Rondzwerven door Brussel met Brusselse schepen Ans Persoons als gids

Rondzwervend door Brussel met Ans Persoons, de Brusselse schepen van Nederlandstalige Aangelegenheden, Wijkcontracten en Participatie. “De bewoners lezen hun stad dikwijls beter dan de academici.”

Rondzwervend door Brussel met Ans Persoons, de Brusselse schepen van Nederlandstalige Aangelegenheden, Wijkcontracten en Participatie. “De bewoners lezen hun stad dikwijls beter dan de academici.”De voorbije zomer had Brussel een vrouwelijke burgemeester – waarnemend, maar toch. “En Neder landstalig”, lacht Ans Persoons, “dat zou wel eens de eerste keer in de geschiedenis kunnen zijn.” Wanneer zittend burgemeester Yvan Mayeur niet met vakantie is, is Persoons Schepen van Nederlandstalige Aangelegenheden, Wijkcontracten en Participatie. Een job die ze graag doet, ze raakte in de gemeenteraad van de Stad Brussel na de verkiezingen van 14 oktober 2012. Na haar studies in Gent en Parijs, liep Persoons stage in het Europese Parlement. bureau van het Brussels Gewest dat de integratie van expats verzorgt. Volgens haar twitter-account houdt ze van boksen en rokjes.

Kleur in de stad Via een achterpoortje leidt Ans Persoons ons uit het stadhuis. “Die kinderkopjes op de binnenplaats van het stadhuis moeten blijven natuurlijk, maar ik draag wel eens hoge hakken en dan is dat knap vervelend, daarom dat ik altijd langs hier naar buiten ga.” Ze lacht en dat zal ze de volgende uren nog dikwijls doen. We zijn met de fiets, we trappen richting Stalingradlaan. Vlakbij het sterrenrestaurant Comme Chez Soi op het Rouppeplein, stoppen we aan het Zuidpaleis. Persoons: “Vroeger had je hier een hele rij traditionele theesalons. Traditioneel in de zin van: mannen, mannen, mannen. En tlverlichting.”

Het is nog vroeg, maar enkele horecazaken zijn al open. De kleurige gevels en de zonneschermen van de verschillende bars en restaurantjes vallen meteen op. “Hier in de Stalingradlaan krijgen we een beetje hetzelfde van wat er eind jaren 90 in de Antoine Dansaertstraat gebeurde. Meer en meer Vlamingen vestigden zich daar en brachten een dynamiek op gang. Nieuwe cafés en winkels gaven de buurt een nieuwe dimensie. Dat zien we hier nu
ook.

Vandaag is er een belangrijke middenklasse – tweede en derde generatie Marokkaanse immigranten – die aan de stad werkt en dingen doet bewegen. Zij beginnen en begonnen hier al verschillende zaken: een café dat een heel gamma smoothies op de kaart heeft staan, een pizzeria, een Thai … maar dan hallal. Toen we dat hier zagen groeien, besliste de stad om deze initiatieven te steunen – een concrete manier van wat wijkcontracten doen. Het zijn geen abstracte dingen, ze verbeteren de leefbaarheid van de stad, voor de bewoners en de toeristen, maar evengoed voor de duizenden pendelaars
die hier elke dag komen werken.

Het wijkcontract van de stad Brussel heeft de hele omgeving van de Stalingrad- en de Lemonnierlaan, meer bepaald het Zuidpaleis, een mooie boost gegeven. De snackbars en koffiehuizen kregen een kleurig likje verf en mooie zonneschermen. En dat geeft de uitbaters dan weer extra motivatie om verder te gaan.” Net op dat ogenblik loopt Ayachi Nordine voorbij en komt een praatje maken. Hij is voorzitter van het handelaarscomité ‘Stalem’ dat de belangen van de handelaars in de Stalingrad- en de Lemonnierlaan verdedigt. “Alle horecazaken beslisten onlangs om dezelfde stevige terrasstoeltjes en -tafeltjes aan te kopen. En het werkt, steeds meer mensen ontdekken deze kant van Brussel. Bovendien komen er ook meer vrouwen om wat te eten of een fruitsapje te drinken. En dat hadden we hier zeker nodig. De buurt had een eigen identiteit nodig. En die komt er nu.”

Vroeger viel er hier amper een vrouw te bespeuren. We zitten in de wijk waar Sofie Peeters in 2012 haar documentaire ‘Femme de la rue’ opnam – over hoe ze als vrouw door mannen wordt lastig gevallen. Ondertussen is de mentaliteit toch al wat veranderd. Er schuift een mix van nationaliteiten voorbij, zonder dat er wordt gescholden. Ans Persoons: “Het beleid moet initiatieven steunen die vanuit de bevolking ontstaan, zonder het te institutionaliseren. Het zijn niet altijd de experts die het juiste antwoord op problemen hebben. De bewoners kennen en lezen hun stad soms veel beter dan de theoretici. Je moet als stad niet zomaar een fietspad aanleggen. Het is beter om eerst te kijken hoe de fietsers de stad gebruiken, en dan een fietspad aan te leggen. Of hoe je beter een speeltuin aanlegt op een braakliggend terrein waar al kinderen spelen dan aan de overkant waar geen kind te bespeuren valt.”

Onder de spoorweg
We lopen te voet van het Zuidpaleis naar het Ursulinenplein. Persoons wil ons een ander stadslitteken laten zien. “Recyclart is een prachtige organisatie die veel activiteiten organiseert: ’s ochtends kan je er gewoon een koffie drinken en ’s avonds worden er allerhande events en feesten gehouden. Het Recyclart-café en de -zaal bevinden zich onder de spoorweg. Dat specifieke karakter van deze plek moet behouden blijven. Die street culture, dat rauwe willen we versterken. In de toekomst zal de stad de andere lokalen, links en rechts van de Recyclart, renoveren en opwaarderen. Dat gebeurt ook in het
kader van een wijkcontract, het gaat hier hoofdzakelijk over technische ondersteuning, zoals brandveiligheid. Nu zijn dat kleine, vervallen lokalen, maar ze kunnen omgezet worden in leuke ateliers, winkeltjes enzovoort. Ook de donkere tunnels onder de spoorweg nodigen vandaag niet uit om naar de andere kant te gaan. Met de bouw van de Noord-Zuidverbinding, zijn er hele wijken afgebroken om de sporen aan te leggen. Maar er is nooit nagedacht hoe die openbare ruimte daarrond zinvol moet worden ingevuld, het is een stadslitteken waar we als stad aan blijven werken. Voor die tunnels hier willen we, in samenspraak met Recyclart, artiesten uitnodigen om ze kleur en leven te geven, met muurschilderingen en streetart.

Als we er daarnaast ook verlichting in aanbrengen, zullen de buurtbewoners de tunnels meer gebruiken. Zo kunnen we de grens, die er nu toch wel is, tussen de Marollen en de andere kant van Brussel, opentrekken. Want op het ogenblik is het niet echt een wijk, het is een wat vreemd tussengebied.”

Brussel Stripstad
Van de Recyclart stappen we richting Anneessensplein. Thorgal, de stripheld kijkt, vanop een zijgevel uit over het plein. Ans Persoons: “Brussel is een Stripstad, inderdaad. We hebben een vijftigtal stripmuren, het stripmuseum, Hergé, … Dat is gekend. En dat is goed voor het toerisme. Maar we moeten verder denken. Die stripmuren zijn er eigenlijk eerst en vooral voor de mensen die er wonen. Wanneer de bewoners van de wijk zien dat er wordt geïnvesteerd in hun wijk, gaan ze daar op een andere manier mee om. Deze Thorgal-strip is vrij klassiek, tot vandaag zijn de stripmuren nog te vaak
een uitvergroting van een plaatje uit een stripboek. Dat idee willen we opentrekken: via de stripmuren willen we ook een link leggen met de wijk zelf – met wat er leeft, wat er gebeurt, wat er te zien is. Zo zullen de mensen die er wonen zich betrokken voelen. Het wijkgevoel moet primeren. Eerst moet de mensen zich thuis voelen in hun wijk, zo zullen ze zich in tweede instantie ook goed voelen in het grotere geheel, in hun stad. En op die manier een echte Brusselaar worden. Naast de klassieke strip gaan we bovendien ook meer de graphic novel in tegreren.”

We mikken er een vraag tussen. Wat is en hoe word je eigenlijk Brusseleir? An Persoons: “In Antwerpen of Gent duurt het, als inwijkeling, jaren om een echte Gentenaar of Antwerpenaar te worden. Dat is een groot verschil met Brussel. Binnen een week ben je Brusselaar, gewoon omdat je hier woont. Zonder dat die ‘afkomst’ meespeelt. Zonder dat je wordt afgerekend op taal of nationaliteit. Hoe ik een brood bestel? Meestal in het Frans. Of in het Nederlands. Of in een andere taal. Als Brusselaar zit je steeds in die smeltkroes van talen en kleuren – zonder onderscheid, zonder daar bij stil te staan.
Mensen hebben plaatsen nodig waar ze elkaar kunnen ontmoeten. Dat kan je natuurlijk niet forceren, maar in Brussel gebeurt het al op een spontane manier. Ik zie het zelf ook, in mijn boksclub.”

Liever Brussel dan Parijs Yes, zo hebben we ze graag – waarnemende, vrouwelijke burgemeesters die boksen. “In de boksclub heb je die mengeling van jonge mensen en culturen, mannen, vrouwen, Oost-Europeanen, Marokkaanse meisjes, zelfs gesluierde meisjes enzovoort. En dan kunnen we het cliché bovenhalen van dat dat multicultureel is enzoverder, maar eigenlijk is dat gewoon normaal. Het is geen issue. Dat is net waar Brussel zich onderscheidt van andere steden. En dat zie je niet alleen in de boksclub, die mengeling zit overal.

Gisteren ging ik een crèche van de stad bekijken en daar heb je diezelfde sociale mix – al die kindjes in alle kleurtjes, samen … Het is gewoon zoals Brussel is, het is niet eens in scène gezet, zoals die Benetton-reclame.” Ans Persoons is toevallig beginnen te boksen. En dus niet om zich veilig te voelen. Laatst mopperden de Vlaamse ambtenaren omdat ze straks een stukje voor hen onbekend Brussel moeten doorkruisen op weg naar hun nieuwe kantoren in Tour & Taxis. Maar Brussel als gevaarlijke stad, dat is grotendeels perceptie, vertelt Persoons. “Volgens de cijfers is die zone daar redelijk veilig, maar aan gemiddelden heeft iemand die op straat iets meemaakt natuurlijk niks. Er is criminaliteit in Brussel, dat kan niemand ontkennen, maar dat maakt het nog geen gevaarlijke stad. Onbekend is onbemind, en dat kan bedreigend overkomen. Sowieso: elk crimineel feit is er een te veel. Als stad is het een van onze prioriteiten om die cijfers nog verder terug te dringen.”

Ze studeerde twee jaar in Parijs, Ans Persoons kan vergelijken. “Als ik Brussel vergelijk met Parijs, is het opmerkelijk hoe toegankelijk Brussel is. Parijs is fijn als je veel geld hebt. Wonen in het centrum is vrijwel onmogelijk, omdat het ontzettend duur is om er te huren of te kopen. In Brussel is het nog mogelijk iets te kopen of te huren binnen de vijfhoek. Maar ook op gebied van cultuur is het betaalbaar in Brussel. Concerten, toneel, cinema … in vergelijking met Parijs, is dat betaalbaar.”

Waarop Ans Persoons op haar fiets springt en gezwind naar de Grote Markt rijdt, naar haar stadhuis, met die vervelende kinderkopjes.

Steven Graauwmans

www.anspersoons.be

3 FAVORIETEN Judith Van Istendael, stripauteur en illustratrice.

1. Le Snack à Pat “Het voelt als een soort woonkamer. Voor de rest is het misschien wel een vreemde plek. Maar nadat ik er twee keer kwam, wisten ze hoe ze mijn perfecte koffie moesten serveren.”
Le Snack à Pat, Hooimarkt 6, 1000 Brussel

2. Comus & Gasterea “Een fantastisch ijskreemkraam, je weet nooit wanneer het open is. De plek is niet om aan te zien, maar lekkerder ijs dan daar ben ik nog nooit tegen – gekomen.”
Comus & Gasterea, Baksteenkaai 86-88, 1000 Brussel – www.comusgasterea.com

3. De Walvis “Gewoon, omdat dat café weer open is en het dichtstbijzijnde terras is bij mijn huis.”
Walvis, Antoine Dansaertstraat 209, 1000 Brussel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content