Landen met de grootste biodiversiteit doen het minst aan natuurbescherming

© iStockphoto

De landen met de grootste biodiversiteit besteden het minste geld om de natuur te beschermen. De positieve uitzonderingen zijn Costa Rica, Thailand en Kroatië.

Aan de andere kant zijn het vaak de landen met de geringste biodiversiteit die het meeste geld uitgeven aan natuurbehoud. Dat geldt in het bijzonder voor Nieuw-Zeeland, Denemarken en Nederland.

Duitsland, Luxemburg, Israel en Letland geven dan weer veel minder geld uit dan we, gezien het soort staatsvorm, zouden verwachten.

Dat blijkt uit het onderzoek “Geography of Conservation Spending, Biodiversity, and Culture” van de Wildlife Conservation Society (WCS) en de University of Queensland dat verscheen in het tijdschrift Conservation Biology.

Het viel de onderzoekers op dat hoe sterker en stabieler de regering is, hoe meer geld er uitgegeven wordt aan natuurbescherming. En de landen met de grootste biodiversiteit (meestal gelegen rond de Evenaar) hebben dat juist niet. Die landen vinden een snelle economische ontwikkeling het belangrijkst. Pas daarna komen ze toe aan bescherming van de natuurlijke bronnen, maar dan is de schade al aangericht.

De auteurs van het rapport, Tim McClanahan en Peter Rankin, benadrukken dat de rijkere landen bij zouden moeten dragen aan de de natuurbescherming in de landen rond de Evenaar. “Laten we dat aan die landen zelf over, dan zal er weinig van terechtkomen. Wanneer landen zich enkel blijven richten op hun eigen achtertuin, zullen er niet veel achtertuinen over blijven om voor te zorgen”, aldus de onderzoekers. (MS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content