Cordoba

© Thinkstock

Tegenwoordig blijft Córdoba in de schaduw van Sevilla en Granada maar ooit was dit de schitterendste plek van Spanje. Achter de strenge poorten van oude paleizen ontdek je een eeuwenoude rijkdom en pracht.

Tegenwoordig blijft Córdoba in de schaduw van Sevilla en Granada maar ooit was dit de schitterendste plek van Spanje. Achter de strenge poorten van oude paleizen ontdek je een eeuwenoude rijkdom en pracht.

Wat moet je zien?Eten en drinken

Onder de Romeinen was Córdoba de mooie, florerende hoofdplaats van Baetica (Andalusië) en de grootste stad van Spanje. Markante figuren als Seneca de Jonge (die overleed in 65 n.C.) en diens neef, de dichter Marcus Annaeus Lucanus, waren van hier afkomstig. Onder de voetgangersstraten van de moderne stad liggen nog steeds de overblijfselen van schitterende villa’s met marmeren muren, beelden en mozaïeken.

Moorse schittering

De mezquita – de vroegere grote moskee waarin een katholieke kathedraal werd gebouwd – bezoek je best ’s avonds laat, wanneer de meeste bezoekers verdwenen zijn. In je eentje door het woud van zuilen wandelen, is een unieke ervaring : ze zijn zo talrijk dat je er het noorden bij kwijtraakt en het lijkt alsof je in een spiegelpaleis ronddwaalt. Al in 785 werd met de bouw van dit schitterende monument begonnen.

In de loop van de twee daaropvolgende eeuwen werd het herhaaldelijk uitgebreid tot een totale afmeting van 174 bij 137 meter. Oude Romeinse ruïnes werden geplunderd om de bijna negenhonderd zuilen op te trekken die een veelvoud van roodwitte bogen steunen in twee verdiepingen.

Vooral de achthoekige mihrab, de ruimte waar gebeden werd met het aangezicht naar Mekka, was een meesterwerk van Moors vakmanschap. In het oorspronkelijke gebouw waren er ook geen muren tussen de moskee en de Patio de los Naranjos, een binnenplein vol sinaasappelbomen waar rituele wassingen werden uitgevoerd. Het daglicht drong toen nog binnen in de moskee zodat het leek alsof de bomen van de patio een soort natuurlijke zuilen waren.

De Moorse bezetting, van 711 tot 1236, betekende voor Córdoba het hoogtepunt van pracht en praal. Op een bepaald moment telde de stad zelfs meer dan een half miljoen inwoners en groeide ze uit tot een belangrijk centrum voor cultuur, wetenschap en kennis.

De absolute glorietijd werd bereikt in de tiende eeuw, toen de kaliefen hier hun luisterrijke hoofdstad van het Spaanse moslimkoninkrijk Andalusië vestigden. Kenmerkend voor heel deze periode is de verdraagzaamheid die er heerste tussen moslims, joden en christenen.

Dichters en wetenschappers, juristen en filosofen verdrongen zich aan het hof van de kalief. Alsook de echte helden, de vertalers, die de wijsheid uit de Oudheid weer toegankelijk maakten en verspreidden, terwijl de rest van Europa nog in de ‘donkere Middeleeuwen’ leefde.

Kathedraal in moskee

De hele stad deint op het ritme van de processies. Elk van de maar liefst 35 processies is verschillend, met eigen details in de klederdracht, een eigen kruisbeeld of madonna, occasioneel begeleid door een stoet van vrouwen met zwartkanten mantilla (sluier) of een fanfare met militaire helmen op. Sommige van die processies zijn zeer eenvoudig, andere luisterrijk.

Tot kerk omgebouwde moskeeën vind je hier bij de vleet. Toen in 1236 de christelijke legers van Ferdinand III, ‘de Heilige’ de stad veroverden, werd de kerstening opnieuw ingezet en… waren de gloriedagen definitief voorbij.

Zelfs de grote moskee werd een kathedraal : zonder respect voor de bestaande eenheid werd de typische kruisvorm in de structuur van het gebouw geïntegreerd. Toen Karel V dit de eerste keer zag, liet hij zich ontvallen : “Jullie hebben hier gebouwd wat om het even wie elders had kunnen bouwen, maar jullie hebben iets verwoest dat uniek in de wereld was.”

In 1492 werden de joden uit de stad verdreven, en in 1609 onderging iedere moslim die zich niet tot het christendom bekeerde hetzelfde lot. De inquisitie vestigde er zich voor lange tijd.

Ode aan het leven

In Córdoba wordt het beste eten van heel Andalusië geserveerd : van een ruime waaier aan tapas in kleine bodega’s tot de fijnste gerechten in tot restaurant omgebouwde herenhuizen uit de vijftiende eeuw in de judería, de oude joodse wijk. Maar de judería heeft meer te bieden dan dans en eten. Op rustige momenten is het er heerlijk dwalen in de wirwar van smalle, kronkelige straatjes die met kleine kasseien geplaveid zijn. Op de smeedijzeren balkons van de witgekalkte huizen staan steevast terracotta potten met geraniums.

Hier bevindt zich de synagoge die dateert uit het begin van de veertiende eeuw, met een zoldering in mudejarstijl en sierlijke geometrische versieringen, met keramiektegels bezette patio’s, bloemen en klaterende fonteinen. In de Zoco, een typisch binnenplein in Córdoba, huizen talrijke zilversmeden en zelfs een museum van de stierenvechters. Vlak bij de Iglesia de la Trinidad staat de Casa del Indio, met een typische mudejargevel uit de vijftiende eeuw.

De oude Joodse wijk

Op het eerste gezicht zijn de witgekalkte muren met kantelen en de indrukwekkende beslagen deuren in dit stadsdeel ietwat afschrikwekkend. Af en toe kun je een vluchtige blik werpen op een patio met murmelend fonteintje, maar er zijn verscheidene mogelijkheden om in de weelderige woonvertrekken en luchtige log- gia’s achter die muren en deuren te vertoeven.

Door een bezoek te brengen aan het oudheidkundig museum of het Palacio de Viana, bijvoorbeeld, twee musea die zijn ondergebracht in renaissancegebouwen uit de vijftiende eeuw.

Op een hete zomerdag is het heerlijk toeven in de dertien patio’s en tuinen, elk met eigen karakter en charme, waar afwisselend sinaasappelbomen, palmbomen, blauweregen, jasmijn, muskusrozen, bougainvilles, geraniums, lelies of duizendguldenkruid groeien. Door kleine zijdeurtjes kom je van de ene patio in de andere, wat de bekoring en het mysterie nog groter maakt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content