De bruisende cultuurscene en de imposante architectuur van Chicago maken een trip naar de oevers van Lake Michigan meer dan de moeite waard.

Wie Amerikanen graag hun gedacht hoort zeggen, is in Chicago aan het goede adres. Hoewel gastvrijer en behulpzamer dan hun New Yorkse tegenhangers, zijn ook hier de inwoners er niet op hun mondje gevallen. De industriële ontwikkeling ging er gepaard met een vrij weerbare arbeidersbeweging, en het is een van de Amerikaanse steden waar raciale spanningen het scherpst aan de oppervlakte komen.

Ook na de rassenrellen van 1919 en de jaren zestig leven blank en zwart er vrijwel naast elkaar, met vooral ten westen en ten zuiden van The Loop gettoachtige wijken. Al Capone en de maffia behoren dan tot het beruchte verleden en bendevorming tiert .

Stof genoeg dus, niet alleen voor de vele bluescafés van de stad, maar ook voor haar legendarische improvisatietheaters. Daarvan is The Second City dankzij exponenten als Dan Aykroyd, John Belushi en Bill Murray ongetwijfeld het bekendste.

De heropbouw

Ludwig Mies van der Rohe, Frank Lloyd Wright, Frank Gehry: aan architectuur heeft Chicago geen gebrek, noch aan stijlen. Die gaan van het neoklassieke Art Institute en de art deco van het Chicago Board of Tradegebouw, tot de neogotische Tribune Tower.

De architecturale ambities gaan terug tot 1871 toen een inferno lelijk huishield in de stad. Bij de snelle heropbouw verscheen de zogenaamde Chicagoschool op het toneel, met architecten als Louis Sullivan en Daniel Burnham. Ze gebruikten staal om het gewicht van torengebouwen te verdelen, maakten zo grote raampartijen mogelijk en hielden hun ontwerpen functioneel, zonder ornamenten.

The Loop, de binnenstad, telt voorbeelden in overvloed: de Marquette Building, het Fishergebouw, het Reliancegebouw en de Rookery, het voormalige stadhuis met een lobby van de hand van Frank Lloyd Wright, dateren allemaal van voor de eeuwwisseling.

Lloyd Wright liet in Chicago wel meer sporen na. Vooral in Oak Park, dat ook het geboortehuis van Ernest Hemingway herbergt. Rond de eeuwwisseling bouwde hij er maar liefst 26 woningen, waaronder die van zijn eigen familie. Het prachtige, met de natuurlijke omgeving versmolten complex omvat ook zijn atelier en is dagelijks toegankelijk.

Ludwig Mies van der Rohe drukte al evenzeer zijn stempel op Chicago. De voormalige directeur van de Bauhausschool tekende er onder meer de campus van het Illinois Institute of Technology, eind jaren negentig opgefrist door Rem Koolhaas, de torens van de Lake Shore Drive Apartments aan de oever van Lake Michigan en het Federal Center en het IBM-gebouw.

Chicago-sur-Mer

Ondanks de ambitieuze bouwwoede en zijn drie miljoen inwoners is Chicago een leefbare stad, en dat heeft veel met Lake Michigan te maken. De nummer twee van de Grote Meren voorziet Chicago van een kuststrook van ruim 42 kilometer, en zelfs in de schaduw van de kantoren downtown waan je je er aan zee.

Van de ruim dertig stranden in en rond Chicago is Oak Street Beach de meest toegankelijke. Dit is bij mooi weer een toevluchtsoord voor lunchend kantoorpersoneel, hardlopers en rollerskaters.

Het stadsbestuur besliste al in 1909 de waterlijn slechts minimaal te bebouwen. Het overwegend recreationele gebied omvat behalve de stranden het kilometerslange Grant Park en Navy Pier met verscheidene parken, een reuzenrad, imaxtheater en andere kindvriendelijke attracties.

Voor het mooiste uitzicht moet je dan weer zuidwaarts trekken, naar het Adler Planetarium en Soldier Field, de footballtempel van de Chicago Bears.

De hoogte in

Chicago en zijn elegante skyline niet vanuit de lucht bekijken is een doodzonde. Velen opteren voor de Sears Tower, met zijn 443 meter ’s werelds hoogste gebouw van 1974 tot 1998 en één van Chicago’s populairste attracties.

Een nog beter uitzicht biedt het Hancock Observatory, 94 verdiepingen boven de grond in het John Hancock Center. In The Signature Room, het panoramische restaurant één verdieping hoger, is het uitzicht adembenemend.

Wie dringend zijn portefeuille moet ledigen, wordt op zijn wenken bediend. North Michigan Avenue, ook wel The Magnificent Mile genoemd, hoeft qua grandeur en luxeboetieks niet onder te doen voor de Champs-Elysées.

Kunst en veteranen

Hotdogs en baseball zijn dan de belangrijkste exportproducten van Chicago, ook op het vlak van de kunsten staat de stad haar mannetje. Dat ontdek je al in The Loop, de zakenwijk. Menig plaza is immers getooid met een sculptuur van een gerenommeerde kunstenaar: Pablo Picasso, Jean Dubuffet, Joan Miró en Marc Chagall zijn slechts enkele voorbeelden.

En in het Millennium Park kan je niet voorbij aan de sculptuur van de Brit Anish Kapoor. In zijn enorme, zilver blinkende boon weerspiegelt zich zowat de skyline van Chicago.

Geen enkel bezoek is bovendien compleet zonder het Art Institute, een museum met wereldfaam dat sinds 1879 een indrukwekkende collectie impressionistische schilderijen heeft aangelegd. Bekende namen gaan van Picasso en Edward Hopper tot Van Gogh, Magritte, Matisse, Monet en Renoir.

In het Museum of Contemporary Art (MCA), die andere kunsttempel, zijn tijdelijke tentoonstellingen de voornaamste trekpleister.

Minder bekend is het National Vietnam Veterans Art Museum, het enige museum in de Verenigde Staten dat kunstwerken van oorlogsveteranen tentoonstelt. Van de 58.235 naamplaatjes die in de foyer getuigen van gesneuvelde en vermiste Amerikaanse soldaten wordt een mens stil.

Bron: Weekend Knack

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content