Wat moet je zien?

Kröller-Müller museum
De meeste bezoekers keren er zeker nog eens terug omdat het zo uniek is: het Kröller-Müller museum. Het museum groeide uit de particuliere collectie van Hélène Kröller-Müller (1869-1939) die in de eerste jaren van de twintigste eeuw moderne kunst kocht.

Zo verwierf ze meesterwerken van Vincent van Gogh en Piet Mondriaan. In 1907 vormde haar collectie al een particulier museum in Den Haag. Er volgde een verhuizing naar Wassenaar en ten slotte naar Otterlo. Daar werd in 1937 het Rijksmuseum Kröller-Müller opgericht, Hélène werd de directeur.

In 1938 werd dit museum geopend door niemand minder dan Henry van de Velde, die er een gebouw voor had ontworpen.

In 1960 werd het museum verrijkt met een beeldentuin – een van de grootste in Europa – met werken van onder andere Auguste Rodin, Henry Moore, Barbara Hepworth, Richard Serra, Mario Merz, Jean Dubuffet en Claes Oldenburg.

De collectie is onvoorstelbaar rijk, met ruim 800 schilderijen, 245 beelden, 5000 tekeningen en nog heel wat grafiek en kunstnijverheid. De collectie bevat ook meesterwerken van Seurat, Picasso en Léger.

Museonder
Zoals de naam al suggereert bevindt dit museum zich volledig onder de grond. Je krijgt zo een goede indruk van wat er onder de grond leeft en heeft geleefd. Zo zie je er botten van dieren die al eeuwen dood zijn en het wortelstelsel van een 350 jaar oude boom.

Jachthuis St. Hubertus
Vroeger woonde de familie Kröller-Müller in dit jachthuis dat in 1914 werd ontworpen door de beroemde architect H.P. Berlage. Je kan deelnemen aan rondleidingen in het St. Hubertus, maar je kan ook buiten een wandeling maken langs de vijver en rozentuin.