Is luxueus reizen een kwaad van onze tijd?

© iStockphoto

Is luxueus reizen een kwaad van onze tijd? Een voorrecht voor rijkelui? Of een feest voor iedereen? Tussen schip en bankrekening liggen keuzen: luxe als dure exclusiviteit, luxe als speurneus, luxe als gemoedsgesteldheid.

Luxe is geld. Of rijkdom. Iets bezitten, beleven of genieten wat anderen niet hebben. Luxe is distinctie, onderscheid van anderen. Luisterrijke architectuur, residentieel wonen, stijlvolle mode, een gesofisticeerde driesterrenmaaltijd, bedwelmende parfums, pralerige feesten en mondaine sporten, de delicaatste lingerie, juwelen en horloges zonder prijskaartje, hitsige bolides, kostbaar antiek, sensuele six senses-spa en wellness: allemaal zijn het verschillende en toch dezelfde uitingen van luxe, zo broodnodig voor het welgestelde individu.

Synoniemen? Weelde klinkt neutraal, opulentie is op het randje, exuberantie en overvloed zijn erover. Eeuwen is luxe door filosofen en theologen verguisd, omdat ze de moderatio of gematigdheid in het leven miskent. Dan is ze gulzigheid of verspilling.

Maar luxe is in het zog van de welvaart ook gedemocratiseerd, door de reclame verworden tot ingelepelde consumptie en het ultieme genot van de kapitalistische warencultuur. En, eerlijk is eerlijk, de toegenomen luxe is ook verstrekker van arbeidsplaatsen. De Franse econoom Jean-Baptiste Say zag het eenvoudig: “Le luxe est l’usage des choses chĆØres”, wat een koelere kijk op het fenomeen is.

De filosoof Mandeville is met zijn Fable of the Bees dan weer de absolute, zij het cynische verdediger: al wat de bevrediging van elementaire behoeften overstijgt, is luxe. Geen moreel geleuter! Luxe is een grensbegrip met argumenten aan beide kanten: is luxe legitiem als armoede om zich heen grijpt, staat er een maat op verkwisting? Wanneer knaagt het geweten? De econoom Kenneth Galbraith betoogt dat met de affluent society de westelijke samenleving, ver voorbij nood en armoede, is overgegaan in een overvloedmaatschappij, waarin zelfs de zwakke loontrekkende tegenover mensen in de (veelal toeristische) landen van de ‘derde wereld’ in relatieve luxe leven. Op reis gaan, al dan niet luxueus, is ook een morele vraag.

La Perla

Een website met als trefwoord topluxe : wat is de top van de top? Luxe is de overtreffende trap van lifestyle, een modewoord dat niettemin van alle tijden is en Knack Weekend mag verleiden om bedenkingen aan dat controversiƫle woord te wijden. Want luxe is, tja, een luxeproduct dat niet voor iedereen is weggelegd. Luxe is behept met de aura van onbetaalbaarheid en exclusiviteit.

Wat is dan luxueus reizen? Vertaalt zich dat in prijzen en geld, of gaat het om beleving, ervaring van unieke gebeurtenissen die buiten het dagelijkse leven vallen ? Luxe is dure want exclusieve producten, zowel in het hotelwezen, exotische strandparadijzen, avontuurlijke expedities als zitjes in het vliegtuig.

Het verschil tussen business (laat staan first) en economy is groot, maar daarom zijn geld nog niet waard: luxueus de jetlag wegslapen na een veelgangendiner met aangepaste wijnen is een absoluut voorrecht, maar ook een stevige hap uit het budget, waar de meeste toeristen begrijpelijk voor passen. Het verschil kun je aan iets anders uitgeven. Als luxe op reis al begint, dan niet zozeer na het opstijgen als wel na het landen. Zo lees ik in economy op de vlucht naar Verona graag een boek, want eens in de stad geniet ik niet enkel van arena en liefdesmythe, maar verken ik in de oude straten de opvallend talrijke lingeriewinkels om er met genoegen geld uit te geven aan een setje van La Perla voor de geliefde, exclusief, duur, luxueus en beloftevol. Luxe is, want selectief en subjectief, ook en misschien vooral een kwestie van instelling.

Charme heeft een prijs

Luxe is een keuze. Het geluk was in Botswana aan mijn zijde: twee keer heb ik de Okavango Delta bezocht in bevoorrechte omstandigheden. Het land staat erom bekend dat het mikt op exclusief, duur en zelfs elitair toerisme. Omstreden keuze, maar het woestijnland heeft daar redenen voor : het wil de fragiele biotopen, van moeras en zoutpan tot woestijn, niet verkwanselen aan het massatoerisme, dat zoals in Kenia al een paar nationale parken heeft veranderd in ordinaire dierentuinen.

Sommige bestemmingen hebben hun prijs. Je kunt in Botswana, aan de rand van de rivierdelta, de site goedkoper bezoeken. Boeiend, maar helaas gewoon. In het hart van de Okavango heb ik rondgezworven van de ene comfortabele naar de andere luxueuze lodge, over land, met vliegtuigjes of prauwen die je de kans geven om dieren waar te nemen zoals dat anders nooit kan. Dat is luxe, geen onbetaalbare luxe, maar wel prijzige voorkeursbehandeling. Want de setting van de lodges bekoort in een waanzinnige omgeving: van ’s morgens tot ’s avonds in een bijna mensenlege biotoop, met zeldzame sitatoenga’s en endemische vogels, is luxe dan een voorrecht waarvoor je dieper in de buidel tast.

Het is niet anders in Kenia, het nog altijd wonderbaarlijke land dat af te rekenen heeft met een negatief imago, net als de Spaanse Costa del Sol, van platgetreden paden, commercieel strandvermaak en ordinaire safari’s (het equivalent is de excuustrip naar Ronda). Als prachtbestemming heeft Kenia dan zijn prijs. Amboseli nu en Masai Mara straks zijn om zeep, omgeturnd tot ordinaire dierentuinen: te grote lodges, tien busjes voor een cheeta, business as usual tegen een betaalbaar prijsje. Dan krijgt luxe een kans met exclusieve verblijven in afgelegen streken, met charme, karakter en een beperkt aantal bezoekers. Dat maakt de reis duurder, maar ook intenser, rijker en unieker.

Campi Ya Kanzi is zo’n lodge, met als extra troef dat de Italiaanse eigenaar samenwerkt met de Masai : hij pacht gronden, bouwt scholen en hospitalen met een deel van uw luxueus geld. Een geslaagde poging tot duurzaam toerisme. In een fabelachtig decor is dat verantwoorde luxe. Daarom is het voor milieu, bevolking en uzelf soms beter om langer te sparen en een onvergetelijke reis te maken dan wel een goedkope, maar doordeweekse ontdekkingsreis te boeken. Sommige bestemmingen smeken om exclusiviteit, om een eenmalige ervaring. Goed bestede luxe.

Schat, Ć©Ć©n keer of drie keer?

Een recente hype van democratisering in de reissector is de cruise: honderden schepen in alle graden van comfort bevolken de wereldzeeƫn, van de Middellandse tot de Caribische zee, van drie oceanen tot een snoer van maritieme citytrips. Vroeger exclusief want kleinschalig, nu voor iedereen bereikbaar.

“Onze kamer lag op de zestiende verdieping”, zei mijn buurman na een trip tussen Kiel en Genua. Of er nog hogere kamers waren, heb ik niet gevraagd, want het schip kon niet anders zijn dan zo’n mastodont met acht restaurants en vier zwembaden, die in de havens van Barbados en VenetiĆ« duizenden passagiers uitbraken en na een halve dag weer opslokken voor de volgende aanlegplaats. Het aantal drukt de prijs. Dat is relatieve luxe, want ieder kiest naar zijn portemonnee en dito verlangen.

Omdat iedereen tevreden is, boert de sector goed. Maar als intense ervaring ook luxe is, schort er wat : waarom vaart een schip met honderden zeevaarders naar Antarctica, waar de passagiers een half uurtje op een eiland naar pinguĆÆns mogen kijken? Veel geld voor oppervlakkige beleving. Dan is langer sparen alweer een alternatief: een kleiner schip met minder passagiers, Spartaans op een Russische ijsbreker dan wel luxueus op een prachtboot van Le Ponant, om kleinschalig het ijsleven in zijn veelzijdige aspecten te ondergaan. Luxe is dan minder een kwestie van geld dan van gemoedsgesteldheid, reiservaring en uitmuntende confrontatie met natuur en wereld.

Democratisch varen met Hurtigruten langs de Noorse kusten is een grootse beleving, met de Hebridean Princess langs Schotse eilanden naar het afgelegen St. Kilda zwerven, is duurder maar in de hoffelijkste setting met slechts veertig medepassagiers ook absoluut onvergetelijk. Luxe zal altijd zijn prijs hebben, dat is de schizofrenie van exclusief reizen. Op een zeilschip van Star Clippers voor een Panamees eiland voor anker gaan, of zoals met L’Austral in zeer comfortabele omstandigheden en begeleid door gepassioneerde gidsen de toendrakust van Kamchatka ontdekken: dat is een hap in de bankrekening, maar qua unieke ervaring absoluut verantwoord, ook voor wie het geld niet over de balk kan gooien. Luxe is : liever Ć©Ć©n keer zo’n exclusieve bestemming dan drie keer… (zelf in te vullen).

Charme heeft geen prijs

Ook het net democratiseert de luxe: zelf ben ik daar slecht in, maar begenadigde reizigersvrienden pluizen alles uit en vliegen, overnachten en eten voor een habbekrats (of toch ongeveer), ver onder de prijzen van de soms als luxueus omschreven sites. Je kunt overnachten, cruisen, op safari trekken of skiƫn tegen scherpe prijzen. Luxe is duur, maar zoeken goedkoop. De reiziger zet luxe een hak en geniet ten volle van diezelfde luxe. Luxe is een speurneus.

Luxe is dan een dubbeltje op zijn kant. Vroeg niet Diogenes in zijn ton aan Alexander de Grote om uit zijn zonlicht te gaan: is dat opperste luxe, weliswaar van een cynicus? En de toch wel schijnheilige Voltaire schreef over luxe dat “het overbodige en zeer noodzakelijk iets” is. De boodschap op het eind is wat banaal: luxe is niet immoreel, maar ook geen absoluut kostelijke noodzaak. Als luxe vooral een instelling, een tevredenheid en goed reisgevoel is, valt een luxueuze reis niet altijd te vertalen in sterren, scheepsdekken en prijzen van hotelkamers.

Luxueus reizen blijft altijd schizofreen. Soms betaal je graag dat ietsje meer om een reis echt onvergetelijk te maken. Maar ik kan evenveel genieten van de oneindige rij tapasbars in LogroƱo als van een sterrenhuis dat naar de naam Noma of El Celler de Can Roca luistert. Luxe is niet de afwezigheid van geld, maar luxe is wel relatief. Als ik in het Andalusische dorp El RocĆ­o een torenkamer in een herenhuis huur, in een charmant hotel met twee sterren, kijk ik vanuit mijn bed op moerassen vol flamingo’s en paarden. Als dat geen luxe is! Zeer betaalbaar bovendien. Plus dan nog voor geen geld fantastische tapa’s achter de hoek.

Mark Gielen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content