Vier nieuwe werelderfgoedplaatsen

De VN-organisatie UNESCO heeft vier nieuwe toevoegingen aan haar prestigieuze Werelderfgoedlijst gedaan. Op de jaarlijkse bijeenkomst van het Werelderfgoedcommité van de de United Nations Educational Scientific and Cultural Organization (UNESCO) werd gestemd over de uitbreiding van de lijst.

Het betreft Saoedi-Arabië’s archeologische site al-Hijr, Mauritius’ Le Morne cultuurlandschap, Armeense kloosters in het noorden van Iran en de aarden architecturale site in het zuiden van de Chinese provincie Fuijian – de zogenaamde Fujian Tulou, een groep van 46 gebouwen die dateren van de 12de tot de 20ste eeuw.

Het is voor het eerst dat Saoedi-Arabië op de lijst van Unesco verschijnt. Bij Al-Hijr liggen 111 gedecoreerde graftombes en waterbronnen gebouwd tussen de eerste eeuw voor en de eerste eeuw na Christus door de Nabateeërs. Diezelfde Nabateeërs bouwden ook de woestijnstad Petra in Jordanië, vorig jaar verkozen tot één van de nieuwe zeven wereldwonderen.

Le Morne in Mauritius is een berg die doorloopt tot in de Indische Oceaan. In de 18e en 19e eeuw zochten gevluchte Afrikaanse slaven hun toevlucht in de grotten verscholen tussen de bossen en klippen vlakbij de top van Le Morne. Tegenwoordig is Le Morne een symbool van de vrijheidsstijd van de slaven.

In het noordoosten van Iran liggen drie Armeense kloosters, de laatste gebouwen die getuigen van de Armeense aanwezigheid in de regio. De drie kloosters – St Thaddeus, St Stepanos en Dzordzor – zijn prachtige voorbeelden van de Armeense architecturale en decoratieve traditie.

De Tulou in het Chinese Fujian tenslotte zijn 46 aarden huizen gebouwd rondom een vierkant of rond plein zodat de inwoners zich goed konden verdedigen. De huizen vormen een uniek voorbeeld van het leven in een commune om defensieve redenen.

Informatie
Unesco

Foto: © UNESCO / Véronique Dauge