago Calatrava. Als dat ooit af geraakt… “We wilden de ruimte onder het dak uitwerken op hun maat”, zegt Nikola. “Hun kamers zijn kleine huisjes die uitgeven op een gezamenlijk salon. We hebben de scheidingswanden bekleed met het motief van een betoverd bos, om een beetje een Alice in Wonderland-sfeer te creëren.” Een steile, smalle ladder met een passerelle leidt er naar kleine mezzanines, waar de kinderen kunnen spelen of waar vrienden kunnen overnachten.

lachapelle-mons.tumblr.com

Tekst Fanny Bouvry & Foto’s Frédéric Raevens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content