Geologie
Niet zozeer de gesteenten van de Grand Canyon zijn uniek (over heel de wereld zijn gelijkaardige gesteenten te vinden), maar wel de variëteit aan verschillende soorten gesteenten in 1 gebied maakt van de Grand Canyon een wereldwonder. De opeenvolgende gesteentelagen die elk uit een andere geologische periode stammen, vertegenwoordigen samen zowat 1/3 van de leeftijd van onze aarde.

Nergens ter wereld is zo’n lange periode uit de geologisch geschiedenis van de planeet aarde zo duidelijk te zien. Dit spectaculaire fenomeen is dan ook een van de redenen waaraan de Grand Canyon elk jaar zijn 5 miljoen bezoekers te danken heeft.

De ouderdom van de gesteenten van de Grand Canyon varieert tussen 250 miljoen jaar (Coconino Sandstone) bovenaan de kloof en 2 miljard (Vishnu Schist) onderaan. De jongste gesteenten werden gevormd door vulkaanuitbarstingen (1 miljoen jaar geleden), maar het merendeel is sedimentgesteente van toen dit gebied nog bedekt was door oceaan.

De kloof zelf is heel wat later ontstaan door erosie van de Colorado rivier, maar ook van regen, gesmolten sneeuw en de kleinere zijstroompjes van de rivier. De regen of gesmolten sneeuw valt in de spleten van de bovenrand en bevriest tijdens de koude nachten.

Het bevroren water zet uit waardoor de spleet steeds breder wordt en er uiteindelijk een rotsblok afscheurt. De rotsblok dondert daarop naar beneden, neemt andere blokken met zich mee en komt vroeg of laat in de Colorado terecht. Hier doolt hij met de rivier mee en slijt op zijn beurt de bedding verder uit.

Met de bouw van de dam bij de Glen Canyon in 1963, die Las Vegas, Phoenix en Tucson van elektriciteit voorziet, is de Colorado rivier heel wat rustiger geworden. Waar vroeger 500.000 ton per dag aan stenen en zand een bepaald punt passeerde (bij hoog water was dit 55 miljoen ton per dag), stroomt de Colorado rivier nu veel rustiger en slijt hij zijn bedding ook minder snel uit.

Een groot probleem is nu dat veel zand zich voor de dammen gaat ophopen, waardoor de functionaliteit van de dam in gevaar komt.

De erosie houdt nooit op en gaat nog steeds verder tot op de dag van vandaag. De Grand Canyon heeft zijn specifieke vorm te danken aan de manier waarop de verschillende gesteentelagen in de kloof op de erosie reageren. Sommige vormen hellingen, andere kliffen; sommige eroderen vlugger dan andere.

De Grand Canyon heeft zijn levendige kleur dan weer te danken aan kleine hoeveelheden mineralen die aanwezig zijn in de gesteentelagen. Vooral ijzer is verantwoordelijk voor de subtiele rode, gele en groene tint van de Grand Canyon.

De erosie is een fenomeen van de laatste 5 tot 6 miljoen jaar. In geologische termen en rekening houdend met de ouderdom van de gesteenten is de erosie dus pas eergisteren ontstaan. En zolang er regen en sneeuw in Noord-Arizona blijft vallen, zal de Grand Canyon van gezicht blijven veranderen.

Flora
Veel vegetatie is er niet in de Grand Canyon. Op de randen komen wel enkele groengrijze bossen voor, maar die contrasteren scherp met de droge landschappen onder de rand.

Op 2134 meter groeien de gele dennen (ponderosa pine). Beneden de 2134 meter zijn de Arizona pijnbomen en de Utah jeneverbesbomen in de meerderheid. Als je naar de rivier wandelt, doorkruis je verschillende ecologische systemen en lijkt het op een bepaald moment alsof je in Mexico bent aanbeland.

De temperatuur kan er tot 18 graden hoger liggen dan aan de rand. In hartje zomer kan het zelfs 48 graden worden langs de Colorado rivier. Veel van de vegetatie aan de binnenkant van de kloof is dan ook te vinden in woestijngebieden: cactussen, yucca’s en droogtebestendige struiken.

In de Grand Canyon komt een bijzondere wilde bloem voor waar je niet naast kan kijken: de eeuwplant of agave. De plant ziet er uit als een enorme artisjok en heeft harde zaagtanden aan de randen van de negentig centimeter lange bladeren. Deze plant bloeit in zijn hele leven maar een keer en dan sterft hij.

Het lijkt alsof de agave een heel leven nodig heeft om voldoende energie te verwerven om dan uiteindelijk zijn moment van glorie te bereiken. Een centrale knop met een omtrek van wel vijftig centimeter verandert in een steel en schiet omhoog met een snelheid van tien of zelfs vijfentwintig centimeter per dag.

Aan de top van die steel verschijnen grote trossen gele bloemen. De plant kan tot zeven meter hoog worden. Niet moeilijk dat de agave daarna uitgeput sterft.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content