De Fuji-vulkaan in Japan, de Honghe Hani-rijstterrassen in China, de Qatarese oude, verlaten handelsstad al-Zubarah en de eerste Portugese universiteit zijn erkend als werelderfgoed.
De Fuji-vulkaan in Japan is net als de Honghe Hani-rijstterrassen in China, de Qatarese oude, verlaten handelsstad al-Zubarah en de eerste Portugese universiteit erkend door de VN-organisatie voor onderwijs, wetenschap en cultuur (Unesco) als werelderfgoed. Voor Qatar is het de eerste erkenning van een site als werelderfgoed. Het Werelderfgoed-comité van de Unesco vergadert nog tot 27 juni in het Cambodjaanse Phnom Penh.
De Hani-bevolking ontwikkelde een complex systeem van kanalen om water van de beboste Ailao-bergen naar de rijstterrassen in de Chinese provincie Yunnan te brengen. Het comité waarschuwde dat de rijstterrassen, die op de flanken van de bergen trapgewijs afdalen naar de oevers de Hong-rivier, kwetsbaar zijn voor fluctuaties in de prijs van rijst.
Daarnaast erkende het comité ook de 3.776 meter hoge Japanse berg Fuji als werelderfgoed. De vulkaan op 100 kilometer ten zuidwesten van Tokio is actief, maar de laatste uitbarsting is intussen meer dan driehonderd jaar geleden.
Het Arabische emiraat Qatar telt intussen ook een site op de lijst met werelderfgoed met de erkenning van de oude stad al-Zubarah. Die behoorde tot een grote groep welvarende, versterkte handelsteden aan de kust van wat vandaag Qatar is, die tot ontwikkeling kwamen rond de negende eeuw na Christus. Het comité stelde dat Qatar “immense” uitdagingen kent om de “heel kwetsbare overblijfselen in een vijandig klimaat” te bewaren.
Daarnaast is ook de eerste Portugese universiteit, gevestigd in de stad Coimbra, toegevoegd aan de Unesco-lijst. De instelling dateert uit de dertiende eeuw, maar geldt als een van de modernste sites van het land. (Belga/KS)
