Tips voor een geslaagde safari

Voor je vertrekZoals bij iedere reis begint ook een safari met een goede voorbereiding. Bedenk waar je heel wil en bekijk wanneer de beste tijd is om daarheen te reizen. Het meeste wild zie je aan het einde van het droge seizoen wanneer het gras en de struiken kort zijn en de dieren zich verzamelen bij waterplaatsen.

Zorg op tijd voor een visum en de inentingen.

Alhoewel het overdag erg warm kan zijn in Afrika, koelt het ’s avonds vaak flink af. Neem daarom niet alleen zomerkleding mee op reis.

Een rugzak is handiger dan een koffer.Neem ook niet te veel spullen mee, je moet het onderweg de hele tijd meesjouwen.

Enkele artikelen die je niet kan missen: zonnebrandcrème, antimuggenmiddel, verrekijker, zonnebril, pilletjes tegen diaree en andere veelvoorkomende kwaaltjes. Vergeet ook je fototoestel en voldoende rolletjes of geheugenkaarten en batterijen niet. Dat kan je lang niet overal in Afrika kopen. Een boek over de Afrikaanse dieren is natuurlijk ook handig.

Je maakt een erg goede indruk als je enkele woorden Swahili spreekt.

Tijdens de reisTraditioneel is het zo dat je het meeste wild in de vroege ochtend en late namiddag ziet. Dat is dan ook het moment waarop iedereen de natuur intrekt. In erg toeristische gebieden is het juist ook een optie om overdag te gaan wanneer de andere toeristen in hun lodges of tentenkampen verblijven. Enkel de katachtigen verbergen zich overdag, maar zelfs dat is lang niet meer altijd het geval. Deze dieren jagen niet graag onder het toeziend oog van talloze toeristen en verplaatsen deze activiteit naar de dag wanneer het rustig is.

Neem onderweg een kaart mee waarop aangegeven staat waar welke dieren voorkomen en weet waar je kijken moet. Luipaarden zoek je in bomen, krokodillen natuurlijk in de rivieren en aan de hand van verse uitwerpselen kom je ook heel wat te weten over de verblijfplaatsen van het wild.

De safariwagens zijn meestal open. Zolang je blijft zitten is er niets aan de hand, maar wanneer je gaat staan of iets uit de auto steekt kan dat de dieren irriteren. Omdat er nog altijd veel stropers rondstruinen zijn de dieren erg alert op alles wat op een wapen lijkt.

Het spreekt voor zich dat je niets mag plukken.

Even vanzelfsprekend: neem geen verboden souvenirs mee.

Tijdens een wandelsafari zijn er wat extra dingen waar je op moet letten: Onderneem nooit ’s nachts een wandelsafari en draag in verband met schorpioenen en slangen altijd sokken en laarzen. Wanneer je een dier tegenkomt dat vijandig gedrag vertoont kan je het beste langzaam weglopen. En ga dan nooit in zijn vluchtroute staan. Om te voorkomen dat een dier je in de gaten krijgt kan je het beste zo in de wind gaan staan dat het dier je niet kan ruiken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content