De gletsjers op het Tibetaanse plateau, die de belangrijkste Chinese rivieren voeden, smelten sneller dan ooit tevoren.
Niet minder dan 80 gletsjers in de bergketen Aemye Ma-chhen, waar zich de bron van de Gele Rivier (Huanghe) bevindt, zijn snel aan het verdwijnen, aldus Li Xiaonan, vice-directeur van het Bureau voor de Drie Rivieren in de provincie Qinghai.
Ook ontspringen daar de twee andere grootste rivieren van Azië: de Mekong en de Jangtsekiang (ook Yangtze of Chang Jiang genaamd).
De gemiddelde temperatuur in het gebied stijgt al een halve eeuw doorlopend en heeft vorig jaar zijn hoogste niveau op 50 jaar tijd bereikt, zegt Chen Haining, ingenieur op een cartografische dienst in dezelfde provincie.
Op 30 jaar tijd is 5,3 procent van de gletsjers dichtbij de bron van de Jangtsekiang verdwenen, alsmede 70 procent van de gletsjers kortbij de oorsprong van de Mekong, zeggen Chinese wetenschappers.
Dit afsmelten kan op lange termijn leiden tot een uitdroging van de waterlopen, beklemtoont Xin Yuanhong van het provinciaal centrum voor hydrografische en geologische studies. Dit kan catastrofale gevolgen hebben voor honderden miljoenen mensen. (Belga/MS)
