Tasmanië

Er zijn plaatsen op Tasmanië waar geen mens ooit een voet zette. Het verhaal over de Tasmaanse tijger is dan ook niet eens zo onwaarschijnlijk: officieel is de diersoort allang uitgestorven, sinds mensenheugenis heeft niemand er één gezien, maar diep verborgen in het woud zouden er nog veel van zulke tijgers leven.

Australië, droog? Sommige delen zijn zulk voorbeeldig regenwoud, dat ze door de Unesco zijn opgenomen in het Erfgoed van de Mensheid.

Er zijn plaatsen op Tasmanië waar geen mens ooit een voet zette. Het verhaal over de Tasmaanse tijger is dan ook niet eens zo onwaarschijnlijk: officieel is de diersoort allang uitgestorven, sinds mensenheugenis heeft niemand er één gezien, maar diep verborgen in het woud zouden er nog veel van zulke tijgers leven.

De beste manier om de natuur van Tasmanië te ontdekken, is te voet. Cradle Mountain-Lake St Clair National Park maakt samen met het Gordon-Franklin Wild Rivers National Park en South-West National Park deel uit van de Tasmanian Wilderness World Heritage: in totaal 1,38 miljoen ha, bijna een vijfde van Tasmanië en groter dan Vlaanderen.

Deze wildernis verbergt een schat aan geologische rijkdommen (de oudste rotsen zijn 1100 miljoen jaar oud), archeologische (40 grotten vertellen over de geschiedenis van de mens die hier zo’n 30.000 jaar geleden begon) en natuurhistorische.

Het Tasmaans regenwoud is een cool temperature rainforest: behalve de enorme neerslag is het bergklimaat bepalend voor de opmerkelijke flora en fauna ervan. Het woud is oud, heel oud. Sommige bomen staan er sinds eeuwen. De Huon-den bijvoorbeeld kan wel 2000 jaar oud worden.

Oersymbool van Tasmanië

Je hoeft niet zoveel fantasie te hebben om te beseffen dat allerlei dieren er hun toevlucht zoeken: vaak zeldzame soorten die enkel hier voorkomen of elders zijn uitgestorven. Het merkwaardigste beestje? De Platypus, oersymbool van Tasmanië, maar dat vogelbekdier laat zich uiterst zelden zien.

De omgeving van Cradle Mountain (1545 m) doet denken aan die van een alpenmeer: een bergachtig landschap met struiken en bomen die zich hebben aangepast aan hoogte en koude. De opvallendste boom is de Myrtle Beech ( Nothafagus cunninghamii): de oranjerode blaadjes zetten de hellingen in een warme gloed. Hier en daar wordt het kleurenpalet onderbroken door een toets geel van een verkleurende Nothafagus gunnii.

En natuurlijk zijn er talrijke gombomen – op Tasmanië alleen al zijn er 27 soorten eucalyptus. Verder geven vooral de palmachtige Pandanis en boomvarens een exotische aanblik. Nog fascinerender zijn de tientallen soorten mos en korstmos in kleuren van grijs tot oranje, en met de meest vreemde vormen.

Extra toegankelijk

In Tasmanië staat het hele gebied open; sommige delen zijn extra toegankelijk gemaakt. Dat is een voorwaarde om een World Heritage Area te worden: zoveel mogelijk mensen de gelegenheid bieden om er kennis mee te maken. Er zijn bezoekerscentra in de Tasmaanse wildernis, met aangelegde paden en uitgestippelde wandelwegen.

In Cradle Valley bijvoorbeeld begint The Overland Track: de bekendste trekking van West-Tasmanië voert je in 8 of 9 dagen naar Cynthia Bay aan Lake St Clair. Dwars door het natuurpark, over bergen en dalen, met kamperen onderweg. Het is best dat je geoefend bent vooraleer je zo’n meerdaagse trekking aanvat. Onervaren wandelaars beginnen beter met dagtochten.

En overal geldt: vóór je vertrekt, noteer je in het wandelboek waar je naartoe gaat en met hoeveel mensen. Aan het eind van de tocht schrijf je jezelf uit: zo weten de park rangers wanneer, waar en hoeveel verdwaalde wandelaars ze moeten zoeken.

Je kan ook afwijken van de platgetreden paden: een stuk avontuurlijker en spannender, al wordt aangeraden om zo’n expeditie enkel te ondernemen als je ervaring hebt, en liefst met deskundige begeleiding.

Bron: Weekend Knack

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content