De Italiaanse Maremma

We hebben van deze oude boerderij vakantiewoningen gemaakt en toch de authenticiteit bewaard”, zegt onze gastvrouw Patrizia trots. Het gebouw in zijn verweerde terracottakleur past inderdaad perfect bij Italië: met dikke muren en kleine ramen.

We kijken uit over het zwembad en de lavendelvelden, met in de verte de kustlijn en een stadje boven op een heuvel. We zijn in Montalto di Castro, een gemoedelijke badplaats aan de Tyrreense kust, in het Lazische deel van de Maremma. Langs de Via Aurelia is het maar een uurtje zuidwaarts rijden naar Rome. Maar ook in deze streek zelf, de bakermat van de Etruskische beschaving, valt veel te beleven.

Op slechts enkele kilometers van onze verblijfplaats liggen de ruïnes van Vulci. En iets meer naar het zuiden de necropolis van Tarquinia, die op de Werelderfgoedlijst van Unesco prijkt.

Twee kerken in de velden

Tarquinia is zeker het bezoeken waard, met het archeologisch museum, barokke gebouwen, romaanse kerkjes en leuke restaurants en bars, vaak in oude kelders. En in Tuscania zijn de Etrusken nooit ver weg. Van in het parkje in het centrum hebben we een panoramisch zicht over de omgeving, waar midden in de velden twee indrukwekkende romaanse kerken staan, de laatste getuigen van de bloeiperiode van de middeleeuwse stad die door de builenpest leegliep.

Even desolaat is de weg die door de Monte Canino slingert, richting het meer van Bolsena dat omringd is door historische dorpjes als Capodimente, Marta en Bolsena. Ook Montefiascone, op een stevige heuvel, was een stopplaats langs de Via Francigena, de pelgrimsroute die van Frankrijk naar Rome leidde. “Zou dat aan de goede wijn gelegen hebben?”, vragen we ons af terwijl we nippen aan een glas Est! Est! Est!

Park van de monsters Bagnaia is nog zo’n heerlijk middeleeuws stadje, vooral bekend door de Villa Lante. Deze zomerresidentie van kardinalen en adellijke families heeft een prachtige Italiaanse tuin volgestouwd met fonteinen en watervalletjes.

Maar het bekendst is Bomarzo. Metershoog zijn de beelden van dieren en mythologische figuren die hier in stenen zijn uitgekapt. We zien een watergod, een reuzenschildpad, een Zeusfiguur en het gezicht van een monster met wijd opengesperde mond, zo groot dat je er in kunt stappen. Het stelt de poort van de hel voor maar ziet er lieflijk uit, bijna als een pretpark voor kinderen.

Deze bizarre 16de-eeuwse tuin die een excentrieke prins liet aanleggen, was eeuwenlang door vegetatie overwoekerd en werd pas in de vorige eeuw opnieuw ontdekt. Meteen werd het een trekpleister voor surrealistische kunstenaars als Breton en Dalí.

Wellness dankzij de zwavel

De volgende dag rijden we noordwaarts naar het Toscaanse deel van de Maremma, richting Capalbio, een schilderachtig maar piepklein middeleeuws dorpje. Je bent er zo door, maar de sfeer en het uitzicht zijn uniek. Kunstenares Nikki de St.-Phalle koos deze plaats uit voor haar persoonlijk beeldenpark.

De Giardino dei Tarocchi is bevolkt met haar rondborstige en kleurrijke sculpturen, met centraal een grote muil waaruit water vloeit, een knipoog naar de monstertuinen van Bomarzo.

Verder in het binnenland oogt het landschap steeds grilliger. Hier vindt u nog wegen die de Etrusken door de tufsteen kapten. Dankzij de vulkanische omgeving zijn er veel warmwaterbronnen (zoals die van Saturnia) die al in de tijd van de Etrusken en de Romeinen bekendheid genoten.

Nu vindt u er een modern wellnesscentrum maar ook bronnen met watervalletjes waar u in de openlucht en helemaal gratis het zwavelrijke water van 37 graden over u heen kunt laten lopen.

Filip Godelaine in Plus Magazine

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content