In beeld: jongste land ter wereld bestaat twee jaar

Onopgeloste conflicten, voortdurende spanning over olie met Khartoem en een erg precaire humanitaire situatie maken echter dat er voorlopig bitter weinig te vieren valt.

De onafhankelijkheid op 9 juli 2011 maakte grote verwachtingen los in Zuid-Soedan. Verlost van het juk van het islamitische Khartoem en met drie kwart van de Soedanese olievoorraden op zak, hoopte Juba na decennia van geweld op de ontwikkelingstrein te kunnen springen.

Magere vooruitgang

Twee jaar later oogt de vooruitgang echter bijzonder mager. Zo blokkeerde Soedan de olie-uitvoer veertien maanden lang onder het voorwendsel van prijsgeschillen, met alle gevolgen vandien voor de Zuid-Soedanese schatkist.

Geweld aan de grens in Soedan houdt dan weer ruim 190.000 vluchtelingen in kampen in Zuid-Soedan. Internationale hulporganisaties maken zich er op voor een langdurig verblijf, terwijl daar bovenop ook 4,1 miljoen mensen – of ruim een derde van de bevolking – volgens de VN in voedselonzekerheid leeft.

Regenseizoen

Het nakende regenseizoen, maar ook intern geweld bemoeilijken de hulp bovendien. Bij geweld in het oostelijke Jonglei werd dit voorjaar nog een hospitaal van Artsen Zonder Grenzen geplunderd en vernield.

Zowat alle hulporganisaties hebben het gebied intussen ook noodgedwongen verlaten, wat doet vrezen voor de veiligheid van ruim 120.000 lokale stamleden.

Het overheidsapparaat in het nieuwe land komt al net zo moeizaam van de grond. Het gebrek aan oliedollars dwong het regime al tot zware besparingen, terwijl corruptie de jonge staat volgens president Salva Kiir al ruim 4 miljard dollar heeft gekost.

Internationale waarnemers waarschuwen dat Zuid-Soedan zo snel mogelijk zijn olie-export op gang moet krijgen, wil het in de zeer nabije toekomst niet in crisis vervallen. Pas wanneer Juba Soedan voor zijn export kan vermijden, lijkt er echt hoop op beterschap te zullen zijn. (Belga/MS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content