De expo over de architectenfamilie Brunfaut spreekt tot de verbeelding.
Het Atomium is een schitterend decor voor een architectuurtentoonstelling vol “avant garde”. De expo over de architectenfamilie Brunfaut spreekt tot de verbeelding.
In Brussel was er ooit een familie die heel wat beroemde bouwmeesters telde: het geslacht Brunfaut. Niet minder dan vier telgen uit deze stam bouwden grote gebouwen en ontwierpen zelfs stadswijken.
De familie Brunfaut waren geen architecten van vader op zoon, maar wel leden van dezelfde familie die actief waren van het begin tot diep in de 20ste eeuw, van de art nouveau tot de fifties. Jules (°1852) trok in Brusselse het Hannonhuis op in de romantische zweepslagstijl. Hij was een stuk klassieker dan zijn neven Fernand (°1886), Gaston (°1894) en zijn achterneef Maxime (°1909) die linkse avant-gardisten pur sang waren. Zij droomden van moderne gebouwen en steden met torenflats.
In 1930 verraste Fernand de wereld met zijn hypermoderne gevel voor het Dagblad De Vooruit en de drukkerij Het Licht in Gent. Deze parel in Bauhausstijl blijft een baken van het modernisme. De Brunfaut’s waren politiek socialistisch geëngageerd en bouwden veel voor de partij, zoals het Prévoyance Sociale-gebouw in Brussel en de redactie van Le Peuple. Maar ze tekenden ook het Sanatorium Lemaire te Tombeek, het Bordetziekenhuis in Brussel en samen met hun leermeester Victor Horta het Centraal Station.
Maxime ontwierp ook het supermoderne treinstation Congres en het Air Terminusgebouw van Sabena rechtover het station. Gelukkig bleven hun indrukwekkende archieven bewaard waardoor de Archieven voor Moderne Architecture van Brussel nu kunnen uitpakken met een unieke tentoonstelling in het Atomium, waar hun talrijke utopische plannen worden getoond.
De tentoonstelling “Brunfaut’s, progressive architecture” loopt van 8 februari tot 9 juni in het Atomium, dagelijks van 10 tot 18u.
