Voor de berekening van de duur van de vertraging van een vliegtuig geldt niet het moment waarop het toestel het asfalt van de landingsbaan raakt, maar wel het moment waarop de vliegtuigdeuren geopend worden. Dat heeft het Europese Hof van Justitie geoordeeld.
Het Hof boog zich over de zaak van een passagier die een compensatie van 250 euro wil bedingen omdat een vlucht van Germanwings van het Oostenrijkse Salzburg naar de Duitse luchthaven Keulen/Bonn meer dan drie uur vertraging had opgelopen. Het vliegtuig bereikte immers met drie uur en 3 minuten vertraging zijn standplaats.
De luchtvaartmaatschappij verdedigt zich met het argument dat het toestel het asfalt raakte met een vertraging van slechts twee uur en 58 minuten.
Gesloten ruimte
Het Hof oordeelt nu dat het tijdstip waarop minstens één vliegtuigdeur opent en de passagiers het toestel mogen verlaten aangezien moet worden als de “daadwerkelijke aankomsttijd”. Immers, tot dan verblijven de passagiers “in een gesloten ruimte waar hun mogelijkheden tot communicatie met de buitenwereld om technische en veiligheidsredenen beperkt zijn”.
Die beperkingen worden volgens het Hof nog niet opgeheven wanneer de vliegtuigwielen de grond raken. (Belga/MS)
